GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zandingsopleiding.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zandingsopleiding.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Zending neemt op het agendum onzer SynO'des steeds een breede plaats in.

Ook voor de Synode van Groningen is een lijvig rapport ingezonden.

Dat over de Zending onder Heidenen en Mohammedanen beslaat niet minder dan 80, dat over de .Zending O'Uder de Joden 45 bladzijden.

Geen enkel ander rap'port kan zich daarmee meten.

Wel een bewijs, hoe aktief oarze Zendingsdeputate-n zijn en tevens welk 'een voorname' faktor de Zending vo'rmt in ons kerkelijk leve'U.

Ditmaal echter zal er voo'r de Zending onder de Heidenen en Mohammedanen ongewone belangstelling worden gevraagd.

Wordt, dank zij de beslissingen van de Synode van Middelburg in 1896, onze Zending naar de beginselen 'der Schrift gedreven en zit er ih onzen arbeid systeem, waarvan de vruchten reeds nu overvloedig worden geplukt, er is ook een leemte openbaar geworden.

Die leemte schuilt in de oipdeiding.

In de opleiding van schier alle arbieiders, zoowel van predikanten als van onderwijzers, van artsen als van verplegend p-ersoneel.

Reeds jaren geleden hebben wij in ons blad' gewezen op het gebrekkige in de opleiding van onze missionaire Dienaren des Woords.

Het verheugt ons daairo'm, dat deze zaak thans, ter sprake zal worden gebracht en mede, d'at daaraan nog uitbreiding wordt gegeven.

In den laatsten tijd hebben zendingsspiecialiteitea als mej. Dr Dreckmeier, Ds D. K. Wieleaiga-en niet te vergeten de onvermoeibare pleitbezorger D's W^ Breukelaar, deze aangekge'nheid sterk onzen krerk'en oip het hart gebo-nden.

Van O'nder schei den zijden wordt zij' nu op de Synode aan de orde gesteld.

De kerk van Middelburg, gesteimd doo'r da drie Zuidelijke provinciën, zond' het volgende voorstel in:

dat de Generale Synode besluite:

Ie. Aan Generale Deputaten op' te dragen de vo'oropleiding van de Zendingsarbeiders in studie te nemen en daarbij in overleg te treden met 'de Vergadering vun Missioaiaire dienaren des Woords op Midden-Java en de Zende'ude Kerken in Nederland.

2e. Aan Generale Deputaten volmacht te verleenen om eventueel noodzakelijke voorloo'pïgo maatregelen ten uitvo-er te leggen, onder VOOTwaarde, dat de Zendende Kerken eenparig hiermede instemmen.

3e. Deze voorloopige maatregelen alleen dan te laten uitvoeren, indien de kosten daarvan gedekt zijn door toezeggingen van dé Zertdendfa' Kerken of:

Deze voorloopige maatregelen gilleen dan te laten iritvoeren, indien de kosten diaa, rvan een door de Generale S.ynode te stellen maximum niet te boven gaal

De kerk van Rotterdam dient een verzoek in. Op het vO'Orloo-pig agendum leest men:

Dienovereenkomstig verzoekt de Kerkeraad aan de Synode aan haar Deputaten voor de Zending onder de Heidenen en Mobammedanen O'p; te dragen deze zaak van de voioropleiding van Zen-'dingsarbeiders (predikanten, artsen, onderwijzers en verpleegsters) in studie te nemen, waarbij het gewenscht zal zijn, dat zij' het advies inwinnen van de Missionaire Dienaren des Woords.

