GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In vakantiekostuum.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In vakantiekostuum.

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu ons blad zich weer in vakantiekostuum kleedt, laten we in deze rubriek de vervolgstukken rusten.

Bij' onze methode, om den inhoud der voorafgaande artikelen boven elk volgend artikel te plaatsen, kan dit ook gevoeglijk geschieden.

In de vakantiemaanden gunt men zich in den regel den 'tijd niet lange artikelen te lezen.

We zullen ons daarom zooveel mogelijk tot kleine driestreepen beperken.

Doel is om ook in. dezen tijd, die ondanks zijn komkommerachtigheid nog wel belaingrijks brengt, voorlichting te geven.

Onderwerpen, die diepe studie met zich brengen, snijden we echter niet aan.

In dit opzicht dient ook gerekend, met de vakantiestemming.

En - zij, die op reis gaan, moeten niet voor een al te grooten achterstaind van lektuur worden gesteld als ze thuis komen, maar zich spoedig kunnen oriënteeren.

Kerkelijke molens

Als we bij het begin van de vakantie ons rekenschap-geven van wat in het campagnejaaf achter ons werd bereikt, dan moet het ons y^ het hart, dat onze kerkelijke molens'toch zoo laag, zaam*^ malen.

Men geve hieraan geen verkeerden uitleg.

Wij zijn geen vijand van voorzichtigheid.

Plannen, waarmee principiëele vraagstukken g& . | moeid zijn, behooren ook volgens ons van .alle.J kant.en bekeken te worden.

j\ïaar het aantal kanten is toch ook weer eindig, ' Aan het bekijken moet daarom ook eens een eind komen."

Bovendien zijn de. principiëele vraagstukken bij iedere kwestie niet even diep. Of ook, ze zijn reeds zoo lang besproken, dat ër nu zekere eeiistemmigheid over bestaat.

Laten we hier mogen wij'zen op het stelsel vaji kerksplitsing.

Principiëele verdeeldheid daarover heersclit in den boezem onzer kerken niet.

Alleen doen zich praktische bezwaren op. Maar in stee, 'dat men alle energie aanwendt om die praktische bezwaren uit den weg te ruimeii, maakt men ze, door ze al maar breeder uit te melen, nog grooter.

Of men zet schuchtere stappen, waarvan men bijna op duim en vinger berekenen kan, dat ze ni^t tot het beoogde doel zullen voeren.

Wie over een sloot moet springen, maar een keer of wat een aarzelend aanloopje neemt, ' voell' op het laatst den moed in de schoenen zinken of als hij' zich eindelijk verstout, springt hij! in neivositeit er midden in.

Wie evenwel eerst den afstand meet en kalm en onverschrokken zijn sprong neemt, komt in de meeste gevallen veilig en wel aan den anderen kant.

De kosten overrekenen eer men een toren gaat bouwen, is naar 's Heilands woord, eisch van christelijke, ook van het kerkelijke leveii.

Maar men ka, n wel zoolang blijven rekenen, dat de tijd voor torenbouw er bij inschiet.

Menigmaal oppert men het bezwaar, dat de eea of andere stad zich niet leent tot kerksplitsing

Doch wie Geneve kent, en dan voioral het oude gedeelte, dat in Calvijn's dagen bestond, zal moeten toegeven, dat er in het geheel geen natuurlijk greiizen voor een parochie-indeeling bestonden.

Toch heeft Calvij'n zulk een indeeling'ingevoerd en is de vader van het parochie-stelsel geworden

Zijn er geen natuurlijke grenzen, dan laten zid toch altijd kmislmatige scheidslijnen trekken.

Dat moet in het leven zoo dikwijls gebeuren . We mogen het nog wel , eens herhalen, dat wij heusch niet behooren tot hen, die meenen, dal kerksplitsing HET reformatorische middel is bij uitnemendheid; dat, wanneer onze kerken in de •groote steden maar parochiaal leven, alle ongezonde verschij'nselen opeens bezworen zullen zijn.

