GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Bij den 70sten verjaardag van Pol de Mont.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bij den 70sten verjaardag van Pol de Mont.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar de bladen berichtten, vierde dezer dagen •de Vlaamsche schrijver en dichter Pol de Mont zijn 70en verjaardag. Onze aangenomen gewoo-nte getro'uw, wijden we, naar aa, nleiding van dat feit, een artikel aan den persoon en den arbeid van dezen jubilaris, die ook in O'US lan-d een goede bekende Is.

Maria Polydoor Karel de-Mont werd' de-n 15L'n April 1857 geboren te Wambeke, een' Brabantsch dorpje tusschen Brussel en Ninove. Zijn O'Uders behoorden tot den bo'erenstanü' en dus is Pol de M^ont opgegroeid op de boerderij, midden in de weelde van het Vlaamsch-Brahantsclie land. Deze afkomst heeft op heel zijn persoo'nlijkheid haar stempel gezet: zijn groote, uitbundige liefde voor de natuur, de vogels, de bloemen, de golvendfe velden en wijde luchten, zijn voorkeur voor alles wat folklore is, zijn eerbied voior tradities en overleveringen, ze zijn alle eigenschapp-en, die voortvloeien uit het milieu, waarin hij is groot gewO'rden. Daarbij komt nog, dat zijn mO'Cder een fijn-voelende vrouw was, die haar zoontje de vele karakteristieke liedjes van het land leerde, en dat zijn vader vertellen kon als de beste, fantaseerend altijd over het dorpje en zijn omgeving.

Niet zo.nder moeite blijkbaar (we merken daarvan wel iets uit de vele gedichten van Pol de Mout, die de herinnering aan zijn ouderlijk huis bewaren) deden de ouders den jongen studeeren. Ze zonden hem, naar de school te Nino've, daarna, naar het klein-Seminarie van Mechelen en in 1887 vertrok hij naar Leuven, om daar aan de hoogeschool letteren en wijsbegeerte te studeeren. Reeds in zijn Mechelsche jaren had hij verzen gedicht, maar ten volle kwam zijn aanleg tot O'Utwikkeling te Leuven, waar hij kennis maakte met Albrecht Rpdenbach. Met dezen stichtte hij een stjidentenbond', die de Vlaamsche traditie in eere wilde hoiuden, en ijverde hij voor de Vlaamsche zaak. In 't bijzo-nder streefde hij naar verdieping en verwijding der Vlaamsche literatuur, die hij met meer leven, meer realisme, meer poëtischen vorm bezield wilde zien. In tijdschriftartikele'n bepleitte hij zijn denkbeelden, niet echler zonder tegenstand te o-ntmoeten en heftige critiek. Ook in zijn werk gaf hij" uiting aan zijn inzicht. Wel was dat nog veelal onzuiver, en door te groote gemakkelijkheid niet voldoende bezonken, maar hij oogstte toch het succes, dat een bundel „'Gedichteai", die een bloemlezing was uit dat werk, met den vijfjaarlijkschen prijs voor Vlaamsche letterkunde • werd bekroond.

In 1880 kwam hij als leeraax aan het atha; eneum te Doornik, om na twee jaar in dezelfde functie naar Antwerpen te vertrekken. Zijn invloed als leeraar was heel groot, èn door zijn inspiratieve persoonlijkheid èn door zijn warme overtuiging voor de Vlaamsche zaak. Een tijdschrift „D'O Vlaamsche ? school" dat hij daar begO'n, vond' goeden ingang, In 1886 ging hij over naar de Academie van Beeldende kunsten te Antwerpen, waar hij Jot 1904 Nederlandsch doceerde. Toen O'Utving hij de benoeming tot conservator aan het Koninklijk Museum, een hooge onderscheiding, die zeker verband hield met zijn groeiende populariteit bij het Vlaamsche volk. In de oorlogsjaren echter moest hij ontslag nemen uit zijn ambt: hij werd gedoodverfd als de man, , die den oorlog gewild had en in zijn ijveren voor een Vlaamsche Universiteit zag men, 'geheel ten onrechte, een neiging tot activisme, die hem als ambtenaar onmogelijk maakte. Bitter heeft deze bejegening hem gegriefd, en, ofschoon hij wel weer in zijn eer is hersteld, is ze tO'Ch in haar uitwerking beslissend geweest. Na den oorlog kreeg hij officieel pensioen, wat dus een bevestiging van het ontslag iDeteekende. Meer dan oo'it ging hij nn voor de Vlaamsche-zaak zich geven. Reeds als li'l van 'den provincialen raad had hij getoo'ud buiten; gewone sprekersgaven te bezitten: thans trok Inj overal heen, vooral naar het No'Orden, om met zijn bezielend woord belangstelling te wekken vooi het groote ideaal van zijn leven: in Vlaanderen Vlaamsch. En voor 'dat ideaal strijdt hij .nog, friscli van geest ondanks zijn 70 jaren, met jeugdig vuur.

