GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een nieuwe verzenbundel van Alice Nahon.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een nieuwe verzenbundel van Alice Nahon.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

-') Zooals men weet heeft Alice Nahon een lange reis gemaakt naar Zwitserland en Italië en is ze over de Landes, in Frankrijk, naar Bejgië teruggekeerd.

Alice Nahon, de Vlaamsche dichteres van-„Vondelingskens" en „Op Zachte Vooizekens''heeft een nieu-wen bundel gegeven, die O'nder den. titel „Schaduw" dezer dagen m den handel gekomen is.

Al lang eigenlijk wachtten we er op. Want bij do voorlezingen uit eigen werk, die de dicliteres eenige jaren geleden te Amsterdam en elders hield, droeg ze, naast velo bekende-, ook onderscheiden onbekende verzen voor, die bestemd waren voor een nieuwen bundel. Sindsdien echter hoorden we van deze komende uitgave niets meer. En, omdat we wisten, dat Alice Nahon niet makk-elij'k O'Vergaat tot publicatie van haar werk, en bovendien, dat ze als bibliothecaresse van de stedelijko Vclksbibliotheek te Meobelen een vrij drukken werkkring had gekregen, was de vrees niet ongegrond' dat het wachten een Wijven-wachten zou worden.

Maar nu i s die bundel er, in een Vlaamsche on een Nederlandsche uitgave^) tegelijk.

Gaarne willen we onze lezers met dit nieuwe werk in kennis brengen, zooals we ook over de vorige bundels in deze rubriek geschreveij. hebben.

Maar dan lijkt het ons gewenscht te voren een en ander mee te deelen uit een gesprek, dat de Vlaamsche journalist .Joh. de Maegt naar aanleiding van deze uitgave met de dichteres gevoerd heeft. Want daaruit wordt duidelijk het verschil dat er is tusschen de beide eerste bundels en „Schaduw", den derden.

Als elk intervieuw begint; het verslag van den heer de Maegt .met een korte beschrijving van de omgeving, waarin hij de dichteres vond. En, ' al behoort dat nu niet tot do dingen dio 3ve uit zijn mede|deelingen noodig hebben voor ons doel: de toelichting op' den bundel „Schaduw", 't is toch wel aardig dat fragment even te.citeeren, als een kleine trek van decoratieven aard.

„Plechtig hoe'khuis op een plein te Mechelèn, met een glorieuzen heilige in een veilige nis. Daar de tram de kamer binnen reed en het gO'rdijn buitenwoei, sloot Alice Nahon het raam. Toen werd het stil. Het theeliobtje was als een vroom oog. Van de wanden keken oude prenten en van oude kasten gewijde beelden neer op stoelen met hooge ruggen en o.p een beetje boeken in - een hoek.

Naast de werktafel ih een gevoerde leunstoel, ging Alice Nahon zitten. Over haar zeer fijn, roze profiel, kromden dagblondc wilde krullen, in haar oog, dat blo'uk, schoot een guitige vont....

Dan beginl het gesprek, dat ons dit intervieuw van beteekenis doet achten.

— En wat wilt g& van dat „jonk"? Toen zegden wij

— Ons volk heeft Uw „Vondelingskens" met al zijn 'Open ainien ontvangen, het heeft verrast naar Uw „Zachte Vooizckens" geluisterd; nu heeft het Uw derde bundeltje gekregen „Schaduw" ... het is hoog tijd, dal wij komen hoeren en zien wie gij zijt.

— Een meiske. Boven alles een meiske.. .. Een zeer gecompliceerd meiske, al meent ge 't misschien anders, uil mijn werk.

Hier hebben we al dadelijk een merkwaardig getuigenis van de dichteres over zichzelf, een getuigenis, dat we zeker noodig hebben om „Schaduw" in vergelijking mei de vorige bundels te verstaan. En ze liclit haar woorden nader toe:

— Ik voel geen aanleg voor sociale Avorkcn. Ik voel me meer aangetrokken naar de zielsbelangen dan naar de stoffelijke verlangens^ van de maatschappij. De ziel is het hoogste en die duurl

In gezelschap voel ik me opgewekt. Maar in mijn gemoed draag ik een onweerstaanbare melancholie. Gelijk alle menschen misschien? Maar ik heb vroeg geweten, dat ik geen leven zou hebben als andere vrouwen. Ik heb veel en innig leed gekend.

Op mijn reis") heb ik voor de eerste maal de wereld gezien. Wat was dat moeilijk om te verwerken ! Ik was boes op alles wat mooi en schoon was.

Het verpletterde mij. Alleen stilaan ben ik er aan gewend. Het groote kon ik niet dragen. De platte Landes, waar geen tram rijdt, en schaapskooien zijn en waar de stUte eindeloos is en de vlakheid verbeven mooi, die Landes waren op mijn gemoed gestemd. ...

Ik heb eerst gekeken naar de bloemen en de vogels, naar de natuur. Maar ik ben ook gainv gaan belangstellen in de menschelijke psyche. Dan lokte mij de vriendschap en de liefde.... Er is een tijd gekomen, dat ik daar afscheid van genomen heb. Toen heb ik den weg naar God ontdekt. Ik dachl, dat ik de mystiek had uitgevonden en den mensch niet meer noodig had.

