GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een en ander.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een en ander.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kwestie van methode.

Eenige weken geleden werd in het „Gereformeerd JongeUngsbJad" aangeraden, dat in dezen winter op de vereenigingen' zou worden behandeld het mooie boekje van Dr Adriani „Het Animistische Heidendom als godsdienst". Bij dit boekje heeft de heer Boon een leidraad geschreven, welke, daaraan twijfelen wij niet, zeer geschikt zal zijn.

Dat het Heidendom waard is door onze jongelingen bestudeerd te worden, zal kwalijk ontkend kunnen worden; en dat Dr Adriani een bevoegd leermeester is, staat vast als een muur.

En toch meenen. wij ongevraagd een ander advies te moeten geven. Vereenigingen, die reeds Jaren de zending behandelen, zullen ongetwijfeld met vrucht bedoeld boekje kunnen gebruiken, maar wij achten het niet gewenscht er mee te beginnen. Hiervoor hebben wij drie redenen.

Om de zending te leeren kennen moet men }xa, ai historie naga, an. Dit heeft te minder bezwaar, omdat de zending in de eerste eeuwen voor een groot deel met de kerkgeschiedenis saamvalt. Als meai de geschiedenis op den voet volgt, komt men vanzelf met de problemen in aanraking, en wordt het gemakkelijk gemaakt, om straks op zichzelf staande onderwerpen te behandelen. „De Macedoniër" bevat in zijn laatste twee jaargangen de daarvoor benoodigde schetsen.

Bovendien, het Animisme moge eenvoudig schij-, nen, een ieder, die er kennis van genomen heeft, weet, dat - het tegendeel het geval is. Het is geen kleinigheid om fetischisme, animisme, spiritisme, dynamisme enz. goed uit elkander te houden. 'Wij zouden het voor beginnehden dan nog beter achten, het Heidendom te bespreken in verband met een. zendingsterrein b.v. Posso of Nieuw-Guinea, waarvan bij den Zendingsstudie-Raad handboe'k'en verschenen. Voor pnze vereenigingen . is nog meer Soemba te prefereeren, waarover in „De Macedoniër" talrijke artikelen werden geschreven, terwijl Ds D. K: Wielengavan voornemen is in den volgenden jaargang over dit terrein minstens vier schetsen te geven.

Zal Soemba de aandacht/'vÓbral "der drie Noor-' delijke provincies trekken: Groningen, Drente en Overijsel, in andere d^plen , van ons lanji vraagt dan Midden-Java ten Zuitfen de aandacht. Mij dunkt, als men liever mtet de historie der eeuwen op den voet volgt, dat Midden-J^ava dan eerder aan de beurt is, d^n he, t Heidendom zonder meer. Het schijnt mij toe, dat onze vereenigingen nog, lang niet algemeen genoeg de noodzakelijkheid, inzien, om eigen, terre'in te' bestudeeren. Er is veel gevraagd naar'en lang gewacht op zulk een boek, dat ons genoegzaam oriënteert, en nu het er is, wordt het te weinig verkocht. Dat is niet een gunstig tèéken. Ons Jongelingsblad' spa, nne zichi er eens voor, om het boe'k er in te werken; het is het waard.

Het bezwaa, r, dat'hët niet gemakkelijk 'is, zal' wel niet zwaar wegen; ', , daarvoor gaan onze jongelingen niet op' zij! '"'Wellicht ware het echter' wenschelij'k, om aan é'én persoon de inleidingen' opi te dragen.

Smartelijke verliezen.

De Genootschapszending treurt over het verlies van haar zendingsdireotoren Ds M. Lindenborn en Dr J. W. Gunning. Beide waren mannen van groeten ijver, erkende! bekwaamheid en warme liefde voor het Koninkrijk Gods. Zulke mannen zich ontnomen te zien. in drie maanden tijds, is een groote slag voor onze broeders, waarmede wij hen van harte condoleeren.

Ds Lindenborn was een kenner van den. Islam als er weinigen in ons land zijn; zijn boek: „Zendingslicht op den Islam'' kan het getuigen. Hij had geen doctorstitel; doch wij weten, dat er zijn titels zonder mannen, - en mannen zonder titels; hij behoorde tot de laa.tsten. Bijzonder tragisch was, dat op den dag van zijn begrafenis een dochter aan dezelfde ziekte n.l.aan typhus, stierf. Ds Lindenborn was een man Gods, die in den hemel zich verheugen zal met hen, die mede door zijn arbeid den Christus mochten leeren kennen.

Zulk' een mensch was Dr Gunning ook. Dezen titel had hij honoris ca, usa, eershalve gekregen, en naar verdienste. Van zijn hand verschenen verschillende zendingsbrochures; hij schreef ook het artikel over de Protestantsche zending in Colijn's „Nederlandsch Oost-Indië", en in het onlangs verschenen-gedenkboek ter eere van het 25-jarig jubileum onzer Koningin. Tweemaal maak'te hij een inspectiereis naar de terreinen der Genootscha.pszending. Hij was een superieure geest, een waardige telg uit het voortreffelijk geslacht der Gunnings, een majii met een groot verstand en een groot hart.