„Ons volk moet herwo'rden", dat is de leuze van Pol de Mont en deze leuze wijst aanston'ds de richting aan. in welken we dè beteekenis van dezen j

dichter moeten zoeken. Als bij.al de groote figuren der Vlaamsche literatuurgeschiedenis ligt die in zijn actief deelnemen aan wat • we noemen „de Vlaamsche beweging". Naar men weet wa, s dezè Vlaamsche beweging de reactie op: de stelselmatige-•verfransching ©n streefde ze, door alle miskenning en achteruitzetting van haar leiders heen, naar een krachtig Vlaamsch bewustzijn bij het volk.

In 'de verschillende phasen nu van haax ontwikkeling, 'die we thans niet nader bespreken, heeft ook Pol 'de Mont zijn eigen plaats. Hij handhaafde ec'nerzijds het Vlaamsche ideaaJ, maar trachtte aan den anderen kant toch de Vlaamsche kunst, die bij uitstek volkskunst was en uiteraard eenzijdig, op te heffen tot een ho'O'ger plan. Hij propageerde in voorbeeld en geschrift de scho'Onhei'd' van vorm als een eisch voor ware kunst, en wees O'P' het verband tusschen woordklank en ge'VO'elsuiting, een standpunt, dat hem onmi'ddellijk naast Gezelle en Rodenbach doet staan. En do'OT zijn krachtige persoonlijkheid, zijn veelo'mvattende werkzaamheid ook op het gebied van schilderkunst, oritiek, folklore, jouralistiek, had hij groeten invloed. Hij werd de baanbreker naar een fijnere cultuur, de rechtstreeksche voorganger van een jo'nger geslacilit, de bode, die de ontbloeiïng der Vlaamsche schoonheid verkondigde aan - een jong-Vlaandere-n, dat. de nieuwe geluiden uit andere landen haorde, maar nog ni'et verstond. Zoo kan van hem getuigd worden, wat een zijner Jsiografen zegt: „Niemand heeft met kunstiger en misschien niet velen hebben met nobeler gebaar, royaler, het goiud de-r levenbrengende gedachten over Vlaandei^eh uitgestroo'id". Met Gezelle is hij inderdaad de belangrijkste figuur der Vlaamsche letterkunde van - vóór den Van-Nu-enbtraks-tij'd.

Dat van Pol de Mo'nt zulk een vernieuwende kracht uitgaan kon, was, niet het minst gevolg van het feit, dat hij een werkelijk dichter is, één, die alles heeft, wat den dichter noodig is. Hij is spo'Utaan, al leven en gloed; hij is zin-gevoelig, dank zij zijn schil'dersaanleg, hij heeft beeldend' vermogen door zijn gave voO'r plastiek, hij beschikt over een fijn klank-gehoo'r ten gevolge van zijn voorliefde voo'r en kennis van muziek. Zijn dichtwerk is dan ook anders, dan dat wat zijn voorgange'rs gaven: veel meer gevoelslyriek, veel meer persoo'nlijk van aard, subjectieve, zelf-ondergane ©n zelf-'döorleefde poëzie, waarin ; een mensch zijn jubel uitzingt of zijn leied uitschreit. En juist daardoor had hij zooveel invloed op de jongeren in de jaren vóór 1890, want zijn werk en zijn persO'On brachten wat ze zochten en nergens vonden, nu .Gezelle zweeg en Rodenbach gestorven was. DaairO'm vereenigden ze zich ook rondom hem. „Hij was het leven, de blijheid, de. vrijheid, de Leute ©n dfe Lente", zegt Em. de Bom. En in hetzelfde verband' teekent hij den Meester, heel karakteristiek, aldus: „Een mooi vers, 'een mooi meisje, een aardig geveltje, ©en tak mei'doren, een tros druiven, een koppel duiven, een schalmei-deuntje, een goed schilderij of een bree'd landschap, 't was hem alles even dierbaar en overal het ppen-luchtige, het zo'unige, het spetterende leven". Hij was de „bard", de „skald", de „minstreel" van het jonge Vlaanderen, dat zingend en jubelend met hem langs de zonne-wegen van het bloeiende vaderlanid trok.