Jileer dan eens drongen we er op aia, n, om de oorzaken dieper te zoeken.

Dat neemt echter niet weg, dat kerksplitsing een kostelijk middel is.

Dat nog te beredeneeren is overbodig. Het is al zoo dikwijls gedaan.

Alleen treft het ons, dat de eeirige kerk in ons; land, die de kerksplitsing heeft aangedurfd, die van Den Haag, nu reeds in haar beide zelfstaii-; dige deelen spreekt over de beroeping "vaii m< nieuwen predikant, zoqdat Den Haag eerlang eei tweetal predikanten rijker zgl zijn. Immers, de meerdere geldelijke inkomsten na 'de splitsing geven rèclil te verwachten, dat het daartoe .biimenkort d komen.

Men heeft hier een prachtig voo-rbeeld voor oogen. Hoelang zullen andere groote-stads-kerken ij08 dralen?

Dit is slechts één voorbeeld uit. vele.

Onze kerkelijke molens malen over het geheel te langzaam.

Dat in tuchtzaken alle lankmoedigheid wordt gebruikt, .valt te prijzen en is overeenkomstig * Schriften.

Dat alle idealen-bakkers niet dadelijk het noodigf deeg te huirner beschikking krij'gen, daarover W men niet anders dan-zich verblijden.

De kerken mogen niet aan allerlei experimenfe»' van heelgebakerden worden blootgesteld.

Dat men zich b.v. over de verhouding van B« plaatselijke kerken en .een radio-centrale nog eens ter dege bezint en de beginselen van het Gerefftf meerd Kerkrecht er over raadpleegt, 'kan niet noeg worden aanbevolen.

Zulke zaken mogen niet doorgejaagd.

Men zou het zich later beklagen.

Doch er is nog zooveel anders, dat allermins'' het karakter van een exferiment draagt.

Daar hebt ge de zaak der Hongaarsche studGnlsB-Tot welk eêh zegen konden wij IJongarije ni^' zijn, indien meer jonge mannen in de gelegenh* werden gesteld ^i& ï te komen studeeren.

Herhaaldelijk is der kerken om steun gevris^.. Principiëele bezwaren behoeven hier niet OT«' wonnen te worden, want die laten zich zelfs ver niet rieken.

Financiëele bezwaren kunnen hier niet overwe

gen, want wat elke kerk zou moeten bijidragen, beteekent niet-zooveel.

En toch.... er komt zoo weinig binnen.

Men leest wel van pogingen in die richting. Een dezer - weken berichtte Dr de xMoor nog in (Je „Ulrechtsche Kerkbode", dat bijl f250 had overgemaakt aian het „Landelijk" Comité en daarmee de eerste helft vaai de bijdrage der Classis Utrecht had gestort. Meteen sprak hij' den wensch uit, dat de andere kerken der Classis zonden zorgen even spoedig on vlot de tweede helft bij'een te brengen.

De molens malen dus ook dit graan wel. ' Maar het duurt zop sclirikkelij'k lang, eer het meel in den zak is.

Zoo gaat het met zooveel.

Wij' zullen de vrijheid nemen, hoe ondankbaar dit werk op zichzelf ook moge zijln, opi veel gewichtiger punten dan de genoemde te wijzen.

Wij achten het noodzakelijk op dit aambeeld te blijven hameren tot het kromme ijzer recht is.

De wieken moeten heusch vlugger klappen. Anders laten we veel ti|d voor voortgaande Reformatie verloren gaan.

En v/e kunnen het VOOT den Heere niet verantwoorden, daartegen niet te wa, arschuwen.

Het tfeval Borger.

Uït de dagbladen heeft men reeds van het geval-Börger vernomen.

Borger is predikant te Gouda en spreekt de tale Hegels.

Voor hei besef van een gemeentelid, dat de meerderheid van den kerkeraad aan zijn zijde heeft, heelt Ds Borger het historisch bestaan van Christus geloochend.