Maar mystiek is iets, dat ge niet leert; ge hebt hel van uw geboorte; hel is een gesteltenis van de ziel, die niet ontstaat uit tegenslag in het leven ....

Ik werd dien tijd nioe, om' alleen te zitten kijken op mijn ziel. Ik zag niet, wat ik zocht. Ik keerde terug lot de maatschappij....

En nu zoek ik het op den weg der vrouwelijke poëzie. En hier wil ik in de eerste plaats mezelf blijven. Ik ben weinig en tracht te leeren denken En die historie van mijn ziel is de historie van mijn werk, van mijn werk dat niet bestaat.... nog niet bestaat

Blijkt uit deze woorden w.at de dichteres bedoelde met het woord gecompliceerd, de laatste zinsnede is het, die we uit dit citaat willen onderstreepen. Want daarmee zegt Alice Kahon, dat haar eigenlijk 'werk nog komen moet, wijst ze de beide bekende bundeltjes aan ais een arbeid, die tot het verleden behoort. Bond-, uit zegt ze het, als ze vervolgt:

— Ik wou zoo gaarne boven mijn • simpelheid uitkomen.

Ik schaam mij eigenlijk over de eenvoud van mijn \\'crk.

Begrijpelijkerwijze is de interviewer over die woorden verwonderd.

— Noord en Zuid (zegt hij) zelfs Zuid-.Vfrika, hebben verrast uw eenvoudige verzen vernomen. De intellectueel evengoed als de andere. Het was gelijk muziek, waarvan men vergeten was, dat de klanken nog bestonden.

En dan verduidelijkt ze haar woorden, die ook .ons verwonderen, die zoozeer genoten hebben van de parelende zuiverheid der pretentielooze „Vondelingskens" en ..Zachte Vooizekens", aldus:

— - De verzen ontstaan muzikaal in mij. Ik werk traag. Ik zit te tobben en ben onoverkomelijk triestig. Het is een warboel in mijn geest. Maar ik tracht dat eenvoudig te distilleeren. Ik ben niet eenvoudig, maar ik maak met opzet mijn verzon eenvoudig. Wat ik dicht, zeg ik in mij-zelf. Ik schrijf niet op, dan wanneer de verzen klaar zijn. Wel gaat er zoo veel verloren: maar wat geeft het? Wat niét bleef hangen in mijn geest, was niet goed genoeg waarschijnlijk.

Als vanzelf stelt nu de bezoeker de vraag of ze dan ook houdt moderne poëzie, die immers niet eenvoudig is. En dan antwoordt ze:

— O ja, als ze begrijpelijk is. Ik lees graag, Geer-. ten Gossaert, Leopold, Marsman, Albert Besnard .... Evenals zij wou ik liefst atmosferisch werken Ik zal zeggen: Het deemstert. Zij zeggen het niet. Zij doen het voelen. Zij kijken dieper in de ziel. Dat wou ik ook....

Deze mededeelingen nu, die we zoo uit de eerste hand krijgen, zijn van groot belang bij de beoordeeling van den nieuwen bundel. Want zóó, op het eerste gezicht, bemerkt men, dat^die anders is dan de vorige, anders van toon, anders van inhoud, anders ook van mentalileit. En men zou bij zijn verwondering daarover geen uitweg weten, als niet deze eigen woorden van de dichteres verklarend te hulp kwamen. Ze \-oelt dus den eenvoud der vorige verzen als niet-harmonieus met de gesteldheid v, an haar ziel. In de dagen, dat door allerlei oorzaak melanchoUe haar. gemoedsstemming drukte, kon ze met zichzelf niet verder komen en zich dwingend tot eenvoudigheid bij de warreling van gevoelens en sentimenten, gaf ze liaar simpele verzekes. Thans, nu ze, gezond en sterk, midden in het practische lev^en staat, een arbeidskring heeft, die haar energie vraagt en spitst, die haar in aanraking brengt met jnehschen en dingen, met ideeën en stroomingen, komt ze tot zelf-analyse, ziet ze het gecompliceerde van haar ziel en houdt de erkentenis daarvan niet langer terug. En als ze dan nu een bundel verzen' geeft, is diens inhoud niet door den dwang van helmet-zicbzelf-niet-eens-zijn ingetoomd, maar wordt aan het gevoel de vrije teugel gelaten. Ook is door de gegroeide belangstelling voor moderne poëzie — vrucht wellicht van haar omgang met de jongere Vlaainsche kunstenaars — de vorm anders: moderner, meer naar> den stijl de: -vrijheid van rhytmiek, die thans over-' heerscht.

Dus is de nieuwe bundel weerspiegeling van het ontwikkelingsproces, dat zich (althans gedeeltelijk) voltrokken heeft in de direct achterliggende jaren. En de andersoortigheid van karakter wordt verklaard uit de totaal andere levensgesteldheid van de dichteres toen en nu.

\'oor de bespreking van den bundel zelf hebben we

na deze breede inleiding geen ruimte meer. Die dus in een volgend artikel.


1) Evenals „Vondelingskens" en „Op zachte vooizek? nr, ", uitgave van A. W. Sijthoft's U. M., Leiden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 november 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

Een nieuwe verzenbundel van Alice Nahon.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 november 1928

De Reformatie | 8 Pagina's