GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ideëel en reëel - pagina 50

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ideëel en reëel - pagina 50

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

48 Wij vinden dus in den kosmos de objectiveering van ideeën, maar zóó dat het substraat, dat als het ware de drager der idee is, ook zelf weder de objectiveering is eener idee. Wij loochenen alzoo noch de realiteit van de stoffelijke wereld, noch de realiteit van het ideëele, maar handhaven de rechte verhouding: alles, ook de stof en de kracht uit God, maar eerst de idee, daarna de objectiveering der idee in het reëele. Eerst het geestelijke, daarna het natuurlijke, i) De beteekenis van de ideeën voor het kennen is zeer groot, zoo zelfs, dat, zonder de ideeën, van kennis en wetenschap geen sprake kan zijn. Het individueele wordt gekend door de idee; zij geeft de norm aan, den maatstaf van het oordeel; zij toont het wezen, tegenover het toevallige, het accidenteele; zij omvat het blijvende tegenover het tijdelijke. De idee, uitgedrukt in de dingen, is de eenheid in de veelheid der relatiën, die met ieder ding gegeven zijn, het geheel in de deelen; maar de idee beheerscht ook weer de betrekkingen en verhoudingen der dingen onderling, in telkens ruimer kringen opklimmend tot de idee van geheel den kosmos, die het harmonisch geheel van alle relatiën in het creatuurlij ke omsluit. Zoo wordt door de ideeën de aanschouwing kennis, en verheft de kennis zich tot wetenschap en de wetenschap tot wijsheid. Er is echter verschil in de wijze, waarop de dingen daarstellingen (ik gebruik met opzet dit woord, ofschoon het een germanisme heet; het stelt juist voor, wat ik i) Ik behoef niet te betoogen, dat deze meening niet strijdt met hetgeen de Schrift zegt i Cor. 15 : 46: «Maar het geestelijke is niet eerst, doch het natuurlijke, daarna het geestelijke." Daar i's sprake, niet van het geestelijke in zich zelf, maar van een geestelijk lichaam, dat is een stoffelijk lichaam ten aanzien van zijn wezen, maar geestelijk ten aanzien van de geestelijke hoedanigheden. En wil men «het geestelijke" in algemeenen zin verstaan, dan zien de woorden alleen op de opklimmende orde in en na de schepping, niet op hetgeen aan de schepping voorafgaat. Maar daarenboven, natuurlijk is hier niet gesteld voor stoffelijk, maar voor •»züllijk", xpv^t^óv.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1896

Rectorale redes | 84 Pagina's

Ideëel en reëel - pagina 50

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1896

Rectorale redes | 84 Pagina's