Maar gelet op de eigenaardigheden der Hegeliaansche dialektiek, waarvoor „ja" in „neen" verkeert en „neen" in „ja" weet men niet of hij: dat historisch bestaan toch'eigenlijk weer niet aanneemt.

De kerkeraad zond dan ook de aanklacht van het gemeentelid door-naar het classicale bestuur met een schrijven, waarin het volgende vooTkwam:

De Kerkeraad der Ned. Herv. Gem. te Gouda heeft do eer u nevensgaand te doen toekomen een' sclirijven van den heer J. Boot, lidmaat der Ned. Herv. Geme-entc, wonende Raam 40, alhier, inhoudende een aanldaclit tegen de prediking van ds J. Borger, predikant der Ned. Herv. Gem. alliier. D© meerderheid van den Korkpraad is van oordeel, dat de aanklaclit , niet van grond is ontbloot, alhoewel hij dit oordeel raet dei noodige reserve uitspreekt, aangezien het niet zoo oenvoudig is op ds wijsgeerige beschouwingen van ds Borger vat te krijgen.

Hen ziet, hoe de kerkeraad niet bij' machte is de dialectische hiroglyphen van het Bollandistisch Hegelianisme te ontcijferen.

Vooraf had de kerkeraad aan Ds Borger, naar aaaileiding van de aanklacht eenige vragen gesteld en deze had daarop O'.m. geantwoord:

„Wie ja zegt, zegt, weldoordacht, tevens onmiddellijk neen, en omgekeerd, want de werkelijke waarheid is in zuiver begrip te bedenken als de onmiddellijke eenheid van ja en neen, aangezien d© werkelijldieid naar haar waarheid zich. in zuiver denlcen laat begrijpen en gelden als onmiddellijk eenheid van tegendeelen. Wie eenzijdig ja of neen wil hooren of zeggen, . is zeer verstandig, doch is daarmee tevens van den absoluten geest afgesneden, zoodat hij van ©en redelijk antwoord weinig' of niemendal verstaat, en er zoodoende verlegen mee raakt.

Overigens is 't feit, dat een kerkeraad der Herv. Kerk oen aanklacht inzake de leer aanvaardt en aanvaarden kan, om haar te onderzoeken, en eventueel door tei zenden naar-het classicaal bestuur, die haar dan verder onderzoekt, d.w.z. bij meerderheid ivan stennnen uitmaakt, of zij goed is of verkeerd, een bewijs, dati" de kerk der twintigste eeuw, zelfs hoewel zij 'hervormd is, den geest der inquisitie nog niet t© boven is. En tevens valt op te merken en te bedenken, dat de waarheid nooit gemaakt kan worden tot een zaaic, waarover wordt gestemd, daar .zij alleen t© doordenken is, om in werkelijk zuiver •denken tot klaarheid t© worden gebracht.

En zoodoend is de vraag, of Christus heeft bestaan, geen zaak, die uit te malcen is door kerkelijke colleges, •doch die zal dienen te worden uitgemaakt door 't kritisch historisch onderzoek, dus door de wetenschap, en door do wijsbegeerte, voor de resultaten van welk •onderzoek de protestantsclie kerk heeft opzij te gaan, •*vil zij haar beginsel, ' n.l. d© vrijheid van denken, tot zijn recht laten komen.

Wat er op die wij'ze van een preek terecht mo-et ïomen, kan men moeilijk gissen.

De dominee preekt niet voor de gemeente, maa.r '^oor zichzelf alleen.

Want het Bolla, ndistisch Hegelianisme lijdt aan •weergaloozen hoogmoed.

Het voelt zich ver boven de massa verheven. Dat blijkt ook uit de „Redevoering ofte wel ..^^^"> welke Ds Borger als nadere - verklaring van : zi]n antwoord aa^n den kerkera-ad uitgaf.

Zelf lazen we 'deze preek nog 'iiiet.

