GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dank zij de goede

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dank zij de goede

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 17 Mei 1907.

Dank zij de goede saamwerking, verkre* gen tusschen de Vereeniging voor Hooger Ondervtrrjs op Gereformeerden grondslag en de Vereeniging tot Christelijke verzorging van Krankzinnigen, is thans de eerste stap gedaan op den weg, wier einddoel een medische faculteit is.

De Vereeniging tot Christelijke verzorging van Krankzinnigen heeft Dr. L. Bouman, thans Geneesheer-Directeur van Bloemendaal, benoemd tot Geneesheer-Directeur van de op te richten Kliniek te Amsterdam. En de Directeuren van de Vrije Universiteit hebben Dr. Bouman benoemd tot Hoogleeraar in de Psychiatrie, Neurologie en algemeene Biologie, zoodat daarmede de eerste katheder voor de medische faculteit is gesticht geworden.

Met deze benoeming zijn wij van harte verheugd.

Niet alleen omdat de Vrije Universiteit daarmede toont, dat ze, wel verre van tevreden te zijn met de verkregen resultaten, naar uitbreiding van haar faculteiten streeft, maar ook omdat de keuze van Dr. Bouman een zeer gelukkige mag worden genoemd.

Dr. Bouman heeft als Geneesheer-Directeur van Bloemendaal eene uitnemende practische leerschool doorloopen om hem voor deze taak voor te bereiden. Met de verschillende vormen en gestalten van het zoo bange en treurige zielslijden der krankzinnigen is hij persoonlijk in aanraking gekomen; de methoden ter genezing heeft hij practisch kunnen toepassen en hare gevolgen bestudeeren, en zoo is hij zeker de geschikte man om onze Christelijke psychiaters mee te helpen vormen en hun leiding te geven bij hunne studiën.

Toch is het niet alleen en zelfs niet in de eerste plaats om deze praktische bekwaamheid, dat de gedane keuze door ons met blijdschap wordt begroet. Voor een vakschool moge die practische bekwaamheid voldoende zijn, maar een Universiteit, die een eigen wetenschappelijk standpunt inneemt, vraagt naar meer dan dit. Voor haar is noodig een man met philosophischen aanleg, met wetenschappelijk inzicht, met vaste en blijvende overtuiging ten opzichte van de groote beginselvragcn, die in de medische en verwante vakken zich voordoen. Wat Dr. Bouman op dit gebied reeds gepresteerd heeft o. a. door zijn artikelen in het Tijdschrift voor de Christelijke geneesheeren en natuurkundigen, toont, dat deze gaven in rijke mate hem geschonken zijn, en geeft grond om ook in de toekomst het beste van hem te verwachten. De Directeuren der Vrije Universiteit hebben aan Dr. Bouman daarom niet alleen opgedragen het onderwijs in de zielsgeneeskunde en wat met het zenuwleven van den mensch in verband staat, maar ook in de algemeene levensleer, omdat hier de meest ingrijpende vraagstukken in verband met de evolutiehypothese aan de orde komen.

Het spreekt wel van zelf dat één hoogleéraar, hoe rijk zijn aanleg ook wezen moge, niet een geheele faculteit representeeren kan. Er is geen sprake van, dat de Vrije Universiteit door deze benoeming reeds in staat zou zijn zelfstandig doctoren te kweeken. Maar wel zal Dr. Bouman aan de studenten, die studeeren aan de Rijksuniversiteiten en inzonderheid aan de stedelijke Universiteit te Amsterdam, gelegenheid geven om zijn colleges te volgen en daardoor met de Christelqke beginselen op dit gebied kennis te maken Zoo zal vanzelf een school van Christelijke doctoren en biologen gevormd worden, die niet alleen aan de gestichten van de Vereeniging van Christelijke verzorging van Krankzinnigen, maar ook aan de wetenschap ten goede zal komen. En daardoor zal tegelijk worden voorbereid de stichting eener medische faculteit.

Moge God de Heere den arbeid van Dr, Bouman daartoe gebruiken, opdat ook op dit gebied der wetenschap de christelijke beginselen weer tot eere komen en de naam des Heeren verheerlijkt worde.

Onze opmerking, dat de modernen, die, nu ze zelf in de Hervormde Kerk in gedrang komen, voor de autonomie der gemeente pleiten, toch in i886 mee hebben geholpen om den Amsterdamschen Kerkeraad, die voor diezelfde autonomie opkwam, af te zetten, ontlokt aan de Hervorming de volgende opmerking:

3.n Daar zou over een en ander wel wat te zeggen zijn. Wij bepalen ons tot één enkele opmerking.

