GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De beteekenls der Jeruzalemsche Conferentie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De beteekenls der Jeruzalemsche Conferentie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„De Macedoniër", ons zendingstijdschritt, nam een artiliel over van Dr H. A. van Andel uit „De Opwekker", waarin hij een beoordeeling gaf van de Zondi-'-gsconferentifc te Jeruzalem, ten vorige iare gehouden.

„De Heraut" neemt dit artikel over en hecht er zijn adhaesic aan. En wij kunnen ook niet anders, dan de bezwaren van Dr van Andel onderschrijven. Trouwens, wij hebben indertijd onze opmerkingen niet teruggehouden, met name wat de „Boodschap" betreft.

Vooral treft ons, dat Dr van Andel zoolang mogelijk wil blijven meewerken aan de internationale zendingsbeweging; maar hij Iaat duidelijk uitkomen, dat op de Conferentie te Jeruzalem zich verschijnselen voordetien, die op den duur hem wel eens zouden kunnen noodzaken zich terug te trekken.

Als een man als Dr van Andel zoo schrijft, dan blijkt wel, dat de Conferentie niet met onverdeelde sympathie kan worden toegejuicht.

Trouwens, tegen alle samenwerking zijn er bezwaren.

Maar wij moeten toch niet het karakter eener conferentie uit het oog verliezen. Zij geeft toch geen besluiten, waaraan de deelnemers _ zich hebben te onderwerpen. Maar zij is veeleer een samenspreking van belanghebbenden in dezelfde zaak. Van alle kanten worden de vraagstukken bezien. Indien mogelijk wordt een oordeel uitgesproken. Ook komen de verschillende inzichten ter sprake, die aanleiding tot botsing kunnen geven. En ten slotte gaan de deelnemers naar huis, om met het gehoorde winst te doen.

Wat nu de Conferentie te Jeruzalem betreft: het schijnt ons toe, dat in onze gereformeerde pers meer critiek is uitgeoefend dan het beteekenisvoUe ervan is aangewezen. En loopen wij dan niet gevaar onbillijk te worden? O, wij erkennen volkomen de juistheid dor critiek. Er is zelfs nog meer critiek te geven. Dr M. Schlunk in zijn boek „Von den Höhen des Olberges" zet het mes der critiek er diep in! Zelfs wordt aan zijn critiek in „The Int. Rev. .of Miss." een artikel gewijd onder den titel: „A German vieuw of the Jerusalem meeting".

Toch laat Dr Schlunk ook het volle licht vallen op de beteekenis dezer Conferentie; ja, heel zijn boek, waaraan verschillende Duitsche afgevaardigden naar de Conferentie meewerkten, doet die beteekenis helder uitkomen.

Zeker, hij wil uitdrukkelijk verklaren, dat uitspraken eener conferentie zoo licht het karakter van een compromis krijgen, en in meer dan één beteekenis kunnen worden opgevat. Maar dit is nooit te voorkomen met een internationale bijeenkomst van zooveel verschillende richtingen. Men moet zich veeleer verbazon, dat nog in zoo menig opzicht overeenstemming bereikt werd, en eenparige uitspraken konden worden gedaan!

Wij moeten ook niet verwachten, merkt Dr Schlunk op, dat conferentie-uitspraken de oplossing der zware, problemen kunnen geven. En wie aan zulke uitspraken den maatstaf van wetenschappolijldieid wil aanleggen, en er eischen aan stelt als aan een wetenschappelijk betoog, gaat feil. Zelfs liet de Conferentie te Jeruzalem meermalen een formuleering achterwege, omdat men er zich niet rijp voor achtte.

„De Conferentie moet niet als een eindpunt worden beschouwd, maar als een brandpunt, waarin de stralen voor een oogenblik samenkomen, om dan ieder in eigen richting verder te gaan. Ja, haar beteekenis zal eerst dan gebleken zijn, indien haar gegevens of in de practijk worden omgezet in daden, of als bevruchtende kiemen in de gedachtenwereld der Protestantsche wereldzending worden opgenomen."

Het zou dus niet recht zijn van de Conferentie meer te willen maken dan zij zelf wilde zijn.

Hoeveel materiaal heeft de Conferentie niet bijeengebracht voor schier alle onderdeelen van den zendingsarbeid!

Neem b.v. de verhouding tusschen de oude en de jonge kerken.

