GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Bestrijding gehandhaafd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bestrijding gehandhaafd

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(III, slot)

Tenslotte wil de heer Amelink de misleidende voorlichting, waarvan hij ons beticht, bewijzen met een uitvoerig verhaal omtrent de bezwaren destijds door prof. dr J. Ridderbos en de heer Zijlstra ingebracht tegen de brochure van het C.N.V. „Uw belijdenis beleven". Door ons werd gewezen op het merkwaardig feit, dat een Christelijke vakbeweging, die van kerkelijke belijdenissen, waar het de bepaling van haar grondslag betreft, niets wil weten, wel een boekje ging uitgeven onder den titel „Uw belijdenis beleven". Voor een protestantsch-ChristeHjke vakbeweging, die niet meer wil zijn dan dat en dat ook pas nadat de Roomschen zich van haar afwendden, is dat een dubieuze figuur. Welke belijdenis is dat? Wij schreven, dat prof. dr J. Ridderbos destijds o.a. het partij kiezen voor de medezeggenschap in deze brochure wraakte. Dit is van ons geen misleidende voorstelling van zaken, zooals de heer Amelink beweert, , het is overeenkomstig de feiten. De heer Amelink merkt op, dat prof. Ridderbos dit wraakte op grond van de overweging , , dit zijn zaken, waarover onder Christenen verschillend wordt gedacht; de vraag wat hier de rechte toepassing der Christelijke beginselen is, wordt niet door aUen gelijk beantwoord." En dus, zeg ik, vond prof. Ridderbos het ongepast om deze zaken in een brochure met als titel , , Uw belijdenis beleven" door de kerk aan haar jonge behjdende leden te doen voorstellen. Met geen woord werd uit het Woord Gods in deze brochure dit recht op medezeggenschap verdedigd door de schrijvers. Het recht werd op blz. 13 en 14 eenvoudig als recht geponeerd zonder meer. Dat door ons in den aanvang genoemde onderzoek na^r den gedetailleerden inventaris der christelijke beginselen, op het punt van het reëel begrepen zijn in de openbaring Gods, ontbrak ten eenenmale. Dé heer Amelink, die de brochure als secretaris met den heer K. Kruithof namens het C.N.V.-bestuur onderteekende, beweert nu wel, dat die brochure destijds bij haar verschijnen bijna zonder uitzondering werd geprezen. Ik noemde als „bezwaarden" reeds Prof. Ridderbos en den heer A. Zijlstra. Voorts las ik in De Gids, dat de Geref. kerkbode van Den Helder ook had geschreven , , dat over medezeggenschap niet allen zullen denken als de schrijver(s) van ons boekje". En moet ik dan nog noemen de juist in die dagen gaande zijnde artikelenreeks van dr Van Es in de Leeuwarder Kerkbode ? Algemeen was die instemming dus allerminst. De heer Amelink, mij betichtend van het verdraaien van iemands woorden en van zonde tegen het 9de gebod, schrijft: „De lezer, die de officieele stukken niet voor zich op tafel heeft liggen, teneinde het in dit citaat vermelde te controleeren, moet wel tot de conclusie komen, dat prof. J. Ridderbos ernstige bezwaren had tegen het boekje van het C.N.V.". Inderdaad, die lezer moet dat ook maar vasthouden, want het is overeenkomstig de feiten, wanneer men inderdaad de stukken op tafel legt en deze laat spreken. De heer Amelink sla maar op De Gids van 2 Jan. 1930, dan kan hij daar lezen, wat de redactie van zijn blad zelf destijds over die recensie van prof. Ridderbos oordeelde: „Dat is niet malsch: deze wijze van propaganda , , een ernstige misstap"." De redactie oordeelde zelf, dat daarmee een , , vonnis" over haar brochure was geveld. De heer Amelink geeft dan verder uitvoerig weer, hoe de heer Zijlstra over de brochure oordeelde en welke diens bezwaren waren. Ik noemdö dat alles niet in details en behoef dus ook niets te corrigeeren op dit punt. Met den heer Zijlstra ben ik het eens ook vandaag, trouw aan zijn standpunt reeds van destijds, dat, wanneer de belijdenis der kerk overal haar kracht moet doen gelden op alle levensterreinen en nergens non-valeur is, omdat het gaat om de beleving van de belijdenis, dit niet beteekent, dat de kerk propagandageschriftjes van een politieke of sociale beweging aan haar leden moet uitreiken. Dit bedoelde wel het bestuur van het C.N.V., dat overigens bij de bepaling van eigen grondslag uit de buurt van de kerkelijke behjdenissen wenscht te blijven als vakbeweging. De heer Amelink wil beweren, dat zoowel prof. Ridderbos als de heer Zijlstra, zich niet hielden, bij hun critiek aan de besluiten van de Generale Synode van Leeuwarden 1920 en dus in strijd kwamen met artikel 31 K.O. Afgedacht van het „Tenzij" van dit artikel, gaat het er maar om, wat is „door de meeste stemmen goedgevonden". Wanneer nu de heer Amelink in de uitspraak , , dat de kerkeraden de roeping hebben om, inzonderheid bij huisbezoek en cate-chisatie de leden der Kerk te vermanen, zich te voegen bij organisaties, die staan op christelijken grondslag, tenzij dan dat er bijzondere redenen zijn, waarom zulk een aansluiting onmogelijk of niet wenschelijk zou zijn", wil lezen, dat de kerkeraden dus geroepen propagandisten van het C.N.V. volgens uitspraak der Synode dienden te zijn, dan maakt hij deze geheele uitspraak los van zijn aanhef: , , Inzake het lidmaatschap van organisaties, die staan op den grondslag van den klassenstrijd, spreekt de synode uit" en ook van het eerste lid van de uitspraak: , , dat het niet

