GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Over het leven en den arbeid van L. Penning.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over het leven en den arbeid van L. Penning.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hl. Met schrijven begonnen.

Toen Penning eenigen tijd te Go'rkum woonde, aldus zagen we aan 't sldt van het vO'rige artikel, kwam de tijd. dat hij met schrijven beginnen zou.

„Gods tijd" noemt hij dien, want, als hij zelf in dezen zijn moment had kunnen bepalen, zoiu hij lang tevoren reeds zijn begeeren in vervulling hebben - 'doein gaan.

Eigenlijk was-hij altijd in zijn hart een Schrijver geweest.

Toen hij nog winkelier was, nog vóór zijn 16e jaar 'dus, gevoelde hij zich al a'angetro'kken tot het schrijven van schetsen, zelfs trachtte hij tO'en reeds in 't publiek zijn gaven te toonen. Dat was in den tijd, waarover ik in 't vorige artikel handelde, toen hij 'de vraagbaak van de omgeving geworden was en de officiëele scribent van minder schrijf-begeerigen. „Ik meende", zoo vertelt hij, „nu ook wel eens vooT een krant te kunnen schrijven. Ik zond een schets q.p van een paar bladzijden, waaraan werkelijk hersenzweet kleefde. De Uitgever antwoordde in hoffelijken vorm, dat zijn blad voor zulke schetsen niet geschikt was. Ik zond een andere schets aan een ander blad en kreeg taal noch antwoord terug. Toen wist ik wel, hoe laat het was."

Achteraf begreep hij deze mislukking volkomen. „Ik mag niet verzwijgC'U", schrijft hij in hetzelfde feuilleton, waaruit ik het bovenstaande aanhaal, „dat ik toen de Nederlandsche taal slechts zeer gebrekkig kon schrijvC'U. Ik had voornamelijk school gegaan op een Duitsche lagere school en slechts korten tij'd op een Nederlau'dsche school. Mijn brieven en opstellen krioelden dan ook van germanismen". Maar in die dagen zelf meende hij, dat „de hoO'ge verheven woorden", 'die hij gaarne gebruikte en 'die de bevsrondering oogstten van zijn dorpelingen, aan zijn schetsen meer 'dan gewone waarde gaven.

Een tijdlang troostte hij zich met het vertellen van wat hij op zijn hart had, en het gehoor van vrienden en kennissen bij de warme kachel was minder critisch 'dan 'de nuchtere uitgevers, zoo-dat deze vorm van ontboezeming hem alle gewenschte bevrediging gaf.

Te Weener echter, waar hij in de een"'zaamheid zat, ontwaakte zijn oude schrijflust opnieuw, 't Was in de dagen na zijn ziekte, toen hij in de so'mberheid leefde van - de mislukking 2: ijner studieplannen en hij zijn ideaal, predikant te worden, had moeten opgeven. „Ik had toch ook een tale-nt van 'God O'Utvangen, zooals ieder ander mensch, al was het ook nog zoO' klein en de vreugde, om er mee te woekeren in den heiligen strijd vo-or vrijheid', waarheid en recht was mij ontzegd.... Toen votikte de gedachte d.oor mijn ziel, dat no'g eens mijn pen het Nederlandsche volk, 'dat ik liefhad, dienen zou. Die gedachte was als een vlammende vuurstraal met machtige, wijde horizonnen, verlichtend de duisternis van mijn mismO'edigheid. Zij was vo'or mij tot grO'Ote troost. Mijn licht bewegelijke geest steeg weer moedig op uit den diepen put en ik wandelde op 'de blij'de berghoogten des levens. De boeien waren geslaakt; mijn geest sloeg de vleugelen weer uit en geen twee dagen later maakte ik een gedicht, dat ik opzond voor een christelijken jaarkalender. En toen de kalender verscheen, zag ik mijn gedicht opgenomen. Dat was een evenement! Het eerste stuk van mijn hand, dat in het publiek verscheen."

Met vermeerderde actie, begon de jonge enthousiast opnieuw aan zijn arbeid „vO'Or de pers". Maar — ik wees er reeds op in het vorige artikel — andermaal werd hij te'léurgesteld. Na het eerste, onverhoopte, succ'ss werd niets van het ingezondene meer opgenomen en dus staakte hij al spoedig zijn vruchteloos werk. Toen' zag hij in, dat hij zijn begeeren moest geven in Gods hand. „Op Zijn tijd zou 't gebeuren. Gods tijd was de beste". Én bij die gedachte vond hij rust.

Tien jaar later nu kwam Gods tijd.

Op een goeden dag stonden voor hem de heeren Ds J3iesterveld (later hoO'gleeraar) en Sizoo, als Redacteur en Uitgever van een op te richten antirevolutionair orgaan voor Gorkum en O'mstreken, dat „De Drie Provinciën" zou gedoopt worden. 'Zij noO'digden hem uit het Buitenlandsch Overzicht te verzorgen, dat wekelijks in het blad mO'Bst verschijnen.

„Het bloed schoot me naar de wangen. Zoo> was het dan gekomen, eindelijk: het oogenblik, - waarop ik zoo vurig had gehoopt, vele jaren lang. Nu was het Go'ds tijd."

Na deze eerste vreugdeopwelling kwam wel de terugslag» met de vraag of hij voor dat werk tijd zou kunnen vinden, en zelfs scheen het een oogenblik alsof no'g 'de zaak moest overgaan, maar toch werd een accoord gevonden en Penning aanvaardde de taak, die hij 32 jaren lang zO'U vervullen.

Zijn schrij-verscarrière was begonnen.

