GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Twee nieuwe boeken van Hoogewerff.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Twee nieuwe boeken van Hoogewerff.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een bekende Schrijver is als een goede vriend.

Zooals het een genoegeri is, den goeden vriend te ontmoeten en hem herhaaldelijk te treffen, zoo is het een verheuging, den bekenden Schrijver telkens terug te zien in ko-rt na elkaar verschijnende boeken van zijn hand. Want, evenals men ten aanzien van den goeden vriend onmiddellijk reageert vanuit hot bestaande contact, zoo is er, bij het in handen nemen van een nieuw boek van den bekenden Schrijver, aanstonds de herinnerh^ aan wat hij in vorige boeken ons schoaik.

Gezien het opschrift boven dit artikel zal het den lezer duidelijk zijn wat ik met deze inleiding bedoel.

Er zijn twee nieuwe boieken verschenen van den heer G. C. Hoogewerff. En in deze nieuwe uitgaven ontmoeten we weer den bekenden Schrijver, van wien we reeds zooveel goed ontvingen.

Er is — ik heb het al bij herhaling gezegd — in dezen tijd van boeken-veelheid dringend behoefte aan goede boeken, boeken, die geschikte lectuur bieden voor oud en jong, die een interessante stol verwerken en dat doen op een wijze, die verrijkt, die pakken door hun vorm en binden door hun principiëele instelling. We hebben noodig, zeker christelijk-literaire kunst, maar vooral ook christelijke volkslectuur, die op hoog peil staat èn naar den vorm èn naar den inhoud, leesboeken, die zijn voor iedereen en die — zware eisch — tegelijk voor ieder beteekenis hebben.

En nu doe ik niemand onrecht, als ik zeg, dat er weinigen zijn, die ten dezen meer verdienste hebben en meer een „bekend Schrijver" mogen heeten, dan de heer Hoogewerff.

Heel zijn leven heeft hij aan dezen voortreffelijken arbeid zich gegeven. Reeds in 1892, dus bijna veertig jaar geleden, gaf hij een (dramatisch gecomponeerd) volksverhaal over Petrus Dathenus. En van meet aan zocht hij zijn stof in den bodem, waar de edele metalen van volkskracht en volksvroomheid te vinden zijn, dien der historie. Met zijn boek over Petrus Dathenus zette hij in een heele reeks van historische verhalen, en in de latere jaren, sinds hij ambteloos woont te Hilversum, heeft hij die met niet minder dan zes kloeke deelen vermeerderd. Elk van deze boeken, onverschillig welk deel men ter hand neemt, is een met een groote kennis van zaken, levendig en onderhoudend geschreven historie-verhaal, gedragen door de christelijke levensovertuiging van den Auteur. Het onderwerp, waar hij over schrijft, heeft hij steeds grondig onderzocht en het historische is hem veel meer dan gebeuren alleen. De feiten worden onder zijn belichting daden Gods, blijken, dat Gods hand den loop der dingen bestiert. En wat de menschen doen in kettervervolging of heksenverbranding, in dweepzucht of uit ware godsvracht, hij laat het alles zien als gebeurend onder de toelating Gods of tot vermeerdering van Zijn eer.

Zoo is Hoogewerffs werk een opdelven van de schatten der historie, die dan in hun wezenlijke en blijvende waardij worden getoond, zóó, dat ook de eenvoudigste die ziet.

Dat is de uitnemende beteekenis van deze boeken. En het is die beteekenis, ervaren door ieder, die een of meer er van gelezen heeft, die hun Auteur maakt tot den bekenden Schrijver, dien men gaarne telkens weer ontmoet.

Als de meeste van Hoogewerffs verhalen behandelen de twee nieuwe èen stof, die aan de vaderlandsche historie is ontleend. En dan is het in het bijzonder de 16e-eeuwsche geschiedenis, die den Auteur interesseert, de tijd van voor en na de Hervorming. In het veelszins onzekere van de toenmalige verhoudingen, de beroering, die de Hervormingsbeweging bracht onder alle lagen der maatschappij, den vaa: k heftigen strijd in grooter en kleiner kring, de vele voirmen van volksgeloof en volksbegrip, die aan het leven een stempel opzetten, vindt de heer Hoogewerff telkens weer nieuwe ge ^ gevens voor zijn verhalende boeken. En dan weet hij met zijn voortreffelijke vertellersgaven die gegevens zoo te bewerken, dat het verhaal interessant wordt door het historische en spannend door avontuurlij kheid.