Dit vraagstuk was op de Conferentie, van Edinburg in 1910 nog niet aan de orde. Maar nu drong hot zich met kracht naar voren. Een dorde van de 250 deelnemers kwam van het zendingsveld. De verschillende Inlandsche kerken uit China, Japan, Indië, Afrika, Korea, hebben zich niet te vergeefs laten hooren.

En nu is het waar, dat wij met onze zendingskerken in Ned. O.-Indiö nog geheel aan het hegin staan. Maar het zal niet lang meer duren, of de kwesties, die te Jeruzalem werden behandeld, zullen ook door onze zendingsmannen onder de oogen moeten worden gezien; ja, in enkele opzichten worden zij reeds nagegaan. Nu, wat in het rapport van Jeruzalem over deze dingen gezegd is, biedt rijke stof tot overdenking en een waardevol bezit

Dr Schlunk oordeelt ervan: „De uitspraken hebben de beteekenis van een program voor de toekomst, wat nóg te meer opmerkelijk is, omdat met den ouden formeelen eisch van zichzelf onderhoudende, zichzelf regeerende en zichzelf uitbreidende kerken gebroken werd, en de geestelijke hoedanigheden naar voren werden geschoven".

Over het rapport inzake het Zendingsonderwijs heft Dr Schlunk een juichtoon aan. Het is bekend, dat Dr Schlunk in de zending een gezaghebbend man is ea in elk opzicht tot oordeelen bevoegd. Maar dit geldt vooral ook het onderwijs. In het „Neue Allg. Miss. Zeitschrift" schreef hij verschillende waardevolle artikel over dit onderwerp. Hij noemt de uitspraken der Conferentie een „onderwijsmanifest"! Hoort hem zingen:

„Ik zie in dit dokument een eerste en over het algemeen welgeslaagde poging, om ten eerste het geheele onderwijs der zending als religious education uiteen te zetten en Jezus als voorbeeld in het leoren aan te prijzen, en ten tweede in heel dien arbeid de resultaten vaii de paedagogisch-psychologische wetenschap van onzen tijd planmatig aan te wenden.

Tegelijk brengt zfj idaar voor het bewustzijn, wat trouwens in de Conferentie zelf ook werd gezien, dat de wereld tegenwoordig niet meer door muren wordt afgebakend, zoodat men Amerikaansche, Engelsche, Duitsche en andere typen tegenover elkander kan plaatsen; veeleer gaan er in de ondenvijskwesties „Ilorizontallagerungen" door de menschheid, en is er bij alle verschil toch öok veel overeenstemming

Hot kan zeer spoedig noodig worden, om in plaats van zendelingen, paedagogen van beroep of ten minste paedagogisch geschoolde theologen uit te zenden, dia tegelijk de Engelsche en Fransche en Duitsche theologie en paedagogiek onder de knie hebben."

Er ware nog meer te noemen, om te laten uitkomen, van hoeveel beteekenis deze Conferentie is. De verschillende onderwerpen vragen daartoe afzonderlijke behan.doling.

De Conferentie was niet een gereformeerde vergadoring; allerminst. Maar toch kan ook een gereformeerd mensch van harte instemmen met een uitspraak als deze, door haar in de wereld gezonden:

„Het tegenwoordige geestelijke leven in de kerken is niet in overeenstemming met en beantwoordt niet aan de taak, waar^roor zij staan. Waren wij er niet

vast van overtuigd, dat de liefde Gods, en' de genade van den Heero Jezus Christus en de gelneenscliap des Heiligen Geestes evenzeer als in de eerste dagen der uitbreiding der kerk ook nu in de kerk werkzaam zijn, "vvij zouden met liet oog op de taak, die voor ons ligt, vertwijfelen. Zij is te groot voor ons. De vernieuwing van het leven der kerk door een nieuwe instrooming des Heiligen Geestes is derhalve niet alleen wenschelijk, maar onvoorwaardelijke noodzaak. De tntemationale Zendingsraad roept de Christenen allenvege op tot nieuwe en meer innige boete, berouw en bekeering, ook tot een nieuw vertrouwen in de lu-acht van het gebed, en tot een onbegrensde overgave aan God en zelfverloochenend dienen.

Wij hebben iets genoemd, niet om de gegrondheid der critiek te weerspreken; integendeel, maar om te verhoeden, dat wij als Gereformeerden zouden voorbijzien het vele goede en groote, dat God in de Con; ferentie van Jeruzalem aan de zending in het algemeen, en alzoo ook aan onze zending, heeft willen schenken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 april 1929

De Reformatie | 8 Pagina's

De beteekenls der Jeruzalemsche Conferentie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 april 1929

De Reformatie | 8 Pagina's