GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vóór de Synode.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vóór de Synode.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Enkele dagen nadat dit nummer verschijnt, neemt, zoo de Heere wil, de Synode van Groningen een aanvang.

Op, den komenden Zondag zal van alle kansels in onze kerken, naar wij vertrouwen, om den zegen des Heeren voor die vergad'ering worden gesmeekt.

Maar laat ook in de huizen en in de binnenkameren de bede tot den Koning der kerk oprijzen.

Laat er vurig gebeden worden!

Deze opwekking is te meer noodig, daar de gebedsdrang voor een buitengewone Synode als die van Assen uiteraard sterker wordt gevoeld dan voor een gewone als die van Groningen.

Bijna alle groote onderwerpen hebben het agendum niet bereikt.

De geestelijke nood schijnt niet meer zoo ernstig.

En dan wordt het meestal gezien, dat het gebed verflauwt.

Niet alzool

In het kleine hebben wij Christus niet minder noodig dan in het groiote.

Daarenboven, deze Synode staat niet los van die van Assen.

Het werk, daar begonnen, zal hier moeten worden voortgezet.

En nu is voor het voortzetten vaak meer volharding en getrouwheid vereischt dan voor het eerste aanvatten van een zaak.

Zoo licht denkt men, dat men het bij den eersten slag gewomien heeft.

Dan treedt de verslapping in.

Men wordt minder waakzaam.

Men meent, dat men er is.

De geschiedenis der kerk is er om te bewijzen, dat kloeke besluiten in het begin later niet energiek zijn gehandharafd en dat zoo de dwaling, welke men eerst had veroordeeld', toch ingang vond, ja, dat het laatste vaak erger was dan het eerste.

Eens werden het pelagianisme en semi-pelagianisme uit de kerk gebaimen.

Doch het duurde niet lang of vooral het laatste deed weer zijn intrede en werd al spoedig algemeen aangehangen. ""

In ons land werden de dwalingen der Remonstranten door de Gereformeerde Kerken verworpen.

Helaas keerden oiok die dwalingen er in terag, maar zij gingen vergezeld van anderei, die veel gevaarlijker waren en de kerk geraalrte in een toestand, waarbij die uit den Remonstrantschen tijd nog heilig was.

-Er werden leeringen verkondigd, welke de verzuchting deden slaken: waren ze maar Remonstrantsch.

Zelfs de kerkvorm werd geregen in den genootschapsvorm. ' '

Het kost een ongelooflijke geloofsinspiamiing om een kerk te houden op-.de hoogte van beti'ekk'elijka zuiverheid, waartoe zij na veel strijds gekomen is.

Indien de Heere onze kerken bij die zuiverheid niet bewaart, tevergeefs arbeiden Synodes daaraan.

Drijve het besef idaarvan tot Hem uit!

Zij er bij ons geen vertraging in het gebed. Behalve dat, is er nog iets, dat overigens niet bange naturen met vrees kan varvullea.

Zal Groningen die heerlijke eenheid openbaren, welke te Assen te aanschouwen viel? '

Zal de broederlijke liefde er niet op de proef gesteld worden ?

Er is een onderwerp aan de orde gesteld, dat veler hoofden reeds warm heeft gemaakt.

In de pers kwam dit reed's uit.

En die pers schijnt de meeningen, welke slechts worden uitgesproken, nog gefiltreerd' te hebben.

Het meest greep ons aan, wat Ds van 't Sant in de , , Watergraafsmeerschei Kerkbode" scihreef over zijn bevindingen op den Theologisdien Schooldag te Kampen.

