GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kerstpoëzie van Guido Gezelle.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerstpoëzie van Guido Gezelle.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Warmeer we, zooals gewoonte is, ter gelegenheid van het Kerstfeest iets van de Kerstpoëzie onzer literatuur den lezers voorleggen, is als vanzelf onze keuze bepaald.

Het jaar 1930 is geweest het Gezelle-jaar. Alom is, ter viering van Gezelles honderdsten geboortedag, da grootmeester der Vlaamsche kunst herdacht, in woord en geschrift, en is er op gewezen (o.m. ook in deze rubriek van ons blad), hoe uit zijn poëzie vooral spreekt de vrome Gezelle. Altijd weer was zijn vers de weerklank van wat er leefde, diep in het godvruchtig gemoed van den dichter en zoo is het begrijpelijk, dat het wonder van den Kerstdag, waarvan hij zoo ten volle de aanbiddelijke heerlijkheid verstond, bij herhaling de stof is geweest van zijn zang.

Er zijn verscheiden© bekende kerstverzen van Gezelle. Maar als men de vele bundels van zijn dichtwerk bestudeert vindt men ook onbekende, die niettemin zijn van echt-Gezellesche schoonheid.

Enkele van die onbekende kerstverzen wil ik hier dan weergeven, als op de gelegenheid van den tijd gestemde lectuur-stof, maar ook als proeven van Gezelles kerstpoëzie, die het stempel dragen van zijn persoonlijkheid en zijn dichterschap.

Gelijk ten aanzien van alle openbaringen van het godsdienstig leven, stelde Gezelle zich ook persoonlijk voor het feit van den Kerstdag en dan was het ook hier, zooals steeds, het besef van eigen onwaardigheid tegenover de groote liefde en barmhartigheid Gods, dat den grondtoon vormde van zign lied. Een klaar getuigenis daarvan is het vers:

„Kerstdag", dat in vorm en inhoud beide een karakteristieke proeve is van Gezelles poëzie en tegelijk bg uitnemendheid een kerstzang.

KERSTDAG.

O, groote God geworden een kleen kind, waarom toch is 't dat gij mij zoO' bemint?

Wat ben ik U die niet med al en ben; en, kennend mij, mij waarlijk niet en ken?

Gij wordt hetgeen ik nimmer wezen zou, ware ik üw Woord en Uwer wet getrouw:

„'t En zij gij wordt een arrem kind gelijk, en*) komt gij ooit" zoo zeit**) ge „in 't hemelrijk".

Uw Woord, Uw Wet Uw doen, Uw zeggen staat, o Groote God, hier in dit kindgelaat.

Gij heet en doet ik doe noch durve... O' neen, 'k en ben, o God 'k en ben noch kind noch kleen.

En maakt Gij mij niet dat Gij doet en zeit, 't Is uit met mij... o God, bermhertigheid!

Een andere openbaring van de Gezelle-persoonlijkheid was zijn bijzondere voorliefde voor het primitieve en naieve, zooals dat leefde en leeft in de volksziel. Vandaar dat het Driekoningenlied, specifiek-Vlaamsch volksvers, ook bij hem gevonden wordt, maar dari niet als een slechts den buitenkant rakend bedelliedje, doch als de aanwijzing van wat de ster van Bethlehem ook nog voor ons beteekent. Er is dit:

DRIEKONINGENLIED.

Weest welkom, aan den Hemel daar, o lang verbeide sterre klaar, bewijs van Gods bermhertig wezen, na zooveel duizend jaar!

Weest welkom, aan den Hemel daar, o lang verbeide sterre klaar: 'twas diep en donker, al verdwenen. Nu wordt het licht, voorwaar, nu is er hoop verschenen: de duistre nacht vaart spoedig henen!

Weest welkom, troostend nachtgezicht, o lang verbeide hemellicht, den weg wijst ons der blijde steden, ***) waar God geboren ligt, en wacht naar onz' gebeden: Hij, spijts al onze onweerdigheden!

Zoo menig nacht en dag vervloog, en eindlijk, staande hemelhoog, blijft ge ons den verren gang bepalen, gij prachtig lichtvertoog, en strooi uw gulden stralen 0; p Bethlehems geruste dalen.

Nog is er, in het makkelijke rhythme van een voorden zang bestemd liedje, dit Driekoningen-vers:

Dit zal wezen land van Dezen dien gij, sterre, wijst van verre!

Knielend vatten onze schatten en des Heeien lof vermêeren!

Gij staat stille Waar Gods wille wijst de stede van den vrede!

Verre boven alles loven, luide en machtig, hooge en krachtig, immermeer God den Heer!

Laat ons allen neergevallen voor Gods voeten Hem begroeten!

Eindelijk ontmoeten we in deze kerstpoëzie ook den priester Gezelle, die voor zijn parochianen opkomt en, wetend hoevelen van hen ama zijn en ontberingen lijden, de rijkein aanspoort in milddadigheid te betoonen, dat zij de boodschap van den kerstdag ook hebben verstaan in den plicht, dien hij hun oplegt:

't IS KERfclTDAG.

't Is kerstdag! Neen 't, 'ten kraakt geen snee', 't en rijmt, 't en vriest, 't en ijzelt. Toch lijden de arme menschen wee en wordt hun hert verbrijzeld! Ze willen werken, maar 't en valt geen werk, geen loon, geen eten: Wiens hert, van ijs of ijzer, zal 't nