GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kleine levens, door Diet Kramer.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kleine levens, door Diet Kramer.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Al eerder heb ik gewezen op de schets als op eein van de moeilijkste literaire vormen.

Het componeeren van de schets stelt aan den Schrijver bijzondere eischen. Hij moet beknoptheid! betrachten, en tóch ontledend te werk gaan; hij' moet in 't kort verhalen en tóch zijn materiaal vinden in détail-omstandigheden en kleinere trekken van het milieu; hij moet vlot zijn stof behandelen en kan toch niet ontgaan de verwikkelingeii, die karakter-analyse meebrengt. Zulk een schrijver moet voor alles beheersching kennen en dat is te moeilijker, omdat de hedendaagsche literaire kunst juist het uitleven van individualiteit voorstaat.

Daarom verdient de goede schets als-zoodanig reeds waardeering, gezien dus als zuiver literair product. En te meer is dat het geval, wanneer ook uit anderen hoofde een schets of schetsenbundel goed is, wanneer dus de inhoud en de geest zoo zijn, dat het geleverde ook als lectuur aanbevelenswaard is.

Deze verdienste in dubbelen zin kan worden toegekend aan de onlangs verschenen schetsen-verzameling van de jonge schrijfster Diet Kramer, die aan de eerste schets den titel „fcleiniö lev ens "1) ontleent. De vijf verhalen, die deze bundel bevat zijn vooreerst als schetsen goed. Ze zijn kort en geconcentreerd op wat hun hoofdzaak is: het verhaal dat ze ieder voor zich brengen; ze zijn zuiver uit het oogpunt van psychologische analyse, die naar modernen eisch ook van de schets een der voorname elementen is; ze zijn welverzorgd van taal en verdienstelijk van stijl. Daarin ligt dus opzichzelf al reden om met dezen' schetsenbundel ingenomen te zijn.

In de tweede plaats zijn inhoud en geest van uitnemend gehalte en dat maakt, dat we „Kleine Levens" met vreugde begroeten als een nieuwe bijdrage tot onze 'Christelijke kunst. Het go-eide is hier vooral, dat het Christelijke niet als een dikke laag over het gebeuren heengesmeerd is, maar dat het als een fijne ader door de verhalen heenloopt. Want juist daardoor spreekt het te krachtiger. In dit opzicht zijn het best geslaagd' de schetsen „Kyrie Elejson" en „Wannes-Jan". Het eerste is de vertelling over een ventje, die, als op Kerstdag een zusje geboren wordt, vol vreugde het van moeder geleerde versje over het Kerstkindje zingt, zonder te beseffen, dat het verheugende feit aan zijn moeder het leven beeft gekost. Ontroerend is zijn argeloos zingen van het refrein „Kyrie Eleyson", Heer erbarrn U, en zijn vraag aan den van smart gebroken vader of moeder nu ook de engeltjes van den Kerstnacht beeft hooren zingen; ontroerend ook is de beschrijving van den Kerstnacht zelf als „eindelijk de lang verwachte engeltjes door de lichtende twinkelende steirreinheiren naar omlaag kwamen en brachten het kind". (Zoo heeft de moeder het den jongen in uitzicht gesteld) en daarnaast: „er was een ziel', die opsteeg' tot voor Gods troon."

Eveneens van aangrijpende kracht is de schets I „Wannes-Jan", in Texelsch dialect geschreven, en verhalend den levensstrijd en het levensverdriet, maar ook de veel grootere levensoverwinning van een eenvoudigen man, die met de daad toonde, dat hij den zwaren weg, dien hij gaan moest, zag, als door God over hem bepaald. Men moet deze schetsen zelf lezen, om de teekening van wat ik noemde den Christelijken ader die door het marmer van het verhaal heenloopt, in haar fijnheid te zien.

Naast deze beide schetsen bevat de bundel nog drie andere: „Kleine Levens", (ontleding van de klein-geestige babbelzucht van hofjesjuffrouwen, ), „Bezoek" (over het leed van een kind welks ouders gescheiden zijn), „Bloemen"" (over drie stakkerdjes, die hun moeder in het ziekenhuis bloemen willen brengen, doch niet worden toegelaten). Alle zijn ze metterdaad uitbeelding van kleine levens, maar die groot zijn van tragiek. Ook deze schetsen zijn goed, goed van inhoud en goed van taal.