Hier is de passage, waaropi we doelen:

„Eén ding heeft me in Kampien gespeten, n.l. de wijze, waarop, buiten de vergaderingen over de kwestie van het promotiereoht gesproken werd. Ik weet wel, dat 'dit den oprechten voorstanders van dat recht niet is aan te rekenen, maar als men opmerkte, hoe in de wandelgangen door onderscheidenen, die ik Pjersoonlijk meerendeels, niet kende, met groote .animositeit gepleit werd voor toekenning van dait recht aan de school, dan betreurt men het te meer, dait dit vraagstuk thans weer aan de orde is gesteldl

Het bleek mij, dat bij sommigen heel deze zaak gekoppeld wordt aan de oude kwestie deiopleiding.

En daaraan gepaard: wantrouwen jegens de Theol. Faculteit der V. U., omdait die stichting om de bekende redenen in opspraak is. Dit is zeer te bejammeren en ik moet eedijk zeggen, dat, wat ik buiten de eigenlijke vergaderingen daar hoorde, mij zeer bedtoefd heeft; die men-

taliteit bad ik werkelijk niet gedacht meer-te bestaian."

Nu zullen we niet beweren, 'dat slecbts aan dezen kant wordt gezondigd en .aan deu anderen niet.

Laten we liever gemeenschaippielijk de Hchuld op ons nemen.

En laten wij ons geloovig beijveren, dat die •animositeit, die droeve mentaliteit buiten de gebouwen, waar de Synode vergaidert, blijve!

Bedenken wij wel, dat buitensta^^nders scherp toezien, boe deze zaak op de Synode verlooipt.

Dit bleek duidelijk uit wat Ds Van den Brink schreef in „Woord en Geest", docent van il er Schuyt in „De Wekker" en Professor Obbink in het „Algemeen Weekblad voor Christendom en Cultuur".

Discussies kunnen natuurlijk niet uitblijven. Mogen zij echter gevoerd worden in kalmte, waardigheid en teederbeid.

En niet bet minst met het oog hierop, roepen wij het allen in onze kerken toe: Bidt om den vrede van Jeruzalem!

Geestelijke verzorging van onze emigranten.

Over het belangrijke vraagstuk van de emigratie waren we sinds lang voornemens in ons blad iets te schrijven.

Hoewel de kwestie ook op onze Synode komt, Icminen wij aan ons voornemen thans geen gevolg geven. •

Wij hopen dit na de vakantie te doen. Trouwens op onze Synode komt niet het vraagsliak in heel zijn omvang ter spraike.

Doch alleen de geestelijke verzorging van Gereformeerde emigranten naar Canada. Van aanmoediging tot emigratie naar een bepaald land beeft de kerk zich natuurlijk te onthouden.

Maar feit is, dat nu de kansen voor landverhuizing naar de Vereenigde Staten zeer gering zijn, velen het oog wenden naar Canada als het land hunner toekomst.

Onder hen boivinden zich ook tal van GereEormeerden.

Dat de kerk niet oinverscbillig mag blijven voor het lot, dat hun daar in een geestelijk vreemde omgeving wacht, behoeft eigenlijk geen bewijs.

Zij heeft zooveiel dit in baar vermogen ligt baar geestelijke zo-rgen ook tot daar uit te breiden.

Zij zou het onmogelijk verantwoorden kunnen, indien haar zonen en dochteren voor de Gereformeerde belijdenis verloren gingen.

Bbjkt zij echter trouw aan haar roeping, dan kunnen mede door haa, r arbeid in den vreemdte baa, rden van warm Calvinisme ontstaan, welke bet gebeele land ten zegen zijn.

Daarom deed de: Particuliere Synode van Zuid-Holland (N. G.) goed de zaak op de Generale Synode te brengen.

Zij stelt voor vijf Deputaten te benoemen voor de behartiging van de geestelijke belangen der Gereformeerde Hollandsche (waarom niet Nederlandscbe? ) emigranten in Canaida.

