Het kerkverband der Nederlandsche Gereformeerde Kerken, gelijk dat gekend wordt uit de handelingen van den Amsterdamsche Kerkeraad in den aanvang der 17e eeuw - pagina 106

104

BIJLAGE D .

DE ATTESTATIB-QUAESTIE.

hij lochent het werck Simonis Episcopy gepresen, end de Predieatie D. Triglandi berispt te hebben, Veel weyniger Dat hij soude geseyt hebben, Dat de Predicanten wat onder malcander mochten haspelen, maer Dat sy eyndelyck wel souden moeten vereenigen, Maer dat hy verclaert in goeder conscientie dat episcopius qualyek heeft gedaen, by aldien A" 86 ia Sinodo Nat: sulck een formulier des doops als Wtenbogard seijt niet gearresteert en sy. End dat D. Triglandius veel tyts soude moeten hebben by aldien hij de geheele conferentie soude willen wederleggen maer dat hij verhoopt dat de Predicanten sullen eyndlyck met malcander versoenen. Is besloten datmen de sake hierby sal laten berusten, totte wedercomst van Willem van Sitrich. (Protoc. IV, fol. &&). 25 APRIL 1613. — Jan Egbertsz. biscop gecompareert synde, is voorgehouden, Datmen van hem hoort dat hij vande gesonde leer end vande Dienaers alhier qualijck spreect seggende vwe Dienaers leeren logens, Daerentegens dat hij syne verkeerde opinien anderen soect in te storten, so hier als Daer, tot grote ontrustinge van de eenvoudigen litmaten der gemeende: Waarop hij verclaerde in conscientie niet te weten sulx gesproken te hebben, maer wel geseyt te hebben: Dat hij end syn broeder Simon die geene niet en waren die moeyte inde kercke gemaeekt hebbeu, maer veel eer de Predicanten, welek het formulier des Doops in Wtenbogardi end syn broeders Presentie niet en hebben gehouden, welcke sy in conscientie niet en konden beantwoorden, Dewyl sy het daarvoor houden Dat alhier in alles Gods Woort niet conform geleert wort, end insonderheyt vande hoge end praecise Praedestinatie metten aencleuen van dien. De broeders dese sake •rijpelyck ouergeleyt hebbende, hebben hem de sake wederom in conscientie afgevraecht of de woorden so niet gevallen en waren: antwoorde: lek weet niet dat ickt geseyt hebbe, syn hem de personen genoemt tegens welcke hyt geseyt heeft te weten, Haye Iges. met syn huijsfr end Dochter, met presentatie deselue met hem te confronteren, het welck hij aengenomen hebbende is gedimitteert. Is also bijden broederen goetgevonden te committeren D. Rolandum. D. Triglandium. Fredrich de Vrij, Jasp, Segerss end J. van Swoll. voorden welcken hij op morgen te 9 wren sal ontboden worden, om tegens voorss personen geconfronteert te worden end sal hem Jan Egbertss alsdan mede aangeseyt worden, dat hij hem vande tafel des H. sal onthouden van wegen de beroerte by hem end syn broeder inde kercke gemaect. De welcke hij noch welgedaen sustineert, seggende dat het selue by hem end syn bi", niet bequamer had mogen gedaen worden. (Protoc. IV, fol. 6 6). 26 APRIL 1613. — Ilaeye Tges end Doetgen Harmens syn huijsfr met haerl. Dochter gesamentlyck binnenstaende hebben verclaert, end dat in presentie van Jan Egbertss biscop, dat hij als sy hem tot haren huyse beriepen, ouer de openbare tegensprekinge, welcke tot groote beroerte end ergernisse vande Gemeente, vann hem ende synen broeder, onder de bedieninge des H. Doops, inde Kercke was geschiet, onder ander reden tot hen soude hebben geseyt: Vwe Leeraers predicken logenen, segdet hun vrij, ick woon opde Gingel, daer sullen sy my vinden, etc. Hebben oock betuijget, als sy seyden: O Jan wat doen yvj dan inde kercke byaldien

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen