GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het kerkverband der Nederlandsche Gereformeerde Kerken, gelijk dat gekend wordt uit de handelingen van den Amsterdamsche Kerkeraad in den aanvang der 17e eeuw - pagina 33

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het kerkverband der Nederlandsche Gereformeerde Kerken, gelijk dat gekend wordt uit de handelingen van den Amsterdamsche Kerkeraad in den aanvang der 17e eeuw - pagina 33

Rede, gehouden bij het overdragen van het Rectoraat der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

HANDHATIiJG DÉE BELIJDENIS BIJ DË

fKEDIfiING.

31

eigene sjLad niet in naam der kerk van de leer zou worden afgeweken ^). Toen in 1601 hier een proponent beroepen werd, is dat niet geschied zonder de uitdrukkelijke voorwaarde, „mits dat hij oock die nederluntsche belijdenisse sal onderschrijven, gelijck die dienaren voor desen gewoon sijn te doen" ^). Toen het eenige jaren later bij herhaling voorkwam, dat het afstaan van prediltbeurten »groote opspraeck" en »confusie" te weeg bracht, werd, in overeenstemming met oude desbetreffende bepalingen, thans «van niews geresolueert. Dat Voortaen niemant vande Predicanten, van buyten incomende, sal mogen op den Predickstoel comen, sonder goetuinden van den kerckenraet" ^). En toen een der eigen s^^-^ ') Ook buiten Amsterdam zag de kerkeraad daarop toe, voor zooveel hij daartoe geroepen en gerechtigd was, d. i. met betrekking tot de Amsterdamsehe alumni (de studenten die de middelen voor hunne studiën uit Amsterdam kregen), niet slechts in den tijd hunner studiën, maar ook na hun optreden als predikant; en voorts met betrekking tot de predikers en de ziekentroosters,- die hij tot den dienst op de schepen en in de koloniën gemachtigd had. In alle die opzichten was er telkens reden tot waakzaamheid en tot zorg. Maar al liet de kerkeraad het daaraan niet ontbreken, te dezen aanzien zijn zijne besluiten, adviezen en vertoogen toch vaak vruchteloos geweest. De Amsterdamsehe alumni, vooral die van vóór het jaar 1612, zijn ten deele toch Remonstrantsch geworden. Remonstrantsche predikanten over welke de Amsterdamsehe Overheid iets te zeggen had, hebben toch de op hen uitgebrachte beroepingen kunnen aannemen. En vooral bij de Bewindhebbers der Oost-Indische Compagnie werd gedurig tegenkanting ondervonden: in de Amsterdamsehe kamer waien zeker wei Gereformeerden, maar zij waren toch geenszins de meerderheid, terwijl onderscheiden leden niet eens leden der gemeente waren; en de kamers van Delft en van Rotterdam stonden bepaald aan de zijde der Remonstranten. Met betrekking tót de Amsterdamsehe alumni is vooral opmerkelijk een kerkeraadsbesluit van 1 Sept. 1611: »Is goetgeuonden dat D. hallius ende D. plancius de heeren borgermeesteren zullen te kennen geuen den toestant der beyder hooger schooien van Leydenende franicker, ende ouersulcx te bedenckeii geuen ofte het niet het sekerste ende raetsamer ware spiliardum met beyde dander studenten plancium ende J. theodori in Eenige uniuersiteyten ven vranckeryck te verseynden ofte duytslant" (.Protoc. III, fol. 261w). Ware er in den toestand van het theologisch onderwijs toen niet spoedig verandering gekomen, er zou misschien uit gevolgd zijn, dat te Amsterdam reeds vóór 1632 eene School voor Hooger Onderwijs zou gekomen zijn, en dan niet in Remonstrantschen maar in Gereformeerden geest. 2) Kerkeraadsnotulen van 10 en 15 Mei 1601 (Protoc. III, fol. 68u), waaruit ook blijkt, dat door den bedoelden proponent, Joannes Ie Maire, die onderteekening „was bewillicht." 2) In de kerkeraadsvergadering van 21 JuU 1605 was bepaald: «Is besloten in gelyckformicheyt van het geene voor desen is goetgevonden datmen voortaen geene Pi'edicatien [lees: Predicanten] van andere Plaetsen alhier zal laten Prediken, dan met voorgaende goetvinden van het meeste deel van de leeraers deser stede" (Protoc. III, fol. 132r). Daarna in die van 28 Sept. 1606: „Alssoomen verneempt dat vremde onbekende predikanten hier dickwils prediken sonder vorweeten van de geene die daer van kennisse behooren te hebben waerop groote opspraecke bij veelen on[t]staet, soo is beslooten dat Een ygelyck hem sal reguleeren naer de oude ordonantien daeraf gemaeckt" (Protoc. UI, fol, ISln). En eindelijk in die van 20 Jan. 1611: «Alsomeu beuint, datter grote confusie voorvalt daerin Datter altemets eenige Predicanten werden opden Stoel gebracht, opt versoeek van verscheyden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1882

Rectorale redes | 196 Pagina's

Het kerkverband der Nederlandsche Gereformeerde Kerken, gelijk dat gekend wordt uit de handelingen van den Amsterdamsche Kerkeraad in den aanvang der 17e eeuw - pagina 33

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1882

Rectorale redes | 196 Pagina's