De bedoeling is, dat ideze Deputaten de volgend'e Synotle van advies dienen over de vraag, wat door onze kerken duurzaam voior de Gereformeerde Nederlanders in Canada kan worden gedaan; in samenwerking met de Christelijke Gereformeerde Kerk in Noord-Amerika inmiddels voor hen doen wat noodig is en inzonderheid den band tusschen hen en onze kerken bewaren; eventueel te zorgeai, dat zij voor kerkbouw enz. financiëelen steun ontvangen. ,

De gedachte om in deze samen te werken met de Cbr. Ger. Kerk in Noord-Amerika is alleszins toe te juichen.

Deze kerk toch sloeg reeds de band aan de ploeg.

Voor bet eerste jaar zegde zij reeds een bedrag van 700 dollar toe.

Ook werd een comité opgericht ter geestelijke •verzorging en maatsohapipelijke voorlichting aan emigranten uit Nederland.

Voorzitter daarvan is Dr H. Beets, die ook nu weer bewees een man van energiek initiatief te zijn.

Waar Amerika zóó voorging, mogen onze kerken hier niet achterblijven.

Wij hebben er noig veel meer belang bij dan onze broeders in de Vereenigde Staten. Op ons rast de eerste plicht.

Onze kerken — daarop kan 'men rekenen — zullen zich ook in dit opziciht niet ongevoelig toonen.

Het lot van het voorstel Zuid-Holland (N. G.) op de Generale Synode is geenszins onzeker.

Een vragenlijst inzake de Krankencommunie.

Dr Kaajan zendt ons per „Utrecbtsche Kerkbode" een vragenlijst inzake de" Krankencommunie.

Indien de Synode niet zoo dicht op hand'en ware, zouden wij hem ga; arne ter wille zijn en zijn vragen één voor één beantwoorden.

Nu moeten wij ons tot het voornaamste beperken. Trouwens, Dr Kaajan zal zelf wel toegeven, dat zijn vragen niet lalle het hart der kwestie raken en de beantwoording daarvan besbssend is.

Als hij b.v. in vraag 3 zegt: „Professor Bavinck verklaart: „Zoo' spoedig sluipit weer een magische opvatting van het Sacrament binnen". Bestaat dit gevaar thans niet meer? " dan kan hierop vo'lmondig „ja" worden geantwoord, zonder dat dit aan de wenschelijkbeid van de invoering van de Krankencommunie iets af of toedoet. Immers, die magische opvatting heerscht ook nu bier en daar nopens den kinderdoiop en de gewone viering van het Heilig Avondmaal. Dr Kaajan zal dit in zijn ambtelijk werk ook wel hebben opgemerkt. Maar hij zal op grond daarvan toch geen afschaffing van kinderdoop en Avondmaalsviering bepleiten. Het geldt ook hier: het misbruik heft bet gebruik niet o|). Dat moet ook omtrent de Krankencommiaiie verklaard. De prediking viiidt bier ©en taak. Zij beeft zoowel tegen magische opvatting bier als daar te vsraarschuwen.

Een opmerking als, dat er bij elke Avoaadmaalsviering een forma va, n gemeente moet zijn met verwijzing naar artikel 35 van onze Nederlandsche Geloofsbelijdenis, waar staat: „wij ontvangen bet Heilig Sacrament in. de vergaderingeai des volks Gods", snijdt tegenover ons geen ho'Ut, daar ook wij dit uitdrukkelijk als eisch stelden en dit punt alzoo niet onbesproken lieten.

Ook een vraag als deze: of de Krankencommunie a, an de stervenden moet worden bediend, zagen wij reeds onder de oogen. Waar wij hieromtrent reeds onze meening kenbaaï maakten, heeft het geen zin dit te herbalen en morgen we volstaan met den raad onze artikelen op. deze punten te herlezen.

Ee belangrijkste vragen zijn voor ons de vijfde en de zesde.