Maar het , , Hbl." ontleende er iets aa^n en daaraan .öntleenen wij weer:

Christus spreekt tot de menigte in gelijkenissen, omdat Hij voor haar eeti gelijkenis i s. Alles hoeft i^ich te laten gsefden voor wat Hij is. M.a.w. hij heeft ; |i gelijkenissen te, spreken tot de menigte, want Hij IS voor haar een gelijkenis.

Be gesteldheid van den massalen geest brengt nu ..««enmaal - ijafefe.itifihaü: ..d; a(tidl& «Biassa nooit uitkomt; boven de verbeelding, zoodat dus de waarheid, en daarmee Christus, altijd voor liaar oen gelijkenis zal blijven en zal zijn.

We hebben niet te denken, dat dit ooit anderswordt, want de geest der massa blijft altijd middelmatig.

Ieder woord, onverschillig welk woord, is maar een gelijkenis der waarheid; elk gezegde oftewel alles', wat wordt gezegd, lijkt wel zoo ongeveer op de waarheid.

Dat is dan voor zich 't woord op z'n best, n.l. wanneer 't zoo ongeveer op de waarheid lijkt.

Doch omdat 't zoo ongeveer op, de waarheid lijkt, doch zelf d© waarheid niet is, is ieder woord tevens onmiddellijk te weerspreken, en wordt 't door den mensch van zuiver begrip dan ook tevens onmiddellijk weersproken, want 't zuiver© begrip is d© zelfweerspreking zelve, zoodat de zelfweerspreking de vverkelijfcb waarheid is.

Als men zóó zijh haJs moet uitrekken» om op de menigte neder te zien en, het wooird zóó relatief is ten opzichte van het zuivere begrip; en de waar-, beid zichzelf moet weerspreken om waarheid te zijn, da, n heeft men het op den kansel wel lastig.

Zich tot den „geest der massa" te moeten richten, die altijd „middelmatig" blijft, terwijl men zelf dank zij de zuivere rede-, zoo superieur is, moet een ware kwelling zijn.

Maa.r wat doet zoO' iemand dan predikant te worden ?

Wij zeggen dat niet • speciaal met het oog op' Ds Borger, maar generaal met het oog op allen, die zulk een gemeente^-of menigte-beschouwing, zulk een woord-beschouwing en zulk een waa^rheidsbeschouwing zijn , toegeda, an.

Laten zulke menschen een filosofisch schooltje vormen en mekaar met zuivere en straks met zuiverder en als de onderlinge twist hoogloopt met de zuiverste rede zoeken te stichten.

De ba, nd, die hen samenbindt, blijft dan het heerlijke zelfgevoel: ziet die massale worm daar ver beneden ons toch eens kronkelen.

Hoe een' preek op die manier onmogelijk wordt, toone nog een andere proeve uit de „Redevoering ofte wel Preek" van Ds Borger.

De Joden hebben en hadden de waarheid oftewel den absoluten geest eenzijdig boven de wereld. Jalrwe woont in 't ontoegankelijk "licht, m.a.w. bij Jahwe - «'as geen toegang te krijgen.

De Joden houden en hielden dus de waarheid op een afstand. Dit is tevens 't moment van haat tegen de waarheid.

De liefde op.een afstand is de ware liefde; hier is n.l. 't uit-elkander-zijn even sterk als 't in-elkanderzijn..

Doch 't eenzijdig op een afstand houden laat haat aan zich begrijpen. Öe Joden haten en haatten de waaiheid.

't Christendom zegt: 't Koninkrijk Gods is binnen in ulieden."

't Christendom zegt: „Weost dan gijlieden volmaakt, gelijk dw Vader, die in den hemel is, volmaakt is." Hiermede is dan gezegd, zonder dat 't alsnog door de kerk wordt verstaan, dat de absolute geest onze geest is; wat dan 't onderscheid is tusschen Jodendom en Christendom; en waarmee dan tevens gezegd is en is to zeggen, dat de moeste Christenen, óók van tegenwoordig. Joden zijn, juist omdat bovengenoemde Christelijke gedachte in en door de Christelijke kerk is en wordt verworpen.

