GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 135

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 135

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

125 schillende vraagstukken, die hierbij aan de orde zijn gekomen, natuurlijk niet ingaan, toch zij het mij vergund hier kort den gang te mogen aangeven, dien het onderzoek genomen heeft. Denifle had als oorzaken van Luther's afval van de Roomsche Kerk, inzonderheid van het Roomsche dogma van de justitiainfusa, op twee factoren gewezen; in de eerste en voornaamste plaats op Luther's zedelijk bankroet in den strijd met de zonde, waardoor hij tot de stelling kwam: „Die Begierlichkeit ist unüberwindlich"; en ten tweede op den invloed van de ongezonde nominalistische Scholastiek van Occam, Biel e. a. Beide oorzaken stonden, volgens Denifle in oorzakelijk verband: „DasNachgeben auf sittlichem Geblete hatte das Nachgeben auf dogmatischem zur Folge. Und wie er mit ersterem an die niedergehende Strömung" des verkommenen Welt- und Ordensklerus anknüpfte . . . so knüpftet er hier an die niedergehende Scholastik, insonderheit an den Occamismus an" {Luther, P, 621 en v.v.). Juist dit laatste punt heeft inzonderheid de aandacht getrokken. C. STANCE, Die altesten ethischen Disputationen Luthers in de Quellenschriften zur Geschichte desProtestantismus, Heft 1, Leipzig, 1904, kon het eigenlijke probleem, dat hier gesteld was, nog niet onderzoeken; alleen wees hij er reeds op, dat niet de aflaathandel, gelijk men meestal aannam, maar de „ethischen Grundfragen" voor Luther de hoofdzaak waren geweest. Ook A. JUNDT, Le développement de la pensee religieuse de Luther jusqu' en 1517, These, Paris, 1906, die 't eerst na Denifle van de pas ontdekte bronnen gebruik maakte, gaf weinig nieuws; het onderwerp was voor een These ook te moeilijk. Verder werd het onderzoek eerst gebracht door A. W. HUNZINGER, Lutherstudien I, Luthers Neuplatonismus in der Psalmenvorlesung von 1513—1516, Leipzig, 1906. Hunzinger, die den commentaar op den brief aan de Romeinen nog niet kende, heeft zich uitsluitend beperkt tot Luther's voorlezingen over de Psalmen en het eerst gewezen op den sterken invloed van het neoplatonisme, dat in deze voorlezingen zich verraden zou. Volgens hem was Luther vroeger onder den invloed van de nominalistische Scholastiek geweest, maar door de bestudeering van Augustinus' philosophische geschriften werd hij neoplatonist; het „mönchischasketische Wesen", dat in dezen Psalmencommentaar zoo sterk op den voorgrond treedt, zou daaraan te wijten zijn; het „crucifigere carnem" had toen de overhand. De Umschwung van Luther, zijn eigenlijke bekeering zou eerst later gevolgd zijn, doordat hij dit neoplatonisme overwon en voor goed met de ascetische wereld- en levens-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1910

Rectorale redes | 192 Pagina's

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 135

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1910

Rectorale redes | 192 Pagina's