Ook de kerk van Amsterdam komt met eon voorstel en wel van dezen inhoud:

„De Raad der Geref. Kerk te Amsterdam. Overwegende:

1. dat blijkens jarenlange ervaring de vooropleiding in Holland van de predikanten, artsen, onderwijzers en verpleegsters, dis worden uitgezonden in den dienst der Zending, over het algemeen onvoldoende is;

2. dat dit gebrek aan eene behoorlijke vooropleiding voor 6e.n aanmerkelijk deel moet verklaard uit het ontbreken van een eigen gelegenheid tot opleiding van onze Zendingsaibsiders, alsmede uit het feit, dat te dezer zake geen gemeenschappelijke regeling bestaat, althans niet wat betreft de uit te zenden axtsen, onderwijzers en verpleegsters;

3'. dat het gebrek aan eene behoorlijke voo.roplciding niet alleen aan de uitgezonden arbeitskrachten vaak noodelooize teleurstelling berokkend heeft, maar ook aanleiding is tot het maken van fouten, die tot schade zijn van het zendingswerk ;

4. dat voorziening in deze aangelegenheid een gemeenschappelijk belang is, dat alle zendingen betreft, en mitsdien het beste vanwege de Generale Synode kan geschieden;

5. dat de voorziening in deze aangelegenheid wellicht niet genoegzaam is voorbereid om reeds staande uwe vergadering to't beslissing te worden gebracht;

6. dat het wellicht wel gewensdht is, dat te dezer zake overleg worde gepleegd met de vergaderingen van Zendingsarbeiders op Midden-Java ten Zuiden en op Soemba;

7. dat het misschien ook wel aanbeveling verdient over deze aangelegenheid in overleg te treden met de corporaties, die Christ. Holl.-lnl. en Christ. Holl.-Chineesche scholen op ons zendingsveld verzo-rgen, wijl deze scholen, ofschoon zij niet rechtstreeks van de Zending uitgaan, toch voor het zendingswerk groote beteekenis hebben, weshalve een betere vooropleiding-van het personeel, dat voor deze scholen wordt uitgezonden, ook zeer gewenscht is;

8. dat het belang van deze zaak eene spoedige voorziening vraagt; stelt aan de Generale Synode .voor, dat zij hare depiitaten voor de zending opdrage:

a. een ernstig onderzoek in te stellen in hoeverre een betere voor-opleiding in Nederland van in den dienst der zending uit te zenden .predikanten, artsen en verpleegsters, alsmede van onderwijzers voor de Christelijke scholen op het zendingsterrein, noodzakelijk of althans gewenscht is te achten, gelijk ook wat betreft de wijze waarop in de behoefte aan deze betere voor-opleiding het best zal zijn te voorzien, en daartoe o.a. in overleg te treden met de vergaderingen van de zendingsarbeiders in Indië en met de corporaties, die Christelijke Hol'ahdsche scholen op onze zendingsvelden onderhouden;

b. alle maatregelen te nemen, die noodig zullen zijn om in de behoefte aan eene betera voor-opleiding te voorzien, mits het daarvoor ontworpen plan de instemming heeft van de vergaderingen der zendingsarbeiders op Midden-Java en Soemba en van alle zendende kerken en 'de uitvoisring daarvan geen hooger iiedrag zal vorderen, dan uwe vergadering daarvoor zal vaststellen;

c. en indien te dezer zake de sub 2 gsnoiemde eenparige instemming met hst ontworpen pbn niet wor-dt verkregen, niet tot uitvoering daarvan over te gaan, maar betreffende deze aangelegenheid de volgende Generale Synode te dienen van gemotiveerd advies, opdat deze dan moge beslissen".

Wij zullen deze voorstellen niet met elkander vergelijken noch onze voorkeur voor bet een of het ander uitspreken.

In hoofdzaak bedoelen zij hetzelfde.

Alleen in détails wijken zjji van elkander af.

Maar het is zeker de tijd niet om nu reeds in details af te dalen.

De hoofdzaak hebbe allereerst het interesse.

Zooveel blijkt wel, dat thans de leemte in de opleiding begint te worden gevoeld.

En daarmee is veel gewonnen.

We hebben er in het verleden, wat althans de opleiding van missionaire predikanten aangaat, weleens gunstiger voorgestaan dan heden.

Een goeds 25 jaar geleden was er aan de Vrije Universiteit een privaatdocent, naar ik meen, of anders een lector verbonden voor het Mafeisch.

Later is er een hoogleeraar benoemd in de Ambtelijke vakken, die ook speciaal Zendingsgeschie­ denis en Zendingsmethcde had te doceeren.