Makkelijk viel hem echter 'de zoo'zeer' begeerde arbeid niet. Hij had een drukken werkkring in de zaak van 'fle Firma Blankers en hij moest niet alleen schrijven, maar ook wekelijks zijn stof verzamelen. Maar hij woekerde met zijn tijd. , , Des Dinsdagsmorgens te zes uur of te half zeven, ook midden in den wintei: , zat ik bij de branden'd|ei kachel in de kajuit van de stoo'mboot O'm het overzicht te schrijven". En het genoegen, dat hij vo'ud in 't werk, 'deed hem manmoedig volhouden.

De betrekking, waarin hij tot „De Drie Pro-vinciön" was komen te staan, leidde als vanzelf tot verdere ontwikkeling van zijn schrijverschap. Hij was voor alles verteller en zijn zo'clïen was vooral naar de mogelijkheid in 'die richting iets te praesteeren.

De gelegenheid daartoe kwam, toen de stad Gorkum zich in 1888 voorbereidde op-de feestelijke herdenking van haar verlossing uit de Fransche dwingelandij voor 75 jaren. Daar lag de stof, die Penni-ng noodig had: het verhaal van de gebeurtenissen, die ziclr in 1813 in de Merweveste hadden afgespeeld. .En als feuilleton in „De Drie Proivinciën" zou - het up-to-date zijn.

Op een heel eigenaardige. Penning geheel typeerende manier verkreeg hij zijn gegevens. Hij ging O'P zoek naar menschen, die uit hun vroege kinderjaren zich nog iets zouden kunnen "herinneren van het gebeurde. En toen hij die ooggetuigen had gevonde'U, meer dan een, verzamelde hij op een avO'Ud al de oude menschjes (de jongste was 84 jaar!) rou'do'm de flink aangeporde' kachel van zijn huiskamer en liet ze vertellen, de een na den ander. En hij, de verteller bij uitnemendheid, die precies wist hoe hij 't aanpakken moest, kreeg ze • allen aan 't praten op hun eigen, hem juist zoo welkome manier.. Toen snuffelde hij nog wat in oude papierc'n en kranten om — en de zaak was geprepareerd. Hij zette zich tO't schrijven, of beter, tot vertellen o> p papier, en het fe'uilleton, „'t Beleg van Gorkum" getiteld, kwam prachtig O'p tijd in de krant.

Het verhaal viel zeer in den smaak. En Penning had niet veel aanmoediging no'odig, om op' den ingeslagen weg voort te gaan! Al heel gauw had hij een nieuw feuilleton gereed o-ver de overstrooming, die in 1809 het Arkelsche land geteisterd had en dit verhaal „De Watervloed", oogstte nog meer waardeering dan 't vorige. Hij zelf was „met z(m)ijn arbeid wonder in z(m)ijn schik" en toen iemand hem voorstelde de verhalen eens op te zenden aan een Uitgever, om ze als Zondagsschoolboekjes geplaatst te krijgen, ging hij o-pi dien voorslag in; ofschoon met beschro'omdheid.

„Ik kreeg nul op' bet request. Ik zond ze naar een anderen • uitgever. Weer mis!

Toen had ik er genoeg van, al kon ik mij ter wereld niet begrijpen, 'dat mijn verhalen werden afgekeurd." Ze wiren immers zooi echt naar zijn vertellersaard geschreven!

„Later", zoO' voegt hij aan deze mededeeling toe, „later heb ik de gro've fouten, den gewrongen zinsbouw en de opgeschroefdheid, waaraan beide verhalen ledeai, in 't oog gekregen en 'heden, moet ik er mij over verbazen, dat ik die gebreken niet opmerkte".

Intusschen, heel groot was de teleurstelling niet. Hij was immers schrijver geworden, . die elke week iels geven kon. „Z(m)ijn verlangen strekte zich niet verder uit."

Het is zeker merkwaardig hier even te vermelden, dat beide verhalen, toen Penning ze later herzien en verbeterd had en als „Het Beleg van Gorkum" en „De Watervloed" in boekvorm had uitgegeven, behoore-n tot het beste van wat de vruchtbare scribent heeft geleverd en dat ze den ver-

teller in al zijnqnaliteiten. doen zien. DeGorkumsche lezers, die ervan hadden gesmuld, maar uiteraard niet de eischen stelden, die een 'Uitgever stellen moest, en daardoor de echte kern, de verhalen, hadden genoten, waren de juiste recensenten!

Welgemoed schreef Penning weer zijn overzichten en een enkele maal ©en feuilleton en daarin vond hij de eerstvolgende jaren volkomen zijn bevrediging. xVan uitgeverij, met al de daaraan verbonden narigheden, dacht hij niet: hij schreef en praatte in de kajuit van de Merwe-booten, en hij keuvelde met de bakkers in hun werkplaats en op het kantoor', hij las zorgvuldig zijn kranten en verdiepte zich in beschouwingen over „een schrikkelijke catastrophe", waarop hij „het wereldgebeuren zag uitloopen" — tot de lïieuwjaarsdag van 1896 in die rust de groo'te ommekeer bracht en de gebeurtenissen in het verre Zuid-Afrika zijn hart in vuur en vlam zetten.

Zelf noemt hij dat moment „een keerpunt" in 2ijn leven en inderdaad begon het schrijven, het verhalen in b o e k vorm, van de Transvaalsche geschiedenissen, die-voorgoed Pemrings schrijversnaam hebben gevestigd en nog altijd, zelfs nu heel die historie is afgewikkeld en alle actualiteit ten ©enenmale heeft verloren, veelgelezen en veelgeliefde lectuur vormen van jong en oud.

Het loont de moeite, de ontwikkeling van deze merkwaardige phase in Pennings leven afzonderlijk in een volgend artikel te bezien.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

Over het leven en den arbeid van L. Penning.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1927

De Reformatie | 8 Pagina's