GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dat het candidaatsdiploma

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dat het candidaatsdiploma

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dat het candidaatsdiploma aan den heer Winckel uitgereikt, een muisje was, dat een staartje zou hebben, was wel te voorzien. Ia de Kerkelgke pers heeft dit geval dan ook tot tal van bespiegelingen aanleiding gegeven. Metterdaad Is het vraagstuk, dat hiermede aan de orde is gekomen, voor de toekomst van de Vri^e Universiteit van hoog belang, en een zaakkundige en objectieve bespreking van deze quaestlt had dienst kunnta doan om ons volk nader in tt liehtca. Het kan echter niet geaegd worden, dat htt debat nu juist aulk «ca akademlMh karakter droeg. Van de a^de der voortanders der Thadof^sch* Sdiool wnd het eval aangegrepen «la een welkome stok, m de Vrije Universiteit een slag mee te even. Reeds daardoor werd aan dezen trijd een minder nobel kjirakter gegeven. En an de andere zijde hebben degenen, die ich opmaakten om de Vrije Universiteit e verdedigen, dit niet altoos met genoegame kennis van zaken gedaan, en in plaats an het wantrouwen te verminderen, het eeleer nog versterkt.

Zonder zelfs af te wachten welke nadere erklaring van de zijde der Vrije Univeriteit zou gegeven worden, stelde Prof. Bouwman terstond in de Baguin, naar aanleiding van de mededeeling iix de Nederlander, de vraag aan de orde, welke waarde de Kerken voortaan te hechten hadden aan de candidaats-bulten der Vrije Universiteit ? Ds Wachter nam deze vraag over en wees ia meer dan één artikel op de bange gevaren, die de Kerken voortaan zouden dreigen van de zijde der Vrije Universiteit. Het geval Winckel was nu publiek, maar straks konden er andere kettersche candidaten van de Vrije Universiteit komen, die stil de Kerken zouden binnensluipen. En hoe welig het hierdoor gezaaide zaad van wantrouwen [opschoot, bewees de vloed van Ingezonden stuk-^ ken in de Wachter, waarin o. a. verteld werd, dat nu Joden en Mohamedanen als „Gereformeerde theologen" de Vrije Universiteiten konden verlaten en dan alleen reeds door hun candidaatsbul beroepbaar zouden z^n In de Gereformeerde Kerken. Hoe dwaas zulke voorstellingen nu ook zijn mogen, ze slaan er bij het publiek, dat de Wachter leest, in, vergiftigen de gemoederen en zweepen de kerkelijke hartstochten op. En dat alles geschiedt niet tot meerdere eere Gods, maar tot meerdere verheffing van de Theologische School.

We mogen daarom, evenals de Poortwachter In het Frieseh Kerkblad dit deed, wel ons leedwezen uitspreken, dat de redactie van de Wachter haar kolommen opent voor zulke stukken. Haar doel Is blikbaar om ook stemmen uit ons Gereformeerd publiek te laten hoorèn, en de plaatsing dezer stukken beteekent natuurlijk niet, dat ze met den inhoud geheel instemt. Toch bl^t een redactie althans min of meer verantwoordelijk voor wat ze door middel van haar blad aan haar lezers opdischt. Indien de redactie van de Wachter wist, hoeveel kwaad ze daardoor doet, niet aan de Vri^e Universiteit alleen, maar vooral aan de eenheid van ons kerkelijk leven, dan zou ze metterdaad meer voorzichtigheid betrachten. Telkens •wordt ons gemeld, hoe de Wachter gebruikt wordt door dé Chrlstel^ke Gereformeerde Kerk om de leden onzer Kerken tegen de Gereformeerde Kerken op te hitsen en van ons afvallig te maken. Zelfs wordt van Christelijk Gereformeerde z^de de Wcsckter wel gratis rondgezonden aan leden der Gereformeerde Kerken om aldus den akker voor te bereiden voor een doeltreffende actie. Is dan door het lezen van de Wachter de akker ttereld, dan wordt de Wekker gezonden om den laatsten band met de Gereformeerde Eerken door te snijden, en dan kan men tot stichting van een Chris teli^ke Gereformeerde Kerk overgaan. Nu twijfelen we er geen oogenblik aan, dat de redactie van de Wachter dit niet bedoelt; dat ze veeleer evenals wij het schismatieke drgven van sommigen veroordeelt, maar dient ze dan niet bij haar strijd voor de kerkelijke opleiding In het oog te houden, dat het door haar gehanteerde zwaard zicii nooit mag keeren tegen het leven onzer Kerken?