De Cln-istelijke kerk is joodsch geworden en gebleven, maar evangelisch is zij niet.

Diiarom haten en haatten ook de kerkelijke Christenen en de 'Christelijke kerken de waarheid; en loepen en liepen zij wèg met de waarheid, die wel wat op de waarheid lijkt, oftewel met de gelijkenis *der waarheid.

Zoo is er dan op Hegeliaanschen grondslag christendom-mogelijk.

Maar waarom richten die nienschen dan niet een Bollandiaansch, Hegeliaansch kerkje op?

"Waarom blijven ze in een Christelijke kerk, die joodsch' geworden is, volgens hun zeggen.

Om de Christelijke kerk te reformeeren?

Maar dat gaat immers niet!

Daar is de geest dermassa toch te „middelmatig" voor?

Inmiddels staan zij, die in de Hervormde Kerk niet de He'geliaansche wa^a, rheid, maar de waarheid Gods liefhebben, voor een nieuwe droeve zaak.

Dat er geprotesteerd wordt, bewijst, dat men er geen vrede mee heeft.

Maar men weet ook va.n te voren, dat het protest niets zal uitwerken.

Werd het protest geaccepteerd, dan zou heel de Hervormde Kerk van hen, die niet meer op den nominalen grondslag dier kerk staan, gezuiverd moeten worden.

En daar komt natuurlijk n^ets van.

We verstaan het da.n ook, dat een. minderheid in den kerkeraad van Gouda niet eens heeft meegeprotesteerd.

Als reden gaf zij daarvoor op, dat het onbillijk was „om op één voorga, nger der kerk te verhalen, wat als schuld der geheele kerk moet worden .aangemerkt".

Ook daarin zit een element van waarheid.

Trouwens, wie protesteert, zegt a. Maar dan mag men ook voor het b zeggen niet terugdeinzen.

En toch, hoe menig keer is dat niet geschied? Reorganisatie en kerkherstel zijh mooie woorden.

Maar wat vordert men er raeè?

De leugen van het Hegelia.nisme en andere soorten van modernisme woekert tijdens het opheffen dier leuzen voort.

Och, dat het anders werd!

Dat men het met de waarheid Gods durfde wagen!

En de uitkomst aan Christus overliet! Ook in het algemeen heeft het geval-Börger een les.

Vooreerst deze, dat de dwaling^niet zelden begint met te knagen aan de historiciteit va^n w-at de Openbaring als zoodanig beschrijft.

Vervolgens deze, dat zi| zich gaarne beroept opi een hoogere waarheid of werkelijkheid, dan die, welke de „massa" de gemeente des Heeren; aanneemt.

Een Geref. Kerk vertegenwoordiDfl In een synaooge?

Een vorig maal schreYen we over de wenschelijkheid van meerdere publiciteit in zake besluiten der kerkelijke vergaderingen en wezen op de kortheid van vele kerkeraadsverslagen.

Wat meer openbaarheid mocht zeker wel l)etracht omtrent het volgende punt, dat men in het Kort Verslag van een Kerkeraadsvergadering in de „Overtoomsche Kerkbode" . Daar staat: vindt.

„Een verzoek van de PoTtugeesch-Israëlitischa Gemeente te Amsterdam om afgevaardigden bij haar herdenking van het 250-jarig - bestaan va^n haar tegenwoordige synagoge, waartoe door den Raad wordt besloten en deputaten aa^ngewezen."

Een beetje meer 'openbaarheid in deze zou zeker geen weelde zijn.

Want zooals men er nu tegen aa.n kijkt, is het een vreemd geval.

Reeds verwondert het eenigszins, dat'een Joodsche Gemeente zulk een verzoek toit een Gereformeerde Kerk richt.

Daarom zon het interessant zijn de termen te kennen, waarin dat verzoek is vervat.

Wel lijdt onze tijd, volgens wijlen Prof. Is. van Dijk, aan verdraagzaamheid, of, gelijk wij liever zonden zeggen, aan: oververdr.aagza, aniheid.'

