De wetenschap van den Logos - pagina 46

40

schouwing in deze woorden samen i ) : „Ik eisch niet, dat de mensch van zijne nietigheid niet overtuigd zijnde, van zelf wijke; en dat hij zijn gemoed afwende van zijn vermogen, indien hij het heeft, opdat hij tot ware nederigheid moge gebracht worden, maar dat hij de ziekte van eigenliefde en twistgierigheid (waardoor hij verblind zijnde van zich zelven hooger gevoelt, dan betamelijk is) afgelegd hebbende, zich zelf in den waren spiegel van de Schriftuur recht leere kennen." En eindelijk het beeld Gods door den afval van God, de zonde, verloren, wordt door het geloof in Christus hersteld, want Hij is het Woord, de Logos, door welken alle dingen gemaakt zijn, die vleesch is geworden en onder ons heeft gewoond 2). In Hem zijn daarom al de schatten der wijsheid en der kennis verborgen 3). En zoovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk, die in zijnen naam gelooven 4). Door Christus in de gemeenschap met God hersteld ontvangen ze uit Hem wederom het hcht om de waarheid te kennen; naarmate het vervreemd zijn van God ophoudt, houdt ook het verduisterd zijn in het verstand op. In Christus wordt in de zijnen ook de logos hersteld; in Hem zijn zij rijk in alle rede en kennis S); in Hem ontvangen zij verlichte oogen des verstands 6).

1) 1. I. Neque vero exigo ut homo non convictus ultro cedat, et si quas facultates habet, ab iis animum avertat, quo in veram humilitatem subigalur; sed ut seposito gii,).avTiaq xnl qnXorfixLai; morbo (quo excaecatus aequo altius de se sentit) in veraci Scripturae speculo se ipsum probe recognoscat." 2) Joh. 1: 14. 3) Coloss 2 : 3. 4) Joh. I : 12. 5) I Cor. 1 : ^ 5 - ^'^^ ^'' 1CU.VXÏ hiXovxloS-rftf •Aal

7t d fi 7j Y-v ói G ? b. — 2 Cor, 8 : 7 -

X 6 y m, X al

y V ó> a f I,, xnl /taarj

iv avTtü (-ST^to-rw), é r icavvï

kóym

(oOTtfQ sv TCavrl '/tfQiGa^vëXf, 'JCiozf(,y y.al

OTtoviifj. I n onze vertaling is in den eersten tekst

Xóym vertaald door r e d e , maar in den tvv^eeden door w o o r d ; de vulgata heeft in den eersten v e r b o, in den tweeden s e r m o n e, Luther in den eersten L e h r e, in den tweeden W o r t . 6) Ephes, i : i8.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen