GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Psalmen onder water.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Psalmen onder water.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De combinatie „psalmen in den na, cht" komt ons zéker moor bekend voor dan die van „psalmen onder water", on toch is ze voor ons waterbouwkundig landje zoo karakteristiok. Niet omdat het woordje „water" er in voorkomt, maar omdat aan het verhaal van die psalmen onder water verbonden is de naam van een van Nederlands meest beroemde waterbouwkundigen uit vroegeren tijd, van wien we allen den naam althans wel kennen: Jan Adriaansz Leegh-water.

Waarschijnlijk hebben we op school wel 't rijtje geleerd van stoomgemalen die den Haarlemmermeerpolder drooghouden, en toen vroiOg meester behalve de Cruquius en de Lynden zeker ook de „Leegh-water". Toen is er 91 ons bij verteld, dat dat .stoomgemaal dien naam gekregen had, omdat er vroeger een ingenieur 'Leegh-water in Holland geteeld heeft, die al verschillende plassen had drooggelegd, én op 't lumineuze idee kwam om ook het groote „Meer", dat voortdurend knabbelde aan de onsoliede vcienoevers, en dat met stormweer steedsi nieuwe slachtoffers maakte, te bedijken en droog te malen. Nu, zijn plannen, uitgewerkt in zijn „Haarlemmer-Meer-Boek", werden beroemd, maar de verwezenlijkingi liet zich enkele eeuwen wachten, te lang dus dan dat de maker daar nog genoegen van kon beleven.

Diezelfde Ijéegh-water schreef ook nog een boekje, getiteld: Een Kleyn Chronykje", waarin hij allerlei jeugdherinneringen pakkend verteld en verschillende evenementen uit zijn ingenieursloopbaan alleraardigst beschreven' heeft.

Een van die „notabele stucxkens", zooals L. ze noemt, draagt tot opschrift: „Van het Onder watergaan, geschiet in den Hage, in 't bijwezen van Prins Mauritius, en andere giiöote Heeren, een konst nooit te vooren gehoort, of gezien, " terwijl het vervolgi luidt: „De tweede Onderwater-duiking, geschiet tot Amsterdam". Die moeten we hebben.

't Is de pittige beschrijving van een pracbt-deimon; stratie, door Leegh-water bij Amsterdam gegeven: drie kwartier bleef hij onder de oppervlakte van de wetering, at onderwijl een paar peren half op, ' schreef met pen pn inkt op een stuk papier: „dit heb ik voor Amsterdam in de Wetering onder water geschreven", liet dat papier bij 't bovenkomen zien, 't was heelemaal droog'gebleven! — en verbaasde de kijkers, in dit jjevall OOK luisteraars, door een paar liederen op de schalmei te spelen. Vooruit had Leegh-water aangekondigd, wat hij alzoo zou doen; zoo lezen wij over 'tmusiceeren op den bodem van de vaart: „ook hadde ik mede een schalmey ^) by my daar ik wel - ) op konde speelen/ dien ik mede by my in myn zak dede/ on zeide daar zal ik verscheiden Voizen s) en Psalmen op spelen/ dat g, y dat boven water/ op liet land hooren ende verstaan zult, /"

BegrijpelijkeTwijze was de verwacliting hoog gespannen, toen 't zoover kwam dat L. zou onderduiken; maar onze waterrot was niet bang en dus (we geven '8 woord weer aan hemzelf): „Doen ik gereed was/ ende wel waldcer konde zwemmen*)/ eiide ook mede een Jongman was/ zo g'af my den Alniogenden God de vrymoedigbeit/ dat ik met een goede couragie in 't water sprong/ myn aangezigt na het volk toewende/ ende zeide: adieu gy vrome") Bergers van Amsterdam/ dat is u 'ter eeren/daar ga ik onder."

Netjes werkt Leegh-water zijn programma af; ook de prestaties op de schalmei lukten heel goed: „ende op de Schalmey speelde ik mede onder water op den grond/ dat het volk die op het Land stonden boven water gemakkelijk hooren ende verstaan konden/ ondei' allen») spoelde ik mode den 23 Psalm. Myn Godt voet my als myn horder gepresen, dat die luiden die op de kant van de sloot stonden/ zeiden/ hoort eens mannen dat speelt hy nu!"

Hoe onze musicus dat klaar kreeg, begrepen de omstanders geien van allen, en Jan Adriaansz wacht er zich wel voor 't hun te vertellen. Hij hoort dat de een 't toeschrijf t aan olie waarmee hij zich bestreken zou hebben vóór 't duiken, de ander denkt dat er tiooveiij achter zit, maar zelf bepaalt hij zich tot de opmerking: „Ik hadde gedaan gelyk de Comedianten doen/ ik speelde het spel te regt/ zonder iets te hapieien ofte te manqueren; die bet spel niet en kan/ die en speelt het niet." Toch beschouwde Leeghwater die demonstratie niet als een goocheltoertje, maar zag hij heel goed de belangrijkheid van zijn prestaties voor de praktijk: „Nu voort wat de Konste belangt') men vint in 't Boek Jobs geschreven in het 28 Cappittel in het 12 vers' Men keert den stroom des waters, ende brengt dat daar verborgen in is, aan 't ligt. So dat ik niet en weet eenige konsten te bedenken/ die zo bequaem 3) en .zo zoet^ zyn om verborgen schatten van de grond te halen", enz.