Het eerste van de twee nieuwe boeken, „De Bij bels chipper"!), brengt den lezer naar het Leiden van het midden der 16e eeuw. Daar is in opkomst een gemeente onder het kruis, die zelfs onder de aanzienlijken haar leden heeft, o.a. Marije van Mathenesse, de zuster van den Burgemeester. De gemeente heeft ook een eigen leeraar, Jurriaan Ypesz, die een waardig middelpunt is van den kleinen kring. Maar de vervolging grijpt ook deze kleine kudde aan en aan allerlei gevaren staan Ypesz en zijn gemeenteleden bloot.

De teekening van deze vervolgingen is het eerste bestanddeel van het boek, een oude en bekende stof, maar met nieuwe frischheid door Hoogewerff beschreven, en spannend, doordat hij tegenover het woeden der vijanden stelt de hulp der vrienden. (Ala b.v. eens velen zijn gevangen genomen, worden ze door de list van de dienstbode der jonkvrouw van Mathenesse bevrijd en vluchten naar Den Helder of naar Emden.) Later komen betere tijden en kunnen de ballingen terugkeeren, maar andermaal laait het vervolgingsvuur op na den Beeldenstoim. Dan worden ze opnieuw verjaagd en vinden velen een smartelijken marteldood, ofschoon ze aan het ongelukkige feit der beeldenvernieling geheel onschuldig zijn.

Men behoeft slechts te bedenken dat het de heer Hoogewerff is, die dit alles vertelt, „de bekende" uit andere, soortgelijke boeken, om te begrijpen, dat het verhaal van deze gebeurtenissen boeiend is van het begin tot het eind, maar ook rijk aan openbaring van geloofskracht en moed tot getuigen, zelfs in het aangezicht van den dood.

Het tweede bestanddeel van dit boek is de geschiedenis van den Bijbelschipper, Cornells Simonsz, een turfschipper, die overal waar hij komt Bijbels verkoopt en alzoo een verspreider is van het Evangelie, vaak onder allerlei gevaren en met risico voor zijn leven. Vervlochten door het verhaal, is de levenshistorie van dezen Bijbelschipper een van de aantrekkelijkste elementen daarvan, vooral omdat de Schrijver haar vertelt op grond van historische gegevens, die alle worden meegedeeld.

Wat ik hier zei is genoeg, om den lezer te doen verstaan, dat hij in „De Bijbelschipper" weer een echt-Hoogewerff boek ontvangt, historisch goed en als verhaal spannend; verrijkende lectuur, precies van het gehalte dat we, naar ik boven omschreef, noodig hebben. Deze hernieuwde ontmoeting met den bekenden Schrijver beteekent metterdaad een vernieuwing van de oude banden van genegenheid.

Het tweede verhaal „De Heksenhamer" 2) is, misschien nog meer dan het eerste een bijdrage tot de kennis van het 16e eeuwsche leven.

Thema van dit boek is de, toen nog sterk heerschende, heksenwaan.

Hoogewerff heeft nauwkeurig de geschiedenis der heksenprocessen bestudeerd en vertelt als vrucht van die studie wat zich tegen het einde der 16e eeuw heeft afgespeeld in Amersfoort. (De lezer herinnert zich misschien, hoe de Auteur reeds eerder aan de historie van Amersfoort, die hij' door jarenlange onderzoekingen in het bijzonder kent, zijn materie heeft ontleend.) 't Heksengeloof was met name in Utrecht nog algemeen. En dat niet slechts onder de eenvoudigen, maar ook bij de officiëele vertegenwoordigers van het recht, die daarin door vooraanstaande theologen (b.v. Voetius) werden gesteund. De hekserijprocessen werden gevoerd met al den ernst van een juridische handeling en het onvermijdelijk einde, de doodstraf, werd met de grootste gestrengheid juridisch geconstrueerd.

Omstreeks 1590 woedde in Amersfoort de heksenwaan als een epidemische ziekte. Een verdachtmakend woord was voldoende, om, als met toovenarijen behept, ter brandstapel verwezen te worden, 'en de zwaarste folteringen werden op de beschuldigden toegepast, om hen tot bekentenis te brengen. In pijn en angst, vaak ook uit wraak, noemden dan de gefotterden dikwijls weer de namen van anderen, zoodat het heksenvuur een tijdlang schier onafgebroken rookte. Van deze verdwazing vertelt de Auteur.

