Evolutie - pagina 21
Rede, bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit
^1 Spencers ethica, en op grond van zulk een bewijsvoering, populariseert men, door second-kand-^e\.ensc\\2Lp, voorstellingen, die er op zijn aangelegd om alle Christelijk'geloof te ondermijnen. W a t dan de Evolutie-leer wil, beoogt, nastreeft? Naegeli, anders een veel bezonnener denker dan Haeckel, liet het niet onduidelijk doorschemeren, toen hij van de „Urzeugung", waarvan zoo goed als ieder toegeeft, dat ze „eine reine Hypothese" blijft, schreef: „Die Urzeugung leugnen heisst das \A'under verkunden". Toch versta men dezen afschuw van het wonder niet uitsluitend in gemeen-atheïstischen zin. De drang naar wetenschap kan niet tot rust komen in de kennis van het enkele. Alle wetenschap wordt verteerd door den hartstocht naar het algemeene. De eenheid, en dus ook de drijvende levenswet in het bijzondere, is haar het brood, dat ze eten wil in het zweet haars aanschijns; en het moet toegegeven, het empirisch détail van de dusgenaamde sciences exacies liet haar verhongeren. De zoöloog, de botanicus, ieder natuurkundige had zijn privatief jachtveld. Van de voorhanden zijnde gegevens ging elk hunner als bestaande uit, en naar een diepere eenheid, die alle verschijnselen saambindt, werd niet gevraagd. Lamarck mocht getheoretiseerd, Goethe van een natuureenheid geprofeteerd hebben, onze natuurkundigen stoorden er zich niet aan, en ook de gangbare voorstelling onder het publiek stelde zich tevreden met een mystiek-tooverachtige idee van het ontstaan der dingen, waaraan alle diepere opvatting ontbrak. En dit juist heeft zich gewroken. De kennis van de enkele steenen en balken kon op den duur niet voldoen. De vraag moest, als bij Empedocles in de Grieksche philosophie, weer opkomen naar de architectonische structuur, waardoor uit die enkele steenen en balken een zoo schitterend gebouw was opgetrokken. V o e g hierbij nu den weerzin, die in wetenschappelijke kringen tegen het oppervlakkig wanbegrip van het wortellooze supranaturalisme al sterker toornde, als ook de irreligieuse neiging, die in het ontkomen aan den klem van de Goddelijke actie emancipatievreugde vond, en beide, zoo de aandrift, waaruit de Evolutie opkwam, als het doel, dat ze beoogde, worden u doorzichtig.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1899
Rectorale redes | 64 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1899
Rectorale redes | 64 Pagina's