GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Moderne letterkunde en christelijke opvoeding.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Moderne letterkunde en christelijke opvoeding.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

Vooral tegenover de nieuw-ontwakende letterkunde va|n '80 w, as een reactie, door onthouding of bestrijlding, van de zijde.der onijuste „christenen" natuurlijk.

De letterkundige beweging, die opeems ons vreedzaam kikkerlanid in beroering blacht, zoodat he^ kabaal zelfs achter de kerkmuren werd giehoordj, ontving haar aanidrift en zegeteeken van hen, fliê in het bestaande christeddom, a la Nietzsche, een verouderde overlevering, ziekelijke ascese, bekroim: pien bijlgeloof, kunst-onvruch.tbaarhieid en levensvijianjdschap zagen.

Tegenover het boven-natuurlijk karakter van het kerkelijk cliristendom, vooral uitkomend in de aanbidding van het geestelijk wonder en die ontfeenningi vajn de overtreffelijkheid van weneldwinst, kozen de kunstenaars van '80 stelling in het puur aardsche streven naaï leven.

En ieder deed het op zijn manier.

Marcellus Ermants, de voorlooper der letterkundige hervorming, was volstrekt pessimist. De helrleefde beschaviag versoheen hem als de opflikkereode vlam uit ©en ten doode gedoemde maatscbappij. De hoogste wijisheid was hemi, te zorgen, dat dit menschengeisladit uitstierf. :

Perk stelde zijn kunsil in dienst van een naturalistisch panitheïsme:

Heelal, waarvoor 'ik biddend lig gebogen.

Kloos, in zijW eerste tijdperk, schold het christendom voor al wat hatelijk was, ipn in zijin latere periode stoofde bijl staleujige mystieke verzen, waaraan hij' een zoetig christelijk pmaakje gaf.

Van Eeden heeft in zijn fijn-symbolis'che „die kleine Johanniels" het kerkelijk christendom een knauw gegeven.

Hoewel bij' dezisi letterkundigen, en gros genomen, de leuz^, dat de kunst alleen om zichzelf gediend mag worden, ongeveinsd was, heeft in hun ondarbewustzijn duidelijk een aniti-ohristelijke temden^ gewerkt, en hunne werken toonden, dat bet diepere instinkt gomltijds sterker wais, 'dan de aangenomen leer.

Maar ook waar deze leeir van de kunst-om-zïchzielf zuiver beleefd werd, was een botsing met de positieve cbrisljelij.kheiid oinvermijldelijk. Men kan gerust zeggen, dat hier zelfs de antithese het felst geweest is, en de „christenen" de opienharing van nieuwe kutist als een vijiandigen aanval moesten voelen. Met een heldenmoed, leen betere zaak waardig, hebben Van Deyssel, Quérido', Coenen, Netscher, Van Hulzï; »! en Heyermans in' hun eerste romans m^eit de „vooroordeelen" van de oude christelij.ke moraal op letterkundig gebied gebroken. Onvruchtbare werken

der duisternis, heimelijke dingea, die de Sclmlt kwalificeert als te schaddelijfc om te zeggen (El 5:12), tooneeleia van 'brassierij' en dronkensdiapj, slaapkamieren en ontuclitiglieiden (Rom. 13:13), werdein niet slechts, aangeduid, maar met man en paard genoemid en uit de werbelijldieid gekopieerd. Het leven van hoeinlelaars lea décaldeiiten, Corries uit de Pijp en manneïi uit het slop, werd in klein© bijzonderheden en groote lijlien van afwikkeling met verbijsterende „eerlijkheiid" bieschlieven. Wat de kunst mieit haar staf aamraakte moest voor het publiek „geheiligd" heeten. Wat artistiek mooi was afgebeeld, moest !de maatschappij aanvaard'en, afge^ dacht van de overgeleveride zeden, als wezenlijk goed. Van een rottend cadaver, waarop de gieren gulzigen, maakt ide schilder immers ook een „heeirlijk" doek. Als de OKunst spreekt, moet de bekronipen burgerman met zijn catechismus-wijsheid zwijgen. Waar de Kunst heerscht, heeft het „christendom" zijn beschuhmelden schepter neer te leggen. Een koninkrijk, jdat tegen zichzielf verdeeld is, kan niet hestaan.

Zoo maakte de „wereld", niet ondanks, maar; d oor het beginsel van de ; souver©initeit der kunst, propaganda pnider de traditioneel levende „christenen", en Ziet kon tevreden zün over haaï suooessen.

Gelijk we reeds zeiden, is ér geen kunst geschikter tot populariseering dan de letterkunde, oaijdat zij onmiddellijk toegang heeft tot de volksziel, omidat ze naar producten, als gpan andere kunst, genietbaar en begeerlijk niaakt voor hen, die overigens van kunst geen brood hebhen gegeten, en vooral omidat nergens zooals! hier in de kunst zidh elemienten mengen, die den valschen hartstocht prikkelen, zoodat de kunst-literatuur om: geheel andene oogmerken wondt gelezen. Op zichzelf kan de kunst het niet helpen, als het lezend proletariaat h.a(aï door pervers© dïift'enl prostitueert. Er zijn misschien wel menschen, die den bijbel doorsnuffelen om onBeine jnstiaktieta te bevredigen. Maar, gelijk gezegd, de nieuwe literatuur heeft zelf, tegen haf eigen hooge kunstideaal zondigend, ook instinktuitingen, die met het sublieme kunstgevoel niets te maken .hadden, in zich opgenomen en daardioor haar eigen waar vearvalscht. En ook waar dit niet geschiedde en naar het beleven van het idteaal zuiver wend gestr©eM, kwam toch het coiufliet üiet de christelijke traiditie, inzoover met het stellen van het ideaal niet met de souvereine majesteit van de christelijke moraal was gerekend.

