Scheiding en Doleantie.
Uit „Heraut” 12 Oct. 1884, No. 353:
„Hoe dezerzijds over de Scheiding in 1834 werd gedacht, behoeft niet nader uiteen gezet. Het T r a c- taatoverdeReformatieis daarover duidelijk. Ook hoe we over Kohlbrügge's afscheiding te Elberfeld denken, verheelden we niet.
Zonder twijfel waren we te Ulrum en te Elberfeld mee uitgetreden."
Uit „Heraut” 14 Dec. 1884, No. 364:
„In 1834 moest men doen, wat men deed. Men had geen andere keuze. En hadden wij behoord tot degenen, die derwijs door synodale despoten en ruwe knevelbaarden waren geringeloord geworden, we waren stellig meegegaan."
Twee citaten, door één onzer medewerkers ingezonden, ter overweging aangeboden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 februari 1936
De Reformatie | 24 Pagina's