GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

P. A. de Rover, Door Donker en Dood.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

P. A. de Rover, Door Donker en Dood.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tot de boekenoogst van dezen zomer behoort een roman „Door Donker en Dood" van P. A. da Rover, i)

De titel van dezen roman maakt den indruk van een door alliteratie extra mooi gemaakt cliché; de schrijver is een onbekende; de stijl verraadt den beginner en oofc de compositie vertoont de gebreken van het beginnerswerk. 't Is duidelijk, dat we hier te anaken hebben met een debuut, een eerste-optreden, zooals we dat in de romankunst der latere jaren veelvuldig kennen.

En tóch is het een boek dat voor mijn besef van genoegzame beteekenis is, om er het binnenhalen van den oogst mee te beginnen.

De ondertitel luidt: „roman uit het leven op de rivier" (opi den omslag staat: „roman van het leven op de rivier", wat iets anders inhoudt) en die ondertitel spant ineens de interesse. Een ro^ man uit het leven op de rivier is iets nieuws. Er bestaat slechts een enkel boek, dat deze localisatie heeft, en dan meer nog als stoffage (b.v. „Aan het Overzetveer" van Maria Schmitz) dan als onderwerp. Hier vormt het leven op de rivier den hoofdinhoud en dat is naar mijn inzien een waardefactor, die opmerking verdient.

Immers, deze stof is door-en-door Hollandsch. Het leven op de rivier is een typisch stuk van ons nationale leven. Op booten en schepen van allerlei aard en model tiert een dagelijksche bedrijvigheid van heel grooten omvang. Op de rivier werken en wonen honderden menschen — ik denk dat „duizenden" niet te veel gezegd zou zijn — mannen, maar ook vrouwen en kinderen. Een schip, zooals het daar met bolle zeilen over de rivier voortglijdt, dragend aan zijn voorzijde een dikwijls veelzeggend naambord, is een stuk Hollandsche geschiedenis; echt en bijna-specifiek Hollandsch leven voltrekt zich daarop. Leven van arbeid, van rustelooze actie bij dikwijls schijnbaren stilstand, maar ook van zware zorg en benauwende worsteling, als de woeste winden gieren over de wijde, verraderlijke stroomen en het zwaar-beladen schip onder de geweldige slagen kraakt en hijgt.

We zijn in onze literatuur vertrouwd met het leven der visschers en zeevarenden. Achter hun bestaan weten we de dreiging, die op velerlei manier in da boeken ons is geteekend. Van Hollandsche romans, verhalen, beschrijvingen over het leven op de zee zou een bibliotheek samen te stellen zijn. Maar van het even zorgvolle', gevaarlijke, offers-vergende Hollandsche leven op de rivier lezen we niet veel anders, dan korte krantenberichten. De in Holland zoo getal-groote en voor Holland zoo karakteristieke wereld van schippers en schippersgezinnen, van menschen, die op en om de rivier hun dikwijls moeilijk bestaan zoeken, is in onze Hollandsche literatuur vrijwel onbekend. Welnu, als er dan een roman verschijnt „uit het leven op de rivier", trekt hij, door die stofkeuze, aanstonds onze aandacht. En al is hij dan beginnerswerk, met onvolkomenheden in vorm en bewerking, in zijn verschijning opzichzelf is hij belangrijk. En zijn onderwerp verzo^ent ons met den cliché-schijnenden titel: want werkelijk drukt deze uit wat het wezen is van de behandelde stof: het leven op de rivier gaat door donker en dood, is van de tragiek van donker en dood vol.

Ook nog om een tweede reden acht ik dit boek belangrijk.

Voorwaarde voor een roman die uit het leven op de rivier vertelt is, dat de Auteur dat leven kent. De beschouwér-van-buiten-af moge er een indruk van hebben, hij moge zelfs door opzettelijk-gezocht contact er meer van weten, innerlijk blijft hij aan die geheel opzichzelfstaande wereld vreemd. Alleen degene die er in verkeerd heeft, die er, naar de uitdrukking luidt, in geboren en getogen is, kan haar kennen zooals ze is, kan de moeiten en zwarigheden in hun werkelijken omvang verstaan. En nu is er in dit boek zonder twijfel die kennisuit-ervaring. De onbekende Auteur moet in deze sfeer opgegroeid zijn. Waarschijnlijk is hij uit de familie van een parlevinker, e^en koopman, die per roeiboot de schepen op stroom en in de vaart van de noodige levensmiddelen len gebruiksvoorwerpen voorziet. Dat typische rivier-bedrijf, dat met heel het leven op de rivier in aanraking brengt, neemt een zoo .centrale plaats in in zijn boek, dat er tot deze diagnose gereede aanleiding is. Vermoedelijk heeft hij als jongen mee op de rivier gezworven en is daardoor met het schippersleven en de schipperskarakters .volkomen vertrouwd geraakt.

Dit weten-van-nabij beteekent een voldoen aan de voorwaarde, die de , stof stelt en dat maakt de kern van dit boek, literair gezien, goed, dat maakt dit beginnerswerk belangrijk.