Ook ten tijde der doleantie waren er onder de modernen die meenden dat de eenige uitweg, principieel aangewezen, en in staat uit de kerkelijke troebelen te voeren, in de richting van de autonomie der gemeenten lag. Ons blad was o.a. die meening toegedaan. Wij zouden, ware er eenige kans van slagen, nog, met Ds. Adrian!, een kerkelijke actie in die richting toe juichen.

Toch, ook de modernen die zóó dachten, moeten wel tegen het Amsterdamsche opzet in verzet komen. Want, toen „de Kerk van Amsterdam" hare zelfstandigheid op de bekende wijze wilde handKaven, deed zij dat tegen de kerkelijke wetten en tegen heel de kerkelijke organisatie in, op revolutionaire wijze. Ds. Adriani bedoelt langs wettelijken weg tot een organisatie te komen, waarin die zelfstandigheid haar recht verkrijgt, dus op den weg eener gewettigde erkelijke actie. Daarin is, zouden wij zeggen och wel eenig verschil.

Voor wat indertijd in deze richting wellicht are te doen geweest, werd juist het optreden er „Kerk van Amsterdam" een beletsel. Het iep een felle reactie daartegen in het leven.

Het feit, dat de Hervorming in de hitte an den doleantiestrijd een der weinige laden was, dat een nobeler toon deed ooren en ten deele voor het goed recht er doleerenden het opnam, zijn we niet ergeten. Onze opmerking gold niet de ervorming, maar de moderne richting in het algemeen. En de Hervorming zal wel niet kunnen ontkennen, dat het haar geest­ d verwanten waren, die in het Provinciaal Kerkbestuur van Noord-Holland en in de Haagsche Synode voor het kerkelijk doodvonnis over den Amsterdamschen Kerkeraad hebben gestemd.

Wat de Hervorming thans ter verontschuldiging van deze modernen aanvoert, houdt ook op haar eigen standpunt geen steek. Wat de Amsterdamsche Kerkeraad wilde was wel goed, maar de wijze, waarop hij dat uitvoerde, was, zoo zegt ze, in strijd met de reglementen en dus onwettig en revolutionair. Daarom was het kerkelijk doodvonnis verdiend.

Nu zullen we over dat onwettig en revolutionair geen twistgeding met de Hervorming opzetten. De Hervorming zal zich wel herinneren, dat zeer bekwame rechtsgeleerden destijds van oordeel waren, dat de Kerkeraad zelfs op reglementair standpunt volkomen wettig had gehandeld. En verschillende dezer rechtsgeleerden, zooals onder anderen de heer Van Bemmelen, waren modern.

Maar ook al ware de opmerking van de Hervorming juist en al had de Kerkeraad van Arasterdam tegen de reglementen in gehandeld, dan begrijpen we nog niet, dat de Hervorming daarmee de daad van haar geestverwanten vergoelijken kan.

Wat Luther, Calvijn en de andere Hervormers gedaan hebben, was reglementair l minstens even onwettig en revolutionair. Toch zal de Hervorming het wel met ons eens zijn, dat de Hervormers bij de handhaving van een levensbeginsel der Kerk niet anders konden en mochten handelen dan ze deden. Ze eert met ons Luther's geloofsdaad, die de pauselijke bullen verbrandde, al was dit volgens het geldende Roomsche kerkrecht een der ergste overtredingen. Ze zou het de dwaasheid gekroond achten, wanneer een Protestant achteraf verklaren kwam: wat Luther, Zwingli en Calvijn wilden was wel goed en nuttig, maar ze hebben tegen de reglementen der Roomsche Kerk gezondigd, en omdat ze op onwettige en revolutionaire wijze optraden, verdienden ze een kerkelijk doodvonnis.

Maar hoe rijmt ze dan haar goedkeuring van de Hervorming met haar afkeuring van wat de Amsterdamsche Kerkeraad deed.?

Met twee maten meten wil ze toch niet? Is de thans door haar gestelde regel niet maar „een doekje voor het bloeden", maar werkelijk haar overtuiging, dan moet ze zich niet langer De Hervorming noemen.

Hierarchisch-Haar titel moet dan worden: regleritentair.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 mei 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Dank zij de goede

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 mei 1907

De Heraut | 4 Pagina's