GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

God en mensch.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

God en mensch.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

.... en gij zult als God wezen Gen. 3:5. .... en in gedaante gevonden als een mensch .... Fil. 2:8.

(Kerstfeest.)

De Paradijsgeschiedenis en de Kerstgeschiedenis staan lijnrecht tegenover elkaar.

In het Paradijs heeft de mensch geluisterd naar de verlokkende stem van de slang: „gij zult als God wezen". En dat Satanische gif heeft door zijn felle bekoring de ziel verblind: wezen als God; opklimmen boven het door God gegevene uit) boven het menschelijke en het creatuurlijke uil, om naast God te zijn in hoogheid en macht.

Dat is de val en de ellende van den mensch geweest; dat op willen klimmen; het bracht bet tegendeel; hij stortte van den top van eer in, eeuwige verwoesting neer. De zonde brengt altijd het tegendeel van wat ze belooft.

En gevallen van hun hoogte dwalen nu de ballingen door de eeuwen en zoeken of er ook een middel is om weer te vinden en te betreden den heiligen bodem van Gods Paradijs — tevergeefs!

Tot Gods hoogte zijn ze niet opgeklommen: ze bleven mensch. Ja, maar niet zóó, als Adam was eer hij luisterde naar die lokkende stem.

Mensch — dal beteekent nu: gevallen koning; ontadelde vorst; kind des toorns; beladene mei een last van toorn en vloek en straf, waaraan geen ontkomen meer is in tijd noch eeuwigheid.

Mensch — dal is nu: man van smarten met de doornenkroon.

Opklimmen lot God, dal had Satan beloofd en dat had de koningsmensch zich van de zonde voorgesteld. Maar ze bracht hem hel tegenovergestelde. Ze roofde hem het menschzijn niet, dat kan in der eeuwigheid niet. Maar dat mensch-zijn zelf maakte ze tot een bron van nooit weg te nemeiii leed.

Maar nu!

In de kribbe van Bethlehem ligt het kind van Maria. En de Engelen zingen hun Gloria. Met heilig verbazen ziet de hemel toe naar hel wonder Gods: Gods Zoon is in gedaante gevanden als een mensch.

Daar is de tegenhanger van het Paradijs, gebeuren. De mensen meende God gelijk te zuilen worden — en het werd zijn val.

Maar God zelf heeft nu den weg weer ontsloten lot hel herwinnen van de vroegere heerlijkheid en het kiimmen naar de voleinde zaligheid: Gods Zoon wordt nu in gedaante gevonden als een mensch.

Niet als Adam in hel Paradijs, de ongevallene. Neen, mensch als wij, gevallen, verloren, verzonken.

Om dien mensch weer te grijpen en Ie trekken en te redden en te maken tot koningsmensch.

In gedaante gevonden als een mensch — dat is hel wonder van Gods gevende liefde.

Dal is het wonder van eeuwige zaligheid, die den gevallene weer maakt tot mensch. Dat doet de hoop lichten in de ziel van onlruste verloren zondaars.

Dat wordt de verv.ondering van al de engelen en van al de zaligen en van al de eenwigheden: de Zoen van God gevonden als mensch.

!> e Kerstklokken zingen over de steden en de dorpen hun lied van aanbidding voor zooveel liefde.

En verioslc zondiuir: s, die die liefde Gods aan zich zagen verheerlijkt, zingen stillekens mee, ver van al de vcriiitwcnidigde pracht van het Kerstfeesi onzer droeve dagen: en gij mijn ziel, !ooF gij Hem bovenal!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

God en mensch.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1933

De Reformatie | 8 Pagina's