Evolutie of revelatie - pagina 11
Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit
9 Pantheon de vergelijking met den zooveel zuiverder godsdienst van Israel's profeten toch niet kon doorstaan. 25) Maar — en hierin lag de zwakheid van het verweer over schier heel de linie — deze zegepraal werd verkregen, nadat men eerst begon met aan Delitzsch toe te geven dat het geloof aan de inspiratie van de Schrift thans onhoudbaar was gebleken. Een offer, dat weUicht daarom niet te zwaar woog, omdat omnium consensu „geen wetenschappelijk theoloog meer aan de goddelijke ingeving der Schrift gelooft". Dit zwakke punt in het verweer is aan Delitzsch' adelaarsblik niet ontgaan. 26) Scherp, maar volkomen juist, roept hü zijn tegenstanders toe, dat elke poging om het openbaringsbegrip, zooals de Schrift zelf ons dit biedt, te verwateren, eindigen moet met de Schrift van haar Goddelijk karakter te ontdoen en het theologische standpunt uit te ruilen voor het religionsgeschichtliche. Die beide, zoo zegt hij: „den Begrifif „göttlicher Offenbarung" im Sinne der Kirche und „allmahlich geschichtlicher (menschhcher) Entwicklung", halte ich für denkbar schroffste, sich schlechterdings ausschliessende Gegensatze. EntwederOder"! 27). Naar het mij voorkomt, M.H. is daarmede het probleem zuiver gesteld. In den strijd, die om de Schrift gestreden wordt, gaat het om dit dilemma; Evolutie bï Revelatie, menschelvjke onticikkeling 'of Goddelijke Openbaring. Tertium non datur. Heeft Delitzsch in dien strijd den geest van het oude Babel opgeroepen om getuigenis voor de Evolutie af te leggen, ik wensch u aan te toonen, waarom dit getuigenis eer tegen dan voor de Evolutie pleit en daarom zijdelings de Revelatie bevestigt. Wanneer ik ' daarbij een beroep doe op uwe welwillendheid, dan is dit meer dan eene gewone captatie benevolentiae. Wie weet hoe doornig het pad is, dat ik betreden ga, en hoe weinigen zonder kleerschem-en daarvan weerkeerden, 28) zal begrijpen, dat ik veel liever aan een vakman de taak had overgelaten om dit pleidooi in uw midden te voeren. Zoolang echter onze Hoogeschool over zoo beperkt aantal hoogleeraren beschikken kan en toch de heilige roeping ons is opgelegd, om tegenover de aanvallen van het ongeloof op heel het gebied der wetenschap de eere Gods te handhaven, dringt de nood toe datgene wat anders in uwe oogen — en terecht — erger dan vermetel zou zijn.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1903
Rectorale redes | 136 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1903
Rectorale redes | 136 Pagina's