De zendingsmannen gaan heen, maar de God der zending blijft.

De Zendingsprofessor.

Ds W. Breukelaa.r heeft er aan herinnerd, hoe verscheidene jaren geleden, wijlen Prof. Ba, vi, nclc op een Universiteitsdag het plan geopperd heeft een professor voor de zending te benoemen. Sindsdien was' er over gezwegen, maar Ds BreuKelaar acht het gewenscht, dat het plan opnieuw naar voren wordt gebracht en overwogen.

Prof. Aalders valt hem in het „Ouderlingenblad" bij en stelt voor reeds te beginnen met verzamelen van geld.

Als deze mannen gespro'ken hebben, kan. het vermetel schijnen een afwijkende meening te hebben. Toch vallen wij Prof. Hepp bij, die uitvoering van dit plan niet (of nog niet) noodig acht. Wij zullen zijn argumenten hier niet herhalen, maar wijzen slechts op het volgende.

Allereerst dunkt ons, dat aan de begeerte van Pïof. Bavinck reeds in zooverre tegemoet gekomen is, dat het onderwijs in de zendingstheorie laaar onze Hoogescholen stelselmatiger en vollediger dan vroeger gegeven wordt. Van de Vrije Universiteit staan ons op het oogenblik de gegevens niet ten dienste, doch van de Theologische school wel. 'Nu, daar onderwijst Prof. Hoekstra zendingstheorie, eu wij weten uit zijn dictaat, op welk' een voortreffelijke wijze dit geschiedt. Bovendien doceert Prof. Bouwman de dusgenaamde Idololatrie, zoodat de studenten tevens op de hoogte komen met de valsche godsdiensten.

Dit is nu wel geen onderwijs in de volledige zendingswetenschap, en wij zouden het natuurlijk! toejuichen, indien oo'k de. zéndingshistorie op het rooster van lessen werd gezet, maar het schijnt ons toe, dat de predikanten, die de colleges van Prof. Hoekstra en Prof. Bouwman nauwgezet hebben gevolgd, zonder veel • moeite in-' de pastorie zich' verder in 'de zending kunnen inwerken.

Wij meenen d'an ook, dat er in de naaste toekomst meer behoefte bestaan zal aan het practisch leiden onzer kerken inzake de zendingskennis. Onze studenten ontvangen reeds veel, maar onze kerken komen nog tekort. Maaï hoe zal dat moeten geschieden? Wij-wezen reeds in eenige artikelen over de Zendingsopvoeding op deze tekortkoming. De voorlichting en leiding onzer kerken weegt ons op •het oogenblik zvvaarder op het hart, dan het onderwijs aan onze studenten.

Bezweken.

„Het Allgemein Missionszeitschrift", door Dr G. Waxneck nu 50 jaren geleden gesticht, is onder de gevolgen van den oorlog bezweken. Het was de laatste jaren reeds tobben, maar het kon zoo niet langer.

Wij betreuren den ondergang van dit steeds voortreffelijk geredigeerd ijijdschrift. Het bewijst bij vernieuwing, hoe droevig het met het Christelijk Duitschland gesteld is. Practisch lag de zendingsaxbeid reeds veelszins tegen den grond, , en nu gaat de theoretische voorlichting oO'k! ten onder.

„The International Review of Missions" k'ah het „Allg. Miss. 'Z." niet vervangen. Allereerst al niet, omdat daarin te weinig Germaansche stemmen worden gehoord, en het daardoor een te eenzijdig Angel-Saksisch cachet heeft. Bovendien had het , „Allg. Miss. Z." een eigen k'ij'k op de zaken, , en ' gaf veel, wat wij in de „Int. Rev.'" voortaan noode zullen blijven missen. Prof. Hoekstra merkt nog op in „De B, azuin", dat de „Int. Rev." imperialistisch is; het is ons niet recht duidelijk, in welken zin hij dit bedoelt; maax atgezien van deze mogelijkheid, blijft het toch zeer te bejammeren, dat wij het blad van Warneck' en Richter zullen moeten missen.

Een koninklijk woord.

De Algemeene Zendingsconferentie-welke in October te Amsterdam vergadert, zond ook' ditmaal een telegram van hulde aan de Koningin, wier sympathie voor de zending bek'end is. Zij zond 'het volgende antwoord:

„Zeer gevoelig voor de gevoelens, neergelegd in uw telegram, betuig ik' de Algemeene Zendingsconierentie mijn warmen dank en verheug mij met u allen oprecht in de vele zegeningen, welke God in de afgeloopen j, aren op den zendingsarbeid heeft willen schenken. Moge uw samenzijn voeren tot versteriiing van den band der saamhoorigheid, welken wij allen in Christus zoeken". Schoone woorden, voorwaar. Over dien band der saamhoorigheid in het bijzonder en de Conferentie in het .algemeen hopen wij een volgend maal iets op te merken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 januari 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

Een en ander.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 januari 1924

De Reformatie | 8 Pagina's