Zeer zeker heeft dat eenige teleurstelling geven.

En dat wij niettemin JAxsn geleden vrijmoedigheid vonden om VOOT de stichting van een bijzonderen zendingskatheder een lans te breken, had goeden grond.

Een herhaling van wat vroeger geschiedde, bevalen wij niet aan.

Dat zou stellig opnieuw een mislukking worden. De zaak moet o.i. geheel anders worden aangepakt.

De Zendingshoogleeraar of — hoogleeraren moeten zich niet uitshiitend aan akademischen arbeid wijden.

Hoewel gegronde verwachting bestaat, dat ook dat werk meer waardeering zal vinden dan voorheen. '

De tegenwoordige generatie van studenten kenmerkt zich door een zendingsliefde als vroeger niet werd waargenomen.

Niet, dat het getal studenten, dat zich aan de Zending wil wijden, zoo bijzonder groot is. Dat 'zullen er altijd wel betrekkelijk weinigen blijven.

Maar ook bij hen, die later een gemeente in het vaderland hopen te dienen, vyordt een treffend inleven in den missie-arbeid gevonden.

Er is onder hen een krachtige vraag om over de Zending beter te worden ingelicht.

Eigener beweging hebben zich aan de Vrije Universiteit — over de Theoilogische School heb ik geen gegevens — niet minder dan zes studiekringen gevormd.

Uit nauwer kontakt daarmee kaïi ik verzekeren, dat daar ijverig wordt gestudeerd!.

Uit dat oogpunt alleen zou ik tot de kerken willen zeggen: grijpt als 't rijpt.

Een Zendingshoicgl8eraa, r zal onder de studenten van thans een dankbaren werkkring vinden.

En nu werpe men in verstokt pessimisme niet de bedenking op: als do zendingsliefde onder de studenten maar niet. een voorbijgaand verschijnsel is.

Veeleer koester ik de hoop, dat het hem gelukken zal de zendingsliefde nog aan te wakkeren.

: \Iaar gesteld al, dat do zendingsliefde tanen ging onder de studeerenden (wat ik niet kan aannemen), dan heeft de ZendingshOiOglseraar daaxmes zijn beteekenis nog niet verWen.

Want hij zou tevens onze kerken tot vraagbaak in zendingsaangelegenheden moeten dienen, groote stuwkracht tol zendingsactie moeten ontwikkelen, cursussen moeten geven enz. enz.

Hooge eischgn worden er alzoo aan hem gesteld.

Behalve man van diepe studie mo-et hij , ook een eerste klas organisator en^, een bezielende persoonlijkheid zijn.

Op dsn duur zal hef werk wel om meerdere krachten roepen.

Het werk zal veel. te omvangrijk blijken één persoon. voor

Daarom spreken we liever van een Zendings­

katheder dem van een Zendingshoogleeraar. Wij willen niet toegeven aan de neiging van onzen tijd, om, wanneer een vak meer dan een leerkracht vereischt, dit dadelijk een fakulteit te noemen, maar anders zou men hier den term zendingsfiakulteit

kunnen gebruiken. Waarmee wij niet bedoelen, dat deze Zendingskathedcr eenzelfde karakter moet dragen als de katheder voor Grieksch of Latijn of burgerlijk recht

of kerkgeschiedenis. Zij zo'U vanzelf een buitengewnon stempel vertoonen evenals de katheder voor paedagogiek. Gelijk voor de laatste Gereformeerd Schoolverband het initiatief nam, zoo zou voor den Zendingskatheder het initiatief van de kerken moeten uitgaan.

•Zoo alleen krijgt de Zendingshooigleeraar de handen vrij voor buiten-akademischen arbeid en behoudt hij een taak, al zou er op. een oogenblik niet één student door hem worden opgeleid;

niet één student door hem worden opgeleid; Ook .willen wij hem niet uitsluitend voor de Vrije Universiteit opeischen. De gedachte van D's D. K. Wielenga, dat hij én in Amsterdam èn in

Kampen zou doceeren achten wij' aantrekkelijk. : Maar den band met de-Vrije Universiteit zal speciale regeling vereischen.