Maar anderzijds mag ook niet verzwegen worden, dat de verdedigers van de Vrije Universiteit wel wat luchthartig met de Ingebrachte bezwaren hebben omgesprongen. Opmerkingen als dat de studie aan de Vrije Universiteit vrij is; dat de Kerken kerkrechtelijk niets te maken hebben met de betrouwbaarheid van de candidafsttsbullen noch van Amsterdam noch van Kampen, en dat Ieder, die een candidaats-diploma heeft, al kwam h^ van Leiden of Groningen, praeparatolr-examen zou kunen afleggen, zijn kerkrechtelijk niet juist, en dienen waarlijk niet om het gerezen wantrouwen uit den weg te ruimen. Integendeel, zulke uitlatingen z^n koren op den molen van de Wachter-pAtt^ en worden daarom gretig door haar overgenomen, om te doen zien, hoe groot het gevaar Is, dat onze Kerken bedreigt.

Wanneer we zelf een poging willen wagen om het vraagstuk tot z^n juiste proportion terug te brengen, dan raakt dit uitsluitend de kerkelijke z^de van dit vraagstuk. Op de vraag, welke gedragslijn de Vrqe Universiteit zal te volgen hebben, gaan we thans nog niet in. Zoolang dit vraagstuk nog in den boezem der Vr^e Universiteit overwogen wordt, willen we liever van een publieke tiespreking ons onthouden. Alleen z^ aan het adres van de Wachter de opmerking ons vergund, dat een verandering in het Reglement, waardoor aan elke onzekerheid omtrent de beteekenis van de candidaatsdiploma's der Vrije Universiteit een einde zou kunnen gemaakt worden, niet In een ommezien kan verkregen worden. De Poortwachter heeft volkomen terecht er op gewezen, dat dit vraagstuk niet alleen het candidaats-examen, maar ook de promoties geldt, dat het niet alleen de Theologische, maar ook de andere Faculteiten raakt, en dat het vraagstuk daarom voor de toekomst van de Vr^e Universiteit van zeer verstrekkende beteekenis kan worden. Het vraagstuk gr^'pt daarom veel dieper in, dan men wel meent, en er hangen tal van andere quaesties mee sa& m. Men moet daarom de Vr^'e Universiteit rustig den t^'d laten om in deze zaak tot een wel overwogen beslissing te komen.

Dat hierdoor etaig* onsekerheid bl|j de Karkcn kan komen t« bestaan, w«Un waarde ze aan den candidaatsbul van de Vr^a Uttivcrirït^ zal hebben te hechten, stMnmea gagggagggi^gs e ^of. Bouwraaa toe; maar mee eiag de oeil^kheden, die hieruit kunnen voorkomen, och niet overdrijven. In de eerste plaats ij toch opgemerkt, dat zoolang de rije Universiteit bestaat, dit de eerste aal is geweest, dat een student met afwijkende meeningen candidaatsexamen heeft edaan, en de betrokken persoon reeds van e voren uitdrukkelijk verklaard had, dch niet bi^ de Gereformeerde Kerken teeuiien aanmelden. Practisch gelooven we dan ook niet, dat er voor de Gereformeerde Kerken gevaar bestaat, dat candidaten, die beslist anti-Gereformeerd ztju, zich bij haar zullen aanmelden om beroepen te worden. De voorstelling alsof Turken en Joden in de Gereformeerde Kerken predikaat zouden willen worden, Is dan ook eenvoudig belachelijk. Denkbaar ware het nog, dat een Turk of Jood een doctorstitel aan de Vrqe Universiteit zou willen verkrijgen, en zulke gevallen z^n ook metterdaad wel voorgekomen, maar dat ze trachten zouden een beroep te krijgen in de Gereformeerde Kerken, is ondenkbaar.

Maar ook al wilden ze het, dan spreekt het nog van zelf, dat ze met een candidaatsdiploma van de Theologische faculteit (gesteld, het werd hun uitgereikt) geen stap verder zouden kunnen komen. In de eerste plaats toch stelt het candidaatsdiploma van de Theologische faculteit niemand beroepbaar. Het verleent hem zelfs niet het recht om voor de Kerken op te treden. Er is aan dat diploma geen de minste cifectus ecclesiasticus verbonden. En dit geldt niet alleen van het candidaats-diploma van de Vrije Universiteit, maar evenzeer van dat der Theologische faculteit. De Kerken achten niet, dat bet candidaats-diploma van een dezer beide scholen genoegzaam betrouwbaar is, om daarop iemand toe te laten tot het ambt, of hem ook zelfs maar beroepbaar te verklaren. Beroepbaar wordt men alleen door het praeparatoir examen, dat de Kerken zelf afnemen, en bij dat examen doen de Kerken zelf onderzoek naar ds zuiverheid van de belijdenis van den examinandus. En aog sterker, iemand die een Jood of Turk of moderne of ethische of wat dan ook was en een candidaats-diploma van de Theologische faculteit had verkregen, zou dat praeparatoir examen niet eens kunnen' afleggen. Want de Kerken eischen bij dat praeparatoir examen niet alleen een candidaats-diploma, maar daarbenevens ook een kerkelijke attestatie van de Gereformeerde Kerk, waartoe de examinandus behoort, dat h^ zuiver Is in de belijdenis en godzalig in zijn levenswandel. Zonder zoodanig attest, wordt hij tot het praeparatoir examen zelfs niet toegelaten. Men det dus, hoe weinig er in de werkelijkheid overblijft van de „gevaren", waarmede meo onze Kerken heeft willen verontrusten.

