GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Nieuwe Jeugd-boeken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nieuwe Jeugd-boeken.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zooals de lezers van ons blad weten, vestigen we van tijd tot tijd gaarne in deze rubriek de aandacht op wat aan nieuwe jeugdboeken bij de Redactie werd ingezonden.

In deze rubriek.

Want het jeugdboek is van niet minder belang. dan de roman, en het goede christelijke jeugdboek is een zeker zoo rijk bezit als het goede christelijke verhaal.

Onlangs heb ik gelezen, dat het schrijven van een jeugdboek de moeilijkste taak is, die een Auteur zich opleggen kan en dat dat niet is de beginsport van den schrijvers-ladder, doch eigenlijk pas gebeuren kan door den gerijpten, levenservaren mensch en den geoefenden, bezonnen auteur. Deze opmerking was gericht tegen de veronderstelling, dat een schrijver van jeugdboeken beginners-werk doet en men eerst meetelt, wanneer men tot het geven van een groote-menschenboek is opgeklommen.

Dit woord is waar, en met name is het van toepassing op het christelijk jeugdboek.

Ik heb er al herhaaldelijk in ons blad op gewezen, dat het schrijven van een christelijk jeugdboek niet maar is het neerpennen, vlot en vlug, van een heeleboel grappen en avonturen, in een smal kadertje van godsdienstigheid ingelijst. En dat het ook niet is een preek-voor-de-jeugd, naar aanleiding van een of ander prachtig daarvoor te gebruiken motief. Beide typen bestaan, en beide zijn ze mislukkingen: de eerste ko'men niet aan het doel toe en de laatste schieten het doel voorbij. En de oorzaak van deze mislukkingen ligt in de misvatting der Schrijvers. Die van de eerste soort behooren niet tot de gerijpte, levenservaren menschen en die van de laatste categorie zijn geen geoefende, bezonnen Auteurs.

Het christelijk jeugdboek moet staan op precies denzelfden grondslag als de christelijke opvoeding. Voor deze opvoeding is het christelijke niet het sausje of het kader, maar het wezen, de geest, de kern; ze plakt O'p het kinderleven niet een etiket van christelijkheid en ze maakt oO'k van de kinderen geen theologantjes-uit-den-pruikentijd. Ze zoekt naar een regelmatige, gezonde O'Utwikkeling van het kinder-en jeugdleven, maar dan 'zoo, dat het christelijk levensbeginsel daarin normatief is en blijft.

Zoo óók het jeugdboek. In zijn stofkeuze moet dat blijven binnen de verhoudingen van het gewone jeugdleven, en die verho-udingen moeten Icomen onder christelijke belichting.

Maar hier schuilt tegelijk de moeilijkheid. Het evenwicht tusschen verhoudingen en belichting raakt heel licht verstoo-rd. Het jeugdleven beweegt zich, evengoed als dat der volwassenen, over vreugden en zorgen, verrassingen en teleurstellingen, genoegens en lasten. Doch de proporties zijn anders. En op die andere proporties moet nu het christelijk element zijn ingesteld: de inhoiud van de eischen der goddelijke Wet en de belo'ften van het Evangelie moet naar die pro'po'rties worden herleid. En dat is heel moeilijk, omdat het te weinig en het te veel hier beide het do'el doen missen. Daarom is het ontwerpen van het werkelijk goede christelijke jeugdboek alleen mogelijk door hem of haar, die is: gerijpt, levens-ervaren mensch èn geoefend, bezonnen auteur. Want het juiste evenwicht wordt slechts bewaard, als uit de ervaring van den inho'ud van Wet en Evangelie naar den voor de jeugd bevattelijken en toegankelijken vorm geschreven wordt.

Waar dit gebeurt, hebben we het goede christelijke jeugdboek. Maar dan is dat ook anders, héél anders, dan het neutrale jeugdboek. Dan komen er wel dezelfde dingen in voor als in het paedagogisch-goede neutrale verhaal — dat gelukkig óók bestaat en heusch geen zeldzaamheid is —, maar ze worden gesteld onder ander licht en leiden tot een andere uitkomst. En in dat andere van 't licht en van "de uitkomst wo'i-dt zultó een boek waardevol en genoegzaam van beteekenis om er in een rubriek als deze de aandacht op te vestigen. Want niet minder dan aangaande belletristische lectuur voor volwassenen, is er onder ons behoefte aan aanwijzing O'mtrent goede lectuur voor de jeugd.