Bovendien wordt er aan onze Vrije Universiteit reeds college gegeven in het Arabisch, wat den Zendingshoogleeraar belangrijke ruggesteun zal bieden en waardoor hij allicht de vleugelen wat breeder zal kunnen uitslaan.

Toch meene men niet, dat met de benoeming van een ZendingshOiOgleera: ar of het stichten van aen Zendingskatheder de opleiding voor de Zending in oxde is.

Onze a.s. missionaire predikanten mogen er veel door zijn gebaat, in hun heele opleiding kan hij niet voorzien. Het is b.v.-van hem niet te vergen, dat hij verschillende Indische talen zal beheerschen, met het Indisch recht'opi de hOiOgte is en de ethnologic (volkenkunde) van den heelen Indischen Archipel onder de knie zal hebben.

Zelfs met meer dan één Zendingshoogleeraar kan men dat'niet bereiken.

Daarbij zwijgen we nog van tropische geneeskunde voor de artsen of dé eerste beginselen van de leer der tropische iziekten voior onze verpleegsters.

Indertijd, toen wij het denkbeeld van een Zendingskatheder te berde brachten, betoogden we meteen de noodzakelijkheid va^i een I n d O' 1 OH gisch instituut of' wil men van een Indologische fakulteit aan de Vrije Universiteit.

Wij hadden daarbij niet het allereerst 't oog op' de vooideelen, welke zulk een fakulteit voor de Zending zou bieden.

Wij houden haar in de eerste plaats noodig voor onze jongelui, die naar Indic vertrekken, o-m daar een post van vertrouwen te bekleeden.

Wij mogen, schreven we toen, hun vorming niet aan Leiden - van de Indologische fakulteit te ' Utrecht was er nog geen sprake - overlaten.

Dit oordeel handhaven wij nu nog.

Doch als nevenmotief geldt voor ons, dat de Zendingsopleiding er sterk profijt van zou trekken.

Eigenlijk zal dan de .opleiding.--eerst tol haar recht kunnen komen.

Vóór dien tijd zal men misschien' d'è toevlucht kunnen nemen tof het aanstellen van piivaat-docenten en lectoren in land-en volkenkunde, in verschillende Indische talen, welke voor onze Zending van belang zijn, in Indisch recht, tropische geneeskunde (waarvan ook onze missionaire predikanten op eenzame posten iets behooren af te weten). • . , ; ^, - ., -

: Waar dat blijft behelpen. iÜ^fl^lir.

: Waar dat blijft behelpen. iÜ^fl^lir. Daarom is het, dat wij den wensch uitspreken, dat Dsputaten, die deze aangelegenheid in studie zullen ontvangen, de zaak vooral b r e e d zullen zien.

Als het goed is zullen zij komen met een volledig en grootscli plan.

Natuurlijk zal de verwerkelijking daarvan in .het begin-bescheiden moeten zijn.

Maar toch moet Van meet at welbewust naar een opleiding worden gestreeffl, , welke klinkt als een klok.

Het kleine begin moet een' sssehtiëel ondeidee]. zijn van een welberaamd plan. - '-'^Uo Zoo alleen kan er planmatig worden uitge-ó breid. ; --

En dat is een eerste behoefte.

Het zendingsbevel is te ernstig, dan - dat wij het maar op' goed geluk af zouden volbrengen.

Neen, we hebben er al onze krachten voor te spannen, ook onze denkkracht.

Ook hier' dient methodisch .te worden gearbeid. ^i^ifeife

Daarom neme men geen incidenteele beslissingen en late die ook niet over aan Deputaten der Generale Synode in overleg met de Zendende kerken, maar men kome in 1930 met een breed' opgezet plan, waarbij dan tevens wordt opgegeven, wat naar het oordeel der Deputaten voorloopig kan worden bereikt.

Onze kerken hebben de zaak der opleiding vooral in haar geheel te bezien. 's^Cï^''

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 augustus 1927

De Reformatie | 4 Pagina's

Zandingsopleiding.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 augustus 1927

De Reformatie | 4 Pagina's