Het verzet tegen , de moderne letterkunde wa^ dus tot op zekere hoogte volkomen wettig. !0ok was begrijpelijk, dat dit verzet aanvankelijk ©en bloot negatief karakteï droeg. Bang voor besmetting zocht men Eich tegenover de nieuwe literatuur te isöleenen. Men sloot de grenzen van het christelijk koninkrijk, op de manier als ©en aardsche staat, , uit vrees voor volksbedeirf en revolutie, de bolsjewistische propaganda-literatuur zoekt af te weren..

Maar nergens is de isolatie moeilijker dan op het gebied der leitterkunde.

Hoe zal controle, vooral ten opzichte van de jeugd, hier deugdelijk en afdoend© worden uitgevoerd.

De censuur deï christelijke opinie en het opvoedkundig toezicht kan over het algemeen de jeugd nog buiten .balzaal en komedie houden. Maar het opgroeiend geslacht te vrijwaren voor den invloed van de als een stortvloed het land overstroomende geesteisproduciten ider modern© letterkunde, is ©en probleem, waartegenover menig opvoeder met al zijn wijsheid biachteloos staat.

Als gij niet tot de literatuur komt, komt zij tot u. Haar bronnen springen onveïpioosd en haaj war teren stroomem altijid vender.

Zeker, gie kunt een strenge keur uitoefenen op de leesportefeuille, waarop gij' u hebt geahonneend, en de boeken doorstudeeren, vóór ge ze uw kinderen in haniden geeft, en achter idae beschutting van uw voorzichtige controle lijkt het voorwerp van uw opvoeding .zedelijk veilig, nlaar, goede, christelijke lezer, kijk nu de werkelijkheid eens aan met een inuchteren blik.

Vooreerst, jmeent ge heusch, dat het gros van onze „opvoeders" hevoegde keurmeesters zijn op het gebied van (de kun'st? Is ©en boek goed, wanneer er geen .enkele vloek of schunnigheid in staat? Is ©en Sonnet van Roland Holst of een vroomr aandoiehd sprookje van Van Eeden geschikte kost voor een in het kerkelijk kader groeiende kinderziel? Het staat te bezien, of deze vruchten van de edelste .sentimenten, in een zeker stadium van ld© ontwikkeling jder jeuigd, niet even gevaarlijk zijn als het grove realisme, waarvoor een gevoelig kinderhart misschien wegkrimpt, als een pas ontloken bloem voor iden nachtwind.

Hadden wij, protestantsche christenen, een soort index, gelijk Rom©, dat voor zijn leeben z©lfs Pallieter van Timmermans verbiedt, dan zouden de opvoeders nog naar ©en uitwendig schutsmiddel kunnen wijzen, maar de christelijke vrijheid maakt bij' ons eiken vader tot een koning, Isouvenein in eigen krinjg. En wie beschermt de slachtoffers van zijn paedagogische onkunde tegen den invloed van een voor de kkiderziel gevaarlijk© kunst?

Maar er is meer, waarvoor ge uw oogen openen moet, iets waartegen de scherpst© controle dikwijls machteloos staat.

De schilder stalt zijn kunstwerk uit in de zalen van een miuseum, — voor jdat gebouw kunt gij' de wacht betrekken, als gij' wüt, — in de schouwburg strooien d© muzen der muziek en beeldingskunst haar isdhatten uit, — gij' kunt, als ge gevaar ducht, zeggen: ik verbied het en gij' kunt weten, of ge wordt gehoorzaamid, — maar de modern© kunst, die uit d© wereld der „letteren" tot u komt, sluit ge niet mlet een soort politie-maatregel absoluut buiten uw veste. Het grondwater z, ijp6lt soms door de sterkste dijken. Daar zijn verborgen kanalen, die de naar geheimzinnigheid dorstenidei jeugd-ziel in staat stellen te drinken uit deze wateren, ©n de gestolen wateren ; zij'n zoet.

Een ervaren paedagoog, hoofd van ©en sohitterende christelijke M-U. L, O.-school, heeft mij daarvan eens verbijsterenide staaltjes verteld, en laten zien wat Mj' in een klas van kind.eren-met-3je.ko!rtebroek hajd geconfiskeerd.

En misschien zijn er onder mijn lezets opvo©diers die weleens kleine smokkelaars met verboden waar hebben „gesnapt."

Hoewel erkend moet, dat niet altijd d© himker naar het verbodelne, maar ook werkelijk© onkunde oorzaak is, dat ongeoorlooMe literatuur in handen komt van „de gedoopte jeugd."

Daar het hier alleen om de waarheid gaat, zou het van belang zijn, wanneer deskundige opvoeders mij met linlicïitingen len gegevens op dit gebied wilden dienen. Het doel van mijh artikelen-reeks zou er heter door worden bereikt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 oktober 1920

De Reformatie | 8 Pagina's

Moderne letterkunde en christelijke opvoeding.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 oktober 1920

De Reformatie | 8 Pagina's