Intusschen — 'e'U deze evolutie is zeer merkwaardig — die gezindheid veranderde later volkomen. Toen de jo^ngeren, de Bom, van 'de Woesteyne, Vermeylen e.d. meer de buitenlandsche en vooral de jN'oord-Nederlandsche literatiiur leerden kennen, zooveel donkerder, van kleur, zooveel pessimistischer van toon, werd de geest van Pol de Mont hun te simp-el, te dartel, te loszinnig. Zijn uitbundigheid leek hun onwezenlijk, „het prohleem-looze, het zoo-maar frisch en luchtig van de lippen weggeblazene W'ord (hun) een pijn, welhaast ©en gruwel, een hoon" (de Bom) en ze keerden zich allengs van hem af, maakten zich weldra; geheel van hem los. En toen ze', rondom van Langendonck geschaard, hun Van-Nu-en-fctraks-kring gingen vormen, negeerden ze den meester, die hen op de baan naar nieuwexe schoonheid had gebracht.

Voor Pol 'de Mont, den gevoeligen en spontanen mensch, is deze O'mmekeer een groofe teleurstelling geweest en hij liet niet na, van zijn ergernis daarover blijk te geven, met als eenig gevolg, dat zijn vroegere satellieten nog meer van hem vervreemdden.

In de' latere jaren, bij de verdere ontwikkeling der Van-Nu-en-ytraks-gedachten, die velen nieuwe desillusie bracht, is wel weer verandering in de 'waardeering gekomen, zijn diezelfde „verloren zonen" tot de erkenning gebracht van.Pol de Monts beteekenis en het foutieve, het onverdiend-krenkende van de negatie uit den eersten varï Nu-enblraks-tijd. Men kan gezien hebben, hoe waardeerend juist de Bom, v. d. Woesteyne e.d. over de Mont geschreven hebben in deze dagen van zijn 70ste verjaring. Maar het feit zelf, zooals de geschiederiis van Pol de Mont's leven dat vermeldt, is toch zeker merkwaardig en het toont ook de .zwakke zijde van zijn dichterschap.

ï^tellig — Prof. Vermeylen wijst er terecht op — heeft Pol de Mont versche lucht gebracht in de atmosfeer der Vlaamsche. literatuur on schittering van leven. Maar zijn vlugheid, zijn gemakkelijkheid on groote vaardigheid leidden wel eens to^t oppervlakkigheid en effectbejag. Zijn kunst had soms een schijn, die niet tot wezeïi werd. En het is begrijpelijk, dat zulks ontstemming wekken moest bij hen, die juist worstelden om het wezen der dingen te verstaan. Dit was inderdaad de zwakke stê© in zijn werk, al is dan ook de accentueering daarvan door de Van-Nunen-ytraksers veel sterker geweest, dan Pol de Mont verdiende. Want tegenover 'deze gebreken staan de grootere verdiensten, dat hij het Vlaamsche vers buigza, mer heeft gemaakt eai plastischer en vooral vrij van al te zB'er heerschende klein-burgerlijkheid en romantisme.

-Wat ten slotte de dichterlijke werkzaamheid zelf betreft, in Pol de Mont's poëzie (zijn proza is vooral critisch van aard) vallen drie perioden te onderscheiden, die tegelijk de ontwikkeling aangeven van zijn dichterschap.

Eerst is er een dartel, onbezorgd, al te gemakkelijk soms, er op los dichten, zij het dan, dat altijd op to merken valt een prijzenswaardig pogen O'm los te geraken van onnatuur en sentimentaliteit. „Gedichten", „Lentesotternijen", „Idylle" zijn de bundels, die dit stadium vertegenwoordigen.

Dan komt de reactie tegen eigen onevenwichtigheid, als Pol de Mont onder den 'invloed komt van de strakheid der puristen. „Fladderende Vlinders" en „Claribella", twee latere bundels, getuigen 'daarvan. Min of meer op den overgang van deze beid© phasen (in een hO'kje te omkaderen is het werk van den werkelijken dichter natuurlijk nooit) staat zijn verzameling nieuwere poëzie, die „Loreley" heet.

Ten 'derde zien we weer den terugkeer tot het frissche en levenskrachtige van zijn jeugd, maar nju. 'door wat voorafging gelouterd en verfijnd, zooals 'dat spree'kt uit „Iris", Pol de Moot's meesterwerk, en het veel latere „Zonn©vlammen".

Maar in alle perio'den staan toch schoonheid en stemming op den voorgrond en bovenal het streven ^, Ons volk moet herworden". En om deze treffelijke qualiteiten eeren w© den TO-jarigen dichter in dankbare waardeering.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

Bij den 70sten verjaardag van Pol de Mont.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1927

De Reformatie | 8 Pagina's