Bij wat de Redactie in den laatsten tijd aan jeiigdboeken ontving, zijn enkele van deze goede vertegenwoordigers van het soort. En die wil ik, op grond van het bovenstaande, graag in dit artikel behandelen. Dat behandelen zal dan niet zijn een uitvoerig bespreken, want dat laat de ruimte niet toe en is niet noodig ook. Voor den inhoud van die boeken zullen de lezers van dit artikel zich immers niet interesseeren.

Daar is allereerst het boek „Joop, Jaap en Bob" van D. v. d. Zee (met illustraties van Adri Alindo')!). Hier hebben we het verhaal van drie stadsjongens, die in de zo'mervacantie op een boerderij logeeren en daar de heel gewone dingen van het buitenleven genieten. Maar in die gewone dingen leeren ze de schoonheid van de natuur zien en het is dan de Schrijver, die binnen de gegeven proporties de oogen van den jongen lezer doet opengaan voor de grootheid van den Schepper, die dat alles zóó tot aanzijn riep. Naar mijn inzien is hier nu sprake van dat bewaarde evenwicht, waarover ik sprak, en ook van het andere, dat ik noemde. En daaro'm is dit bo-ek — daargelaten nu dat de gesprekken wel eens wat erg biologisch zijn, zoodat zekere belangstelling in plant-en dierkunde bij den lezer noodig is om het werkelijk te genieten — alleszins aanbevelenswaard..

Een goed christelijk jeugdboek is ook „Alberts Avonturen", door P. Keuning, (met illustraties van Jan Lutz) - ). Een jongen, door zijn oom. en diens huishoudster niet met tact opgevoed en daarom een bengel, komt in aanraking met een ouden man, die door de dorpelingen Sint Franciscus wordt genoemd, omdat hij van groote liefde is vervuld voor al het geschapene en er onder gebukt gaat, dat de menschen zoo liefdeloos zijn en zoover kunnen wegdwalen van den hemelschen Vader. Deze Franciscus en zijn huishoudster, oot een door het leven bezochte, nemen den jongen in huis en, door hem te spreken van Jezus en de schuldvergevende genade van 'den Heiland, altijd weer, oefenen ze een gezegenden invloed op het verweesde, ook geestelijk verweesde, kind. Eenigszins wonderlijk doen de porsoonsverhoudingem nier wel aan: een Franciscus-figuur is in het jeugdboek een zonderling. Maar het is juist de verdienste van den Auteur, dat hij deze stol binnen de proporties van het jeugdleven en jeugd-denken weet te plaatsen, zoodat de geestelijke zijde van het Franciscusleven, die den jongen zoozeer ten goede komt, in haar eigenlijke kracht wordt gezien.

Van den heer Keuning, die voor de taak van jeugdschrijver wèl berekend is, is ook het derde boek: „Het huisje achter den dijk".') In een verhaal over jeugd-verleidingen en jeugd-zonden teekent het 't gevaar, dat er ligt in het zich laten meetroonen door anderen. De strekking ligt dus vooral op ethisch terrein, maar ook dan is de ethiek gebracht en gehouden binnen de sfeer van het jeugdleven.

„De J o n g e n s j a r e n van Egbert de Wilde" door J. K. van Eerbeek (met illustraties van Pol Dom)'-) is een jeugdboek met, als ik niet verkeerd zie^ een autobiografischen inslag. Hier en daar vindt men tenminste uitloopers van de lijnen, die in den bundel „Verhalen" van dezen Schrijver de autobiografische constructie verrieden. En dat terugleven in een verleden werkelijldieid, maakt het verhaalde frisch. Ooik hier is het andere de verdienste van het boek. De inhoud zelf is die van het gewone jongensleven met z'n streken en grappen, z'n recht en onrecht, het verkeerd begrijpen en verkeerd begrepen worden. Inzooverre is het gebouwd naar het model van het type jeugdboek, dat we ook in zijn neutrale vertegenwoordiging bij tientallen kennen. Maar nu is het juist de andere belichting en de andere uitkomst van de dingen, die hier het onderscheidende aanbrengen en het voor onze jongens tot goede, in christelijken zin opvoedende lectuur maken. Wat ik in de inleiding op dit artikel zeide omtrent de eischen voor het goede christelijke boek is hier in de practijk te zien: niet een oppervlakkig te weinig en een hinderlijk te veel, doch het juiste evenwicht tusschen verhoudingen en belichting.