tot de taak der kerk behoort een uitgewerkt systeem te geven, dat het maatschappelijke leven zou moeten volgen, doch dat de kerk hier slechts de zedeMjke beginselen heeft te prediken, die duidelijk door het Woord Gods worden geleerd".

Daarom kan de kerk ook geen uitgewerkte en nog minder niet-uitgewerkte beschouwingen en systemen als van het C.N.V. of van welke organisatie ook aan haar leden ambtelijk doen voorhouden. Men beweert tegenwoordig wel, geheel ten onrechte, van hen, die den grondslag en het leven der organisatie ook naar den eisch van de belijdenis der kerk omschreven wenschen te zien, dat zij alles kerkelijk maken. In feite is de bedoeling geen andere dan deze, dat het geheele leven van den mensch, derhalve ook op politiek en sociaal terrein, in harmonie en conformiteit moet zijn met de belijdenis der kerk, als belijdenis voor dat geheele leven. Het is wel efin merkwaardig verschijnsel, dat zij, die van inschakeling der belijdenis der kerk in dezen niets willen weten en pretendeeren geen kerkelijke beweging te zijn, juist in de fout van kerkisme vervielen, toen zij verlangden, dat de brochure „Uw belijdenis beleven" als propaganda-brochure voor het C.N.V. aan de jonge lidmaten der kerk zou worden uitgereikt.

Wat nu de brochure zelf betreft, ook al is het een voor velen zoo goed als vergeten geschrift, ook wij kunnen haar niet waardeeren. Het was weinig vleiend en toch geheel overeenkomstig het karakter van het boekje, dat prof. Ridderbos erop reageerde met de opmerking „dat het niet tot het werk van den kerkeraad behoort, propaganda te maken voor de christelijke vakorganisatie". Die brochure zou immers handelen over het thema „Uw belijdenis beleven". Afgezien van enkele inleidende paragrafen was het al propaganda voor het C.N.V. wat de klok sloeg. Een gedetailleerde opsomming van de invloedrijke posten, die werden bezet (blz. 22), een specificatie van haar werk in dezen trant: „Eiken dag is zij bezig. Nu weer in tal van bedrijven voor het verkrijgen van vacantie. Soms moet tot staking worden overgegaan. Ook dan zijn wij paraat. Onze vakbeweging behoeft den strijd niet te ontwijken. In den strijd voor het recht staan wij als een eenig man. Onze vakbeweging is in staat ook een langdurige staking te financieren", (blz. 21), een opsomming van de instellingen der Chr. vakbeweging : „Wij hebben als christelijke vakbeweging onze eigen drukkerij met een jaarlijkschen omzet van meer dan ƒ 120.000, —" met vermelding van andere fondsen en als laatste dat van een eigen vacantieoord te Putten: „Een instelling, in 1928 geopend. De pensionprijs is voor leden en hun huisgenooten ƒ 1.50 per dag per persoon". „Het financieel vermogen der christehjke vakbonden bedraagt meer dan twee millioen gulden. Het aantal bezoldigde bestuurders bedraagt 75" (bJz 2é en 25). Wanneer men welgeteld ruim 26 bladzijden wijdt aan het onderwerp , , Uw belijdenis beleven", dan hooren in zulk een uitgave, uit te reiken aan de jeugdige leden der kerk, zulke propagandistische zaken niet voor te komen. Men controleere dit, wanneer men er lust toe heeft, maar aan de stukken en zal het dan dunkt mij met mij eens moeten zijn, dat wie „tot de wet en tot de getuigenis" wil terugroepen, anders te werk moet gaan.

Met deze weerlegging meenen wij te kunnen volstaan. Daarbij is het ons niet ontgaan, dat de heer Amelink de door ons uit de twintiger jaren naar voren gebrachte critiek tegen den orgaiiisatorischen opzet van het C.N.V. uitgebracht o.a. door Prof. Dr K. Dijk en den schrijver in de Gids, bij zijn narekenwerk geheel passeert. Wij handhaven onze bestrijding ten volle en zijn geneigd bij de opmerking van den heer Amelink, dat wij verdienen nagerekend te worden, gelet zijn van de zaken afleidende bestrijding, de onze te voegen met een aanhaling van Archimedes tot hen, die hem in zijn wiskundige berekeningen dreigden te storen: Noli turbare circulos meos, veeg mijn cirkels niet uit.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 januari 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

Bestrijding gehandhaafd

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 januari 1951

De Reformatie | 8 Pagina's