Van het gezin van Folkert Dirksz is de moeder als heks verbrand en nu worden ook de vader en de dochter (een geestesziek kind) van tooverij verdacht. Hun leven is ellendig: ze worden geminacht en gemeden en wie zich, onvoorzichtig, met hen inlaat, is geteekend als zij (de geschiedenis van den boerenzoon Antonis Bulk bewijst het). Eerst wordt de vader, straks de dochter, voor het gerecht gedaagd. En ofschoon geheel onschuldig, ze bekennen uit angst, vooral Hend, de dochter, geeft verzwarende getuigenissen (ze weet echter zelf niet wat ze zegt). Het doodvonnis is dan ook het einde.

Met groote levendigheid teekent de heer Hoogewerff deze historie, met mededeeling ook van allerlei bijzonderheden, die belangwekkend zijn zoowel in het verband van het verhaal zelf als ter karakteriseering van de hekserij-V'ervolging. En de verontwaardiging over deze wreedheid-door-bekrompenheid, die in zijn woorden telkens trilt, brengt

gloed en passie in het boek. Verschillende fragmenten (ik denk aan de rechtzitting over Hend, aan de procedure Willem Stevensz.) zijn meesterstukken van uitbeelding, volkomen beheerscht in stof en vorm beide.

Evenals in „De Bijbelschipper" loopt er door dit boek een tweede verhaal-ader: de geschiedenis van Dominee Oortkampius' dochter. Deze Amersfoortsche predikant is een bekrompen man, heftig toornend tegen de hekserij, tot zijn eenige dochter Liesbeth in staat van beschuldiging komt. Dan geeft hij hals over kop zijn toestemming tot haar huwelijk met den vrij-denkenden jurist Aert van Backhuysen, die door een overhaaste vlucht naar Holland Liesbeüi weet te redden. Later (onder invloed o.a. van Johan van Oldenbarnevelt) wordt deze Aert een pleiter tegen de heksenprocessen, die dan ook weldra tot het verleden behooren.

't Zijn slecht grove lijnen, die ik trekken kan, alleen maar aanwijzingen, wat de lezer in dit boek vindt. Ik kan in een overzicht-i n-enkele-trekken niet doen uitkomen, wat ik daarom met uitdrukkelijke woorden neerschrijf: dat „de bekende Schrijver" in dit nieuwste werk zijn lezers een der allerbeste proeven geeft van zijn voortreffelijk vertellers-talent, een boek, dat men met onverbroken aandacht leest. De ontspanning, die noodig is en die de ervaren Auteur onmisbaar weet voor het psychologisch effect van zijn verhalen, wordt hier, zoowel als in „De Bijbelschipper" gegeven in het blij-einde.

* Een recensent mag niet persoonlijk worden, mag

geen subjectieve gevoelens uiten. Maar men zal het mij toch wel_niet euvel duiden, als ik mijn oprechte bewondering uitspreek voor het frissche, het oiigineele, het jeugdig-krachtige, dat den toch reeds meer dan zeventig-jarigen Auteur kenmerkt. Niet minder respect gevoel ik voor den studiezin, het nog onvermoeid wetenschappelijk speuren, dat overal uit deze boeken blijkt, s) Aan boeken als deze ligt „voorwerk" ten grondslag. Al is de heer Hoogewerff een vlot verteller, zijn materiaal moest hij verzamelen, dikwijls uit protocollen en oude bescheiden. En hij heeft dat gedaan met een zorgvuldigheid en een histo-

rischen zin, die eerbied afdwingen. Het is goed, dat we deze treffelijke qualiteiten van den sympathieken Schrijver vermelden. Want in dat vermelden betalen we den tol der dankbaarheid, die we hem verschuldigd zijn. Ons christelijk lezerspubliek dankt aan den heer Hoogewerff een serie rijke, boeiende echt-christelijke boeken, die

waard zijn, in al onze gezinnen gelezen te worden.


') Uitg. E. J. Bosch' Uitg.-Mij, Amsterdam.

^) Bewijs daarvoor is ook zijn uitgave in de serie „Liederen van Groot-Nederland", verzameld door F. R. Coers Fr.zn. van „Een Geestelijk Liedt-boecxken", afkomstig van David Jorisz (over v/ie zijn boek „De Profeet" handelt), voorzien van een breede, uitstekende inleiding en verklarende noten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 april 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

Twee nieuwe boeken van Hoogewerff.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 april 1931

De Reformatie | 8 Pagina's