Eer achten wQ omgekeerd het niet ongevaarl^k, dat door zulke voorstellingen aan het Academisch examen een beteekenis wordt gehecht, die het voor de Kerken nooit hebben mag. In dat opzicht was de critiek van De Poortwachter, ook al drukte hij zich niet juist uit, ad rem. Het zwaartepunt van het onderzoek naar de rechtzinnigheid van den candidaat mag door di Kerken nooit verlegd worden naar het Academisch examen, want dan zou de School gaan heerschen over de Kerk en zou de Kerk een barer heiligste rechten prijs gev^n. Niet de School, maar de Kerk zelf heeft van God den Heere de taak ontvangen om te zorgen, dat niemand tot het ambt wordt toegelaten, die niet gezond is in de leer. Het onderzoek daarnaar mag de Kerk nooit overgeven aan de School; z< ^ heeft dit onderzoek zelf te doen en zij draagt alleen de verantwoordelijkheid voor dit onderzoek. Wanneer de Wachter er daarom op aandringt, dat het preparatoir examen in de toekomst niet meer zal afgenomen worden door de Classis, d. w. z. door de Kerken zelf, maar zal overgelaten worden aan de hoogleeraren der Theologische School, desnoods geassisteerd door enkele Curatoren, dan ligt hierin een zeer gevaarlek drijven, waar we niet ernstig genoeg tegen waarschuwen kunnen. Schoolexamen en Kerkelijk examen dienen streng gescheiden te blijven. Ze dragen elk een eigen karakter; bg het schoolexamen is het in de eerste plaats te doen om de wetenschappelijke bekwaamheid; bij het kerkelgk examen In de eerste plaats om de zuiverheid In de leer. Gaf de Kerk dit haar recht om zelfstandig naar de zuiverheid der belijdenis een onderzoek in te stellen, prijs, dan zou ze daarmede aan haar Goddelijke roeping ontrouw worden.

Dat de Kerken zelve er niet anders over gedacht hebben. Is niet moeilijk aan te toonen. Vooreerst hebben ze op de Synode te Middelburg het kerkelijk examen, dat vroeger door Curatoren aan de Theologische School werd afgenomen en waardoor iemand beroepbaar werd verklaard, afgeschaft en aan de School een wetenschappelgk examen Ingesteld, dat door de hoogleeraren wordt afgenomen, en het praeparatoir examen voor de Kerken voorbehouden. Prof. Lindeboom, die, zoodra het principes betreft, altoos een fijn neusje heeft, heeft de beteekenis van deze verandering dao ook uitnemend goed gevoeld. Een van de voornaamste grieven, door hem tegen deze verandering aangevoerd, was juist, gelp hij in een verklaring in de acta deed opnemen, dat de School daardoor principieel van karakter veranderde, want dat de wijze van examinatie, die voortaan aan de School zou gevolgd worden, de School feiteigl' gelijk maakte aan de Theologische faculteit (Acta Middelb. Synode^ blz. 182). De voorstelling van de Wachter, alsof bet examen aan de Theologische School eeo geheel ander karakter zou dragen dan san d« Vr^« Universiteit, ii derhalve orjuist. Prof. Lindeboom, aan wiens oordeel ze zeker geea fsatag in deze materie zal ontzeggen,

heeft juist het teg«ade«i verklaard. Zelfa Imonen we nog lett verder gaan en er op ffHzen, dat de Theologische School, wat de reeeling der examens betreft, in predes dezelfde conditie verkeert als de Vrije Universiteit. In haar reglement wordt bi^ het candidaatsexamen alleen gesproken over de vakken, waarin examen zal worden afgenomen, maar er is met geen woord sprake van een onderzoek naar de zuiverheid der belijdenis van den examinandus. Nu twqfelen we niet, of de hoogleeraren te Kampen zouden, evenals dit het geval was bg de hoogleeraren In de Theologische Faculteit, wel ernstige bezwaren hebben, wanneer het bleek, dat een examinandus op de hoofdpunten van de Gereformeerde belijdenis afweek, om hem het candidaatsdiploma uit te reiken. Maar het Reglement van de School geeft hieromtrent geen voorschrift, en indien een examinandus, die op dezen grond afgewezen werd, hierover, evenals de heer Winckel, een procedure wilde beginnen, zou de Theologische School precies voor dezelfde moeilijkheid komen te staan. Bg een juridische beslissing zou vermoedelijk niet gevraagd worden naar het karakter van de School, maar naar het reglement op de eaamens, en daaruit zou moeten blijken, of de grond van afwijzing wettig was.

Op de vraag van Prof. Bouwman, welke beteekenis de Kerken hechten aan het candidaatsdiploma, zullen we een volgend maal nader ingaan en die vraag beantwoorden uit de officieele besluiten der Synodes.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 december 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Dat het candidaatsdiploma

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 december 1912

De Heraut | 4 Pagina's