GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Evolutie of revelatie - pagina 64

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Evolutie of revelatie - pagina 64

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

62 34) SiEBECK, 1. c. p. 2 oordeelt, dat bij het dier geen analogon van de religieuze gevoelens van den mensch te vinden is, omdat de „religiose Anlage" altijd als „Gtemeinschaft stiftend" optreedt en bij het dier geen religieuze gemeenschap gevonden wordt.

35) Het Fetischisme is eigenlijk afkomstig van DE BROSSERS, DU cuUe des dieux fetiches, 1760, werd naturalistisch opgevat door A. Comte en wordt voorgestaan in Engeland door Sir JOHN LUBBOCK, On the origin of civilisation., 1870, die echter nog een trap van atheïsme laat voorafgaan; en in Duitschland door E. MEINEES, Allgemeine kritische Qeschichte der Religionen, 180G, en vooral door P. ScHULTZE, der Fetichismus, 1871. De naam zelf komt van het Portugeesche PeitiQo, over welks beteokenis (óf chose fée, rendante oracles öf res factitia, kunstproduct, toovermiddel) men het even oneens is als over de zaak zelf; sommigen zien in den fetisch een bezield wezen, anderen een middel om met de godheid in aanraking te komen.

36) Het Animisme is van later datum; het wordt verdedigd in Engeland door Edward B. TYLOR, Primitive Culture, 1871 en Anthropology, 1881; in Duitschland door JULIUS LIPPEET, Der Seelenkult u. s. w. 1881; bij ons door TiELE 1. c. — HERBERT SPENCER beperkte dit animisme tot de Todtenverehrung in zijn Principles of Sociology, 1883, en is de vador van het Totemisme. De andere hypothezen zooals van O. GASPARI, die het ontstaan der religie laat saamvallen met de ontdekking van het vuur, en de hypothese van Dupuis, E. voN BuNSEN e. a. die den sterrendienst als den oudsten vorm der religie stellen, laat ik rusten.

37) V. OHELLI. 1. c. p. 842: „"Wie man dazu gekommen sei, sokhe Seelen oder Geister anzunohmen, wird in verscliiodenor, wenig plausibler Weise erklart aus dem Traumleben, Alpdrücken u. dgl". 38) In hoofdzaak volg ik voor den ontwikkelingsgang dor religiën'TIELE, 1. c. p. 4,' die als scala geeft: de natuurgodsdienst, het polytheïsme, de nomislische godsdiensten, het monotheïsme on de universalistische godsdiensten. 39) J. WELLIIAUSEN, Berlin, 1901. p. 17.

Israëlitische

und

Jüdische Geschichte, 4c Ansgabe,

40) DR. Gr. WiLDEEOEE, De letterkunde des Ouden Verhonds naar de tijdsorde van haar mxtstaan, Groningen, 1893, p. 18 en v.v.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1903

Rectorale redes | 136 Pagina's

Evolutie of revelatie - pagina 64

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1903

Rectorale redes | 136 Pagina's