GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Oetjeeten"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Oetjeeten"

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het was hoogzomer.

Aio een iaaiend vuur had de zon dien dag boven de korenvelden i; estaan en gloeiend heet hing om een uur of vijf nog d? ijle lucht boven de landen. Daar was het gerucht van den oogst. De maaimachines ratelden voort. De bindsters er achter aan. De schooven rijden zich aaneen. Voor dominee was er vandaag slechts een vluchtige groet. Uit de verte werd hier en daar een hand opgestoken. Als het te beroepen was een enkele opmerking: „'t geet er al ongeliek langs". Waarmee men maar wilde zeggen, dat je in den zomer beter dominee dan boer kunt zijn. Wanneer ze in den midwinter 's morgens aan de pastorij kwamen en dominee op zijn studeerkamer stoorden, was het zijn beurt: , , 't geet er al ongeliek langs".

Zwaar in het hout en koel lag de oude hofstee. In diepe rust. Zelfs de hofhond, die anders nog wel eens keffend uitschoot, gaf geen geluid en hief alleen maar even den kop, toen de bezoeker de klink van de bovendeur lichtte, de onderdeur openschoof en in de groote keuken trad. Daar zat ze bij de groote schouw: de oude grootmoeder, die reeds meer dan tachtig oogsten achter den rug had, en daarom nu rustte van het werk. Om haar heen een stuk of wat kinderen. Elk op een stoof. Toen grootmoeder na de begroeting beduidde, dat ze gaan mochten, stoven ze naar buiten en de oude zei: ik was juist aan het oetjeeten.

Dominee begreep er niets van.

Het wóórd kende hij wel. Het was in die streken het plat-duitsche woord voor „ausjaten", voor wieden. Maar de zin van de mededeeling ontging hem. Hij vatte niet, wat er in een boerenkeuken te wieden viel. Wetend, dat de oude vrouw — een ware moeder in Israël — nu niet bepaald last van seniele aftakeling had, keek hij haar vragend aa, n. En de uitlegging van het raadsel kwam: „wat er 's morgens in die kindertjes gezaaid wordt dat trek ik er 's middags weer uit. Het zaad deugt tegenwoordig niet in de school. Dat mag daar geen wortel schieten, dat moet je er voort weer uitrukken".

Dominee dacht, dat hij het nu begreep.

Precies het omgekeerde uit de gehjkenis van den zaaier, dacht hij. Daar kwam de Booze en rukte terstond het goede zaad, het Woord Gods, weg. Maar hier was een kind van God bezig geweest het onkruid, dat door een schoolmeester in de harten van die kinderen gezaaid was, uit te wieden.

Hij keek nog eens naar de drie verlaten stoven en vroeg — het was óver de grenzen in Hitlerduitschland — of die meester dien kindertjes dan de ideeën van Alfred Rosenberg bijbracht ? Ras, bloed en bodem ? Maar toen bleek, dat dominee het tóch niet begrepen had.

pen had. De oude vrouw zei: dat óók! Maar dat is het ergste niet. Want dat begrijpen de onzen wel. Daarvan begrijpen ze, zoo klein als ze zijn, wel, dat het mis is. Over dat gedoe van dien Hitler wordt hier in huis genoeg gepraat. Maar de man vertelt op school ook nog bijbelsche geschiedenis. Dat is gevaarlijker. Want hij vertelt hun verkeerd van den Heere Jezus. Dat begrijpen ze niet. En daarom had ik ze hier bij me. Wat hij 's morg-ens verteld heeft, dat trek ik er weer uit. En dan vertel Ik het hun over. Daarom zei ik, dat ik aan het oetjeeten was, toen dominee binnen kwam.

Het verhaal van dien dominee heeft me nooit meer losgelaten.

Een verkeerd vertellen van de bijbelsche geschiedenis op school gevaarlijker dan Rosenberg's Mythe van de tvsdntigste eeuw.

Een verkeerde preek gevaarlijker dan de goddelooze ideeën van Jean Paul Sartre.

Valgche profetie in de kerk erger dan de atheïstische ideeën van De Diageraad.

Ik heb een Amsterdamschen Dominee eens hooren zeggen, dat de Satan op het Rembrandtsplein kwam als een engel des lichts. Het is niet waar!

Daar komt hij, zooals hij is.

Maar als een engel des lichts komt hij, zooals de oude Sikkel hem teekende: „Satan zegt: de wereld is van mij, ik heb haar en ik houd haar. Hij verkeert in de harten des menschen op zijn manier en dringt zich in in Israël. Dat zal waar wezen. In de Schriftgeleerden, de menschen, die de Schrift verklaarden. Hij is altijd vlak bij. Als we het Woord Gods willen leeren kennen, om ons te bedriegen in déVi tekst De Satan zegt: ik weet U van Jezus allerlei schoons te vertellen, en van de profetie: Ik kan U den Bijbel uitleggen. Daar staat geschreven ".

Zóó is de satan in kerken en scholen.

Zahg het huis, waar een oude grootmoeder dp zalving van den Heilige heeft, de geesten beproeft en waar noodig verstand heeft van „Oetjeeten".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 juni 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

„Oetjeeten

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 juni 1949

De Reformatie | 8 Pagina's