GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Hans Loda, door Evert Reede.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hans Loda, door Evert Reede.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een van de boeken-soorten, die tegenwoordig bijzondere belangstelling vinden, is het verhaal over de gestichtsopvoeding van achterlijke, verwaarloosde of verweesde jongens.

Het verhaal. Want de vorm dien de schrijvers (doorgaans menschen die in de practijk van dat werk staan) zich kiezen is die van het verhaal. Daardoor komt levendigheid in wat ze vertellen, de lezer wordt met de personen en de verhoudingen vertrouwd en gaat zich als vanzelf interesseeren voor een arbeid, waarvan hij de beteekenis leert zien. En dat is juist de bedoeling, die achter dezen verhaalvorm staat: men wil belangstelling wekken voor het gestichtswerk en de sociale en paedagogische waardij daarvan doen verstaan. Daarom nemen ook in zulke boeken de milieuteekening en de karakter-analyse een groote plaats in. De jongens die de objecten zijn 'der gestichtszorg worden niet s^e.h s beschreven, maar ook wordt een blik geslagen in hun innerlijkheid en deze laatste wordt weer in verband gebracht met de historie van hun leven, 'die de oorzaak is, dat ze in een gesticht hun plaats gevonden hebben. In 't bijzonder wordt ook de nadruk gelegd op de aparte eischen, die het werk stelt. Vrijwel zonder uitzondering zijn de gestichtsjongens wat men noemt „moeilijke kinderen", en dezulken vorderen allereerst tactvolle behandeling. De methode van geheel het werk dient gebaseerd te zijn op tact, zal de arbeid werkelijk vruchtdragend zijn.

Deze boeken, ze mogen dan gewoonlijk niet tot de literatuur in engeren zin behooren, zijn inderdaad van veel beteekenis. In den regel wordt het beoogde doel er mee bereikt: men komt onder den indruk van de waardij van een arbeid', dien men in 't geheel niet of alleen maar van uit de

244 verte kende en mrai leert de toewijdiag waardeleren van hen, die daarin hun moeilijke, maar sclioone levenstaak vinden.

Onderscheidene van deze boeken hebben we in deze rubriek reeds besproken en met genoegen maken we melding van een nieuwe proeve van het soort, die kort geleden verscheen: HansLioda door Evert Reed e.

Haas Loda is de nieuwe directeur van een tehuis voor jongens. Frissche, jonge kerel, die hij zelf is, breekt hij met de opvoedingsmethode, die de atmosfeer van het huis 'dor en saai heeft gemaakt en de afstand tusschen den directeur en zijn pupillen onoverkomelijk groot deed zijn. Hij wil allereerst en allermeest voor zija jongens een vriend zijn, een raadgever, tot wien ze zich kunnen, maar ook zullen wenden, een die begrepen wordt, omdat hij begrijpt. Daarom voert hij een geheel nieuw systeem in, dat zijn grondslag vindt in de bedoeling, den jongens zooveel mogelijk te geven dat wat andere jongens ook hebben. De levensinrichting wordt veranderd, vacantiegenoegens komen op het program, zelfs wordt de uniforme gestichtskleeding vervangen door een fleurig sportpak en alles is er op gericht een levendige, prettige, harmonieuze stemming onder de jongens te brengen. Vooral stelt Hans L!oda zich tot taak met zijn jonge vrienden te praten, over de gewone dingen van den dag en de liefhebberijen, 'die het jongensleven kent, maar ook over de vragen van hooger belang, de moeilijkheden van persoonlijken aard, die, in vorm verschillend maar in wezen voor allen gelijk, de jongens ralten. En hij doet het met buitengewonen tact, met vertrouwen-winnende voorzichtigheid en van oprecht meeleven getuigende toewijding.

De vruchten van dit nieuwe systeem zijn verrassend. De geest onder de jongens verandert als bij tooverslag. „Oom Hans", zooals ze hem noemen, is de populaire man, die alles gedaan kaa krijgea, voor wien ze zich geheel uitspreken, zoodat hij ook in ander opzicht voor zijn vrienden wat kan zijn, een werkelijke raadgever en een vaderlijke helper.

De teekening van deze Loda-figuur is uitnemend. Hij beheerscht geheel het boek, zonder dat hij ergens hinderlijk is. En ook is de beschrijving van wat hij bereikt verdienstelijk: niet overdreven, maar logisch en goed gemotiveerd. Daarom, is dit boek een duidelijk voorbeeld — ©en van de beste^ die ik op dit gebied ken — van de belangrijke resultaten, die een tactvol optreden in dat werk oplevert en van de rijke beteekenis, die de op de juiste vrijze aangepakte gestichtsarbeid voor de jongens hebben kan. Daarbij is het vlot en onderhoudend geschreven, zoodat het de aandacht van den lezer boeit en diens sympathie wint.

Ook aan de geestelijke belangen der jongens wijdt de nieuwe directeur zijn aandacht, met lofwaardige toewijding en ernstige bedoeling. Maar ten dezen bevredigt ons het boek toch 't minst. Want de geest, die uit deze religieuze zorg spreeTit, is die eener slappe godsdienstigheid, getypeerd b.v. in dezen zin uit een van Loda's toespraken tot de jongens: „Zullen we niet bewonderen, en ia volle overgave aanbidden dat Hooge, dat Edele, God? ... We moeten aanbidden, door alle gaven van hoofd en hart in dienst te stellen van het hooge Doel, alle zelfingenomenheid afleggen, niet werken voor onszelf alleen^ maar werken en strijden naar vermogen voor 'het groote geheel, waarvan we weten deel te zijn." En dan volgt vpel even verder: „Dat is aanbidden, denken en doen te wijden aan God ea aan alles wat van "Q^od is", maar ook deze gedachte wordt toch gedragen door di© stemmingssfeer, die karakteristiek is voor moderne religiositeit, doch niet raakt, wat d© kern is van godsdienst: het besef van schuld voor God en het geloof in schuldvergeving door Christus.

De groote kracht van de godsdienstige opvoeding wordt hier gemist, te meer 'jammer, omdat overigens het werk der opvoeding ia dit boek op een zoo uitnemende wijze tot zijn recht komt en op de juiste paedagogische beginselen is gebaseerd.


1) A. \Y. Sythoffs U. JVL, Leiden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 mei 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Hans Loda, door Evert Reede.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 mei 1930

De Reformatie | 8 Pagina's