Nog zijn er twee meisjesboeken, die in dit verband moeten worden genoemd. Het eerste is „Fre's meis jes j aren" door NelvanderVlis (bandversiering door B. S. Claus) 5), een prettig verhaal voor meisjes van 14—18 jaar. 't Verplaatst in het milieu, dat klaarblijkelijk het , , me6st-getapte" is in het meisjesboek: het schoolleven; en het brengt een historie, die, even klaarblijkelijk (althans in de boeken!) daarbij hoort: een verhaal van jeugd-liefde. En dan komen aan de orde al de voorvallen^ gebeurlijkheden, genoegens, misères, vreugden, verwachtingen en idealen, die uit deze beide sappen-rijke stengels van de plant opbloeien Icunnen en willen, 't 'G-ewone dus ook weer hier. Maar dan óók met het andere er in en er door. En 't is dat andere, juist dat andere, dat dit boek boven zijn soortgenooten verheft. Het bewaart 't verhaal voor het geëxalteerde, dat dit type verhalen in den regel als een groot gebrek aankleeft: bij de natuurlijke schuchterheid van Fré's ontkiemend geloofsleven is er voor hevige emoties en luidruchtige loppervlakkigheid geen plaats. De Schrijfster heeft dit goed gezien en duidelijk doen uitkomen. Ook in haar liefdes-geschiedenis. Die groeit langzaam uit klasse-vriendschap op en vormt de bekroning, niet, zooals veelal in deze boeken, den inhoud van het verhaal. In de hoofdzaak is dus het gewenschte evenwicht gevonden en dat maakt dit boek goed, doet het met te meer waardeering ontvangen, omdat, blijkens détail-gebreken en stijlonzuiverheden, de Schrijfster nog staat aan het begin van haar arbeid. Dat de moeilijkheid, die, naar ik boven aantoonde, het genre jeugdlectuur in den regel boven de kracht van beginnende auteurs doet liggen, hier tot een goede oplossing is gebracht, geeft Mej. v. d. Vlis recht op die waardeering. Voor onze meisjes, en in 't bijzonder voor kweekschool-Ieerlingen onder haar, die zich in de atmosfeer van het boek heelemaal thuis zullen voelen, is het een aardige aanwinst.

't Minst geslaagd van de collectie jeugd-boeken die ik te behandelen had vind ik „Tusschon Spel en Ernst, door Phé Wijnbeek"). De bedoeling is goed: het wil een waarschuwing zijn, niet te spelen met de liefde en ook is de toon wel die, welke het christelijke jeugdboek behoort te hebben. Deze eigenschappen rechtvaardigen een noemen er van in ons verband. Maar in zijn bewerking is het te oppervlakkig; de karakters zijn vrij zwak en de behandeling weinig of niet gemotiveerd. Hier ontbreekt nog duidelijk het eyenwicht tusschen verhoudingen en belichting, omdat de Schrijfster nog te weinig ervaring en te geringe geoefendheid bezit. In het fragmentarische vallen wel goede dingen op te merken: hier en daar, in een enkele teekening, een bepaald gedeelte-, vinden we wel de elementen, uit welke het goiede jeugdboek wordt opgebouwd. Er zijn dus wel symptomen, die van deze Schrijfster goed werk in dit genre doen verwachten, maar dit boek is nog te veel beginnerswerk, dan dat het als jeugdboek geslaagd mag heeten.

De hier gegeven korte karakteristieken mogen voldoende zijn, om tot een keuze uit deze nieuw© jeugdlectuur in staat te stellen. Voor boek-geschenken en vooral ook voor de aanvulling van de schoolbibliotheek wordt hier geschikt materiaal geboden. Bij den steeds wassenden stroom van, zeer appetijtelijke, neutrale jeugdlectuur, is het een verheuging, aan de christelijke jeugdboeken zulk een beteekeuende winst toegevoegd te zien.

1) Uitgevers Bosch & Keuning, Baarn.

2) Idem.

3) Idem.

4) Uitgave van J. H. Kok N. V., Kampen.

5) Idem.

6) Idem.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 januari 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

Nieuwe Jeugd-boeken.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 januari 1932

De Reformatie | 8 Pagina's