Ten einde den lezer van dit laatste een indruk te geven, neem ik een fragment over uit „Bloemen". Men ziet dan, hoe de schrijfster met eenvoudige woorden effecten weet te .bereiken, die spreken en hoe ze een even scherpe als reëele visie heeft op de werkelijkheid van het kleine leven.

„Drie bleekneuzige peuters, schraaltjes en armoedig in hun Zondagsche, grauwe kleeren" willen moeder, die in het ziekenhuis ligt, verrassen met bloemen, die ze van een opgespaard kwartje hebben gekocht. „Sientje, de oudste, klein ding van tien, geraffineerd bij-de-hand en vroeg-rijp door vele achterbuurt-ervaringen" heeft klein-Willempje, die niet mee kan komen, en Klaas aan de hand. Ze koopen de bloemen en komen aan het ziekenhuis. De portier, „vreemde man met een roodgestreept jasje" kijkt bedenkelijk op Sientjes vraag, of ze naar moeder mogen. En dan volgt het fragment, dat ik wilde weergeven.

„Nou...." zei hij toen. „Dan moet ik toch eens even aan de zuster vragen, of jullie wel naogen. Waclit hier maar op de bank."

Hij verdween door de lange, witte gang en Klaas haalde snuivend zijn neus op.

„Ba, wat een nare lucht." „Da's altijd...." lei Sientje wijs uit. „Da's van 'i ziekenhuis."

Ze zaten naast elkaar op 't smalle bankje en zwegen. Willempje traste met zijn hak tegen het hek, maar Sientje verbood streng:

„Bè' je nou wel heelemaal.... mot die meheer je meteen meenemen stoute jongen, asse se dat zien, dan ma' je niet mee naar Moeder...."

Willempje's onderlip schoof meer naar voren en Sientje suste, bevreesd voor een huilbui in dit stille huis. Eindelijk kwam de man terug met een zuster, die een witte muts droeg en een blauwe japon.

Niks niet mooi...." ibekritiseerde Klaas.

„Komen jullie voor Moeder? " vroeg ze en zoo ongetend-vriendelijk was haar stem, dat Klaasje verwonderd omhoog keek en haar met wijde oogen aan Weef staren.

„Ja, juffrouw.... voor Moeder, " zei Sientje bedeesd. Willempje herhaalde jengelig: „Ik wil naar Moeder toe "

„Dat is jammer, want Moeder mag geen bezoek meer hebben. Moeder is heel erg naar vandaag." Er kwam geen antwoord.

Sientje's brutale krenten-oogen vulden zich met tranen en heel Klaas' smal gezicht vertrok van hevige teleurstelling, alleen Willempje begreep het niet, bestaarde nadenkend, met 'n vinger in den mond, den j portier, die er nog steeds stond naast de zuster. j

„Kan 't niet, kan 't heel niet, " stotterde Sientje | zieligjes, met een smeekenden blik. „Effies maar, ken I dat óók niet.... we hebbe Woeme gökocht.... voor | Moeder."

Maar de zuster schudde beslist van: „Nee." J

„Jullie zouden Moeder toch niet heel erg ziek willen maken? Nee, hè? Wil ik Moeder die bloemen maar geven."

Klaasje, half achter zusters rug, schudde heftig zijn hoofd en keek verontwaardigd.

Sientje begreep.

„Nee...." hakkelde ze, al half omgedraaid naar de deur. „Dan geven we ze liever zelf, volgende keer...."

Zuster keek wat medelijdend, maar zonder de geweldige teleurstelling te begrijpen.

„Ik wil naar Moeder...." klaagde Willempje en hield Sien tegen.

De man met het jasje, opende opnieuw met wijd gebaar de deur en ze gingen heen, drie bleekneuzige peuters, schrale, armoedige figuurtjes, verloren onder de vele mensohen.

Willempje huilde met korte, verdrietige schokjes, zijn mat-ibleëk gezichtje tegen Sientje's verkreukelde schort.

Klaas tuurde weg, zijn oogen in wrokkig verwijt naar de menschen voor de restaurants, naar de auto's voor de trottoirs.

Dit fragment moge bewijzen, als proeve van liet geheel, dat de lof, dien we voor dezen schetsenbundei uit literair oogpunt hebben, verdiend is.


') Uitg. U.M. Holland, Amsterdam.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 november 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Kleine levens, door Diet Kramer.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 november 1930

De Reformatie | 8 Pagina's