In de fragmenten, die, beschrijvend of vertellend, het leven op de rivier weergeven, zie ik dan ook de waarde-elementen van dit boek. Ze zijn talrijk en afwisselend. Een zeiltocht bij boos weer, een donkere stormnacht yol gevaren, een schipbreuk enkele honderden meters onder den wal, moeilijke tochten van den parlevinker om in noodverkeerenden te bereiken — dat zijn de momenten, die 't eigenlijke van de stof vormen, die't door donker en dood van het leven op de rivier voor den lezer tot realiteit maken. De Auteur heeft aan dat alles blijkbaar levende herinnering en daardoor kan hij er een beeld van geven, dat spreekt.

Maar nu heeft hij lOok hooger gegrepen: hij heeft een roman gegeven m^et een hoofdfiguur en een psychologisch conflict, 't Is de geschiedenis van een schipper, die de beste en meest onverschrokken zeiler wilde zijn van allen. Geen weer zoo zwaar, geen water zoo woest, of hij ging er door: voor niets en voor niemand wilde hij wijken. Door deze koppigheid is hij oorzaak geworden van het verdrinken van zijn vrouw en zoon: zélf is hij, tégen zijn zin, door den parlevinker met moeite gered. En nu leeft hij voortaan van zijn haat. Zijn haat tegen de elementen, tegen het leven, tegen de menschen, tegen God. In 'n eenzaam bestaan van verstarring viert hij dien haat bot, heel zijn leven lang. Tot tegen het einde, door den tactvollen arbeid van den dominee, door het ijzig koude van dit versteende hart de warmte der liefde van Christus doorbreken gaat. En dan besluit hij zijn leven met een daad van liefde: het redden van een paar jongens — een van hen is de zoon van den parlevinker, die hém indertijd heeft gered — van een wissen dood. Zijn sterven in vrede vormt het slot van het boek.

Er is in dit roman-element zeker iets goeds; het geeft bovendien aan het geheel een positief christelijk karakter. Maar de bewerking van het gegeven alszoodanig lag te hoog voor een beginnend Auteur en daardoor is het niet in zijn eigenlijke diepte gepeild als een zaak' van schuld en schuldverzoening door schuldbesef. Ook is het juist dit deel van den inhoud, dat de compositie-gebrekten veroorzaakt. De Schrijver, vertellend van het leven op de rivier, van wat — ik zou me vergissen als dat niét zoo is — hij zélf heeft gezien en meegemaakt, moest telkens weer aanknoopen bij den draad van handeüng: Garts geschiedenis, dien hij, door zijn boek er mee te beginnen, als de hoofdzaak heeft aangegeven. Maar die historie van Gart had hij, voor 't grootste deel althans, van hooren zeggen: wat hij er uit eigen beleven van wist was vermoedelijk alleen Garts liefdedaad. Zoo kwam er vanzelf een psychische tweeheid in zijn stof, die hij niet tot een eenheid-in-roman-conceptie heeft kminen oplossen. De werkelijkheid der eigen herinnering en het, waarschijnlijk wel op werkelijkheid gebaseerde maar geheel anders voor zijn geestesoog staande, gebeiurde met Gart, zijn twee afzonderlijkheden gebleven, die elkaar telkens in het boek raken, maar niet samenvloeien tot den eigenlijken romaninhoud. En dat heeft ook op den stijl invloed geoefend: want hij ging de kracht tot beschrijven, waar die niet, zooals ten aanzien van het rivierleven, uit eigen innerlijk voortkwam, zoeken in literaire taal en in stijl-omamenteering.

Ik wijs op deze dingen, om mijn veronderstelling te argumenteeren, dat dit boek een debuut is, het werk van een beginner, die nog niet de techniek van het roman-schrijven beheerscht. Maar ik wil daarbij toch den eersten zin van de vorige alinea onderstreepen. Want in de samenstellende factoren Van het conflict leeft tóch weer het leven op de rivier en in Garts persoon is gekarakteriseerd een bepaald typ© van de menschen vaia < te rivi--j'> . En de christelijk© geest, die èn in Garts geschiedenis én ook elders in het boek (b.v. in de figuur van den parlevinker) uitkomt, spreekt duidelijk genoeg. Daarom blijft de slotsom van deze bespreking toch de conclusie, waarmee ik dit artikel begon: dat het boek van genoegzame beteekenis is om er het binnenhalen van den zomeroogst mee te beginnen.

Er zijn verschillende nieuwe boeken verschenen, óók romans van Auteurs, die ten volle de kxmst van het romanschrijven verstaan en technisch „Door donker en Dood" ver achter zich laten. Maar geen van die allen heeft een zóó beslist Hollandsche stof bewerkt en is zoo dicht gekomen bij het ideaal: oorspronkelijke NederlandscJie roman. Bij de niet te loochenen gebreken van het debuut heeft dit boek de groote verdienste, dat het is een nationaal boek, dat recht heeft op een plaats in onze nationale literatuur, die alleen gradueel verschilt van die van Haspels, Verhoog, Adema e.a.

En dat maakt het onze aandacht ten volle waard.


') U.-M. „Holland", Amsterdam.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 september 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

P. A. de Rover, Door Donker en Dood.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 september 1932

De Reformatie | 8 Pagina's