Dr Kaajan schrijft: „De invoering van de Krankencommunie, zelfs onder zeer bep.erkende voorwaarden, zal in vele kerken beroiering teweeg brengen. Nu schreef Calvijn eens: „Nooit zou ik willen, dat er over deze zaak onrust ontstond. Gij weet, dat er in de kerk vaai Geneve een ander gebruik is. Ik berust daarin, oimdat bet geen nut zou hebben om te strijden". Calvijn wilde', zooals bij zelf zeide, den vrede dienen.-Is bet nu wél de tijd om te twisten? 6. Laat ons aannemen, dat tegen de Krankencommunie onder zeer beperkende voorwaarden geen schriftuurlijk noch theologisch bewijs is in te brengen, dan blijft toch de vraag klemmen: „Is de invoering der Krankencommunie al de drukte, welke' ze te weeg zal brengen, waard? ""

Wij stellen bierbij voorop, dat de houding van Calvijn ook de onze is.

Alle drijven is ons ten eenenmale vreemd.

Indien de invoering der Krankenkommume in vele kerken beroiering zou brengen, zouden wij de eersten zijn om te adviseeren: ziet er van af. Maar staat het van te voren vast, dat op beden, 1927, va, n de invoering van de Krankencommunie veel beroering is te wachten?

Dr Kaajan levert hiervoor niet bet minste bewijs. Reeds meer dan vier j.a.ar geladen is het denkbeeld van de invoering va.n de Krankencommunie geopperd.

Onze kerken hebben er niet noemenswaard op^ gereageerd.

Het gevaar is niet denkbeeldig, dat Dr Kaajan door zijn schrijven juist beroering suggereert. E enige jaren geleden werd door een onzer Synodes voor Gestichten bet gebruik van afzonderlijke bekers toegestaan.

Deze beslissing was nog wel zoo ingri.jpend.

Toch stuitte zij niét op. het minste verzet.

Maar bet Gereformeerde volk werd toen ook niet onder suggestie^ van beroering gebracbt.

Als men de methode van Dir Rajajan volgt, kan er van reforma.toriscben arbeid in onze kerken niets komen.

Allicht zal ten opzichte van een nieuw gebruik bezwaar worden geop.pierd.

Behoeft daaruit aanstonds strijd voort te komen? Is bet psychologisch juist om dadelijk op twist te zinspelen?

Elke aktie van voortgaande reformatie kan op die manier worden lam geslagen.

Wij komen zoo niet alleen boven Calvijn mi, maar we bereiken niet eens de hoogte van Calvijn. AVerkebjk, er is in oaize kerken op meer dan één punt een achterstand bij Calvijn.

Dien in te balen moest aller streven zijn. Laat ons liever beroering trachten te voorkomen door gezonde, schriftuurlijke voorlichting. Laat ons den kinderen Israels aanzeggen, dat zij nïoeten voortvaren.

Dan bewijzen we den kerken grooter diensten dan dat we toegeven aan vreesachtigheid. -

Vreesachtigheid baart enkel konservatisme. We durven dit te geruster' schrijven, omdat Dr Kaajan overigens niet bij de kategorie der vreesachtigen is in te deelen.

Maar waarom da, n wel op dit punt? Nog eens, iets wat op scheuring lijkt, wenscht niemand over deze zaak.

Doch wel hebben we baar aan de Schrift te toetsen.

En geeft de Schrift bet recht om bet Avondmaal aan kranken uit te reiken, laten we dit dan voor ons volk niet verzwijgen.

Hoewel Calvijn de invoering van de Kranken­ communie niet wilde forceeren, hield hij toch niet op baar te bepleiten.

Laten wij ons daaraan spiegelen. De tijden zijn sterk veranderd.

Het gevaar van Roomsche superstitie dreigt niet in die mate .als toen.

Wat Ca, lvijn niet gelukte, gelukt ons misschien

wel. Indien niet op de e.k. Synode', da.n toch later.

Op deugdelijke voorlichting komt het aan.

En ons Gereformeerde volk gaf er meer dan eens blijk van voor overtuiging vatbaar te zijn.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 augustus 1927

De Reformatie | 4 Pagina's

Vóór de Synode.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 augustus 1927

De Reformatie | 4 Pagina's