Maar totnogtoe, getuige de Joden-zending, toonden de Joden tegenover de Christenen veelszins het tegendeel van oververdraagzaamheid, ja, zelfs van verdraagzaamheid.

Het zou da.n ook wat waard zijn te weten in welke bewoordingen de 'P. I. Gemeente den kerkeraad va, n Amsterdam-Zuid uitnoodigde.

Doch nog meer belangstellend zij'n we naa, r de motieven der afvaardiging doo^r den kerkeraad.

Het valt ons moeilijk zulke aan te wijzen.

Aan zeker exces van de .synthese-strooming willen we hier natuurlijk niet denken.

Het zal bij den kerkeraad eener Geref. Kerk niet opkomen afgevaiardigden te zenden naa.r een 'Roomsche kerk, die wordt „ingewijd", naar den Protestantenbond, als een nieuw gebonw in gebruik' wordt genomen, of op het zendingsterrein naar een moskee, die geopend wordt.

Toch staan Rome en zelfs de Islam ons nader dan het Jodendom. '

Hoe men er toe komt een afvaardiging te zenden naar een synagoge is dan ook een raadsel, waarva.n' we met eenige gretigheid de oplossing tegemoet zien.

Die gelijk te stellen met de af\^aardiging naar de Koningin, wanneer zij Amsterdam bezoekt of naar andere officiëele gelegenheden, waar de Overheid recipiëert, gaat natuurlijk niet aan.

Kerk en Overheid staan als zelfstandige machten naast elkander en hebben elkander te eerhiedigen.

Maar Jodendom en 'Christendom staan tegenover elk; i, nder en het Christendom mag het .lodendom nooit eerbiedigen, maar moet het in den weg van overtuiging en bekeering zoeken op te heffen.

Kerk en Overheid' behooTon vreedzaam nevens elkander haar taak te volbrengen.

Christendom en Jodendom zijn onverzoenlijke vijïuiden.

Wa^nt nimmer mogen we het vergeten, dat de Jood Christus, die ons het liefst moet zijn, verwierp en verwerpt.

Hoe wonderlijk deze afvaardiging aandoet, laat ons in elk geval hopen, dat de afgevaardigden van Amsterdam-Zuid zich ook' in de synagoge den naam van Christus niet zullen schamen.

Laat ons hgpen, dat zij den Pinkstertoon zullen treffen, waarop Petrus sprak: „Zoo wete dan het gansche huis Israels, dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk dezen Jezus, dien gij gekruist hebt".

Laat ons hopen, dat zij, als Stefanus vol des Heiligen Geestes zullen zijh en den mo^d hebben te getuigen: „Gij hardnekkigen en onbesnedenen van hart en ooren! gij' wedersta.at altijd den Heiligen Geest; gelijk uw vaders, alzoo ook gij. Wien va, n de profeten hebben uw vaders niet vervolgd? en zij hebben gedood degenen, die te voréh verkondigd hebben de komst des Rechtvaardigen, ' van Wien gij nu verraders en moorders geworden zijt".

Laat ons hopen, dat zi| het er voor over hebben geworpen te worden uit de Synagoge, waa.rheen ze nu afgevaardigd zijn.

Verlieteringen.

Naar men weet, val ik de lezers niet spoedig

lastig met verbeteringen. Daarvoor heb ik een te hoogen dimk van hun scherpzinnigheid.

Ditmaal mag ik echter een paar fouten niet laten passeeren.

In mijn artikel over „ï^icea" (noi. 40) staat tot tweemaal j.oeconomisjch", Wiatin, a, ttinrli|k Imioest zijn „oecumenisch". Ook moet achter „betwisten", de ontkenning „niet" geschrapt.

In „J^a den slag" (no. 41) leest men: „ambtenaren van revolutionairen huize", iloet zijn: „ambtenaren van anti-revolutionairen huize".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juli 1925

De Reformatie | 4 Pagina's

In vakantiekostuum.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juli 1925

De Reformatie | 4 Pagina's