Dat Leegb-water onder water psalmen speelde, was zeker niet alleen om aan den smaak van het toegestroomde 17de eeuwsche publiek te voldoen, want dozo beroemde waterbouwkundige was tegelijk een ernstig Christen, die de geleigenheid aangreep om te getuigen en te vermanen, ook in zijn publicaties. Zoo vertelt hij van 'den vreeselijken brand, die het dorp De Rijp op 6 Januari 1654 teisterde, maar voegt er de volgende treffende vermaning aan toe: „Ende inzonderheit gy Bergers . en inwoonders van de Ryp', laat deze bezoeking nimmermeer uit-uwe gedagten gaan/ weest niet als de kinderen, die de roede haïes Vaders te vergeefs ontvangen/ die wel kryten en kermen zoo lang als zy de slagen voelen; maar dezelve over zynde/ wederom haar oude gangen gaen. So menigmaal als gy uwe verbranden muren aanziet/ zo weest gedagtig dien scbrildkelyken Nagt, en hoe haast des menschen toeverlaat ter neder geworpen kan worden; als gy uwe ledige Erven beschout/ zo gedenkt/ dit zyn de plaatzen daar zo menig idel "> ) krakeel en onrust om geweest is/ ziet boe ze nu leggen; siet hoe den mensch hem zelven plaagt met ideleU) bekommering/ dikwijls tot op zijn

doodtbedt toe/ hy schild' hy ordinoert/' hy verbind de goederen tot op de nakomelingen die nog verre henen zijn' en die hy niet en weet of oit komen zullen: veroorzaakt uyt/ twist/ ongenoegen onder Erfgenamen/ en ondertiisschen wort in ëénen nagt vernielt; daar leggen de puin-hoopen; daar kermen de Erfgenamen; daar zyn de Ryke arm geworden/ en men. vint zig in de gissing bedrogen Ende gelijk de ondervinding , u voorzigtigheit leert dat gy uwe Riet-daklven ai-keurt/ en in plaats van dien pannen-dak legt/ om in toekomende tyden voor zulke ongevallen bevryt te zijn/ zo weest ooit zo voorzigtig/ dat gy af-keurt uwe eidele en rietagtigto gcdagten/ op dat den helschen brant daar niet op' vatte; maar schuilt onder het dak des geloofs/ dat met den viere doorviert/ en hart gebakken is/ om in proeven des viers to konnen bestaan. Ende dit is het gene dat ik u en ons alien toewenfsche/ op dat wy de vrugt en nuttigheit mogen hebben uit alle Werken des Heeron."

Uit dit citaiit, hoewel 't bekort is, blijkt duidelijk g|enoeg dat geest .en pon van Leegh-water nog weT tot wat hoogers in staat waren dan tot het opstellen van een „l^egister ende Memorie van de Steden en de Voornaamste Plaatzen, daar ik Jan Adriaansz geweest ben, ende bezocht heb, van myn jonldieit aan beginnende, igeduurende tot myn ouderdom van 74 jaren".

Betrof de demonstratie bij Amsterdam een geval van actieve werkzaamheid op muziekgebied - al weten we van de kwaliteit van dat schalmei-spel niets af, 't idee is tocli aardig - laten we eindigen met een voorbeeld, waai'uit blijkt, dat Leegh-water ook receptief muziek te waardeeren wist. Op zijn zwerftochten, waarover hij schrijft in „Nog een groot nolabel droevig stuk van het hoogwater in Oostlandt", is hij in de hofkerk van Holstoin geweest, en heeft daar genoten van het orgelspel. Hij'vindt 't de moeite waard 't te memoreeren:

, , .\ls nu de Predicatie gedaen was/ zo dat men een Psalm ofte Lofsank begon te singen/ zo speelde men met den Orgel met een klein geklit daer onder/ ook mede met verscheiden Instrumenten/ als een Luit/ Fiool/ Schuiftrompet/ ende andere Instrumenten meer/ zeer aengenaem ende vermakelik i^/ go dat ik niet en weet dat ik van myn leefdagen schoonder/ aengenamer ende, vermakelyker . Muzyk gehoord heb/ als aldaer m de hofkerk van Holstein."

Die lof is des te opmerkelijker, omdat de toon in datzelfde verhaal uvi niet bepaald vleiend is ten opzichte van de „Oostlanders". Speelde de Holsteiner juist in overeenstemming met Leegh-waters persoonlijken smaak? Of zwierf hij door zijta. werk te veel rond in de polders dan dat hij gelegenheid had de Hollandsche kunstenaars in de groote steden te hooron? Want organisten die hun instrument behoorlijki konden gebruiken, waren er ook toen wel in Holland. Maar — al speelden ze niet „droog", — die eer om de psalmen onder water te kunnen spelen, zullen ze wel graag aan Leegh-water overgelaten hebben en - er zal onder de collega's van tegenwoordig wel niemand gevonden worden, die zijn streven richt op deze zonderlinge muzikale prestatie, i^j

JOH. LÜIJKENAAR FRANCKEN.


1) Een houten blaasinstrumeat met een scherp, doordringend geluid; voorlooper van onze hobo.

2) Goed.

3) Wijsjes.

4) En omdat ik zeer goed kan zwemmen.

5) Braat, Hink.

6) Onder anderen.

7) Onder anderen. ') Betreft.

8) Gematkehjk.

9) Geschikt.

10) Geschikt. 1") Zonder zin.

11) Vergeefsche.

12) Tot genoegen,

13) Wie de volledige werken niet kan raadplegen in een bibliotheek, kan aardige gedeelten vinden, o.a. van het onderwater-gaan, in Dr G. A. Brands, Bloemt, uit Ned. prozaschr. der 17e eeuw, bij Fa Wolters, 1927.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

Psalmen onder water.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1928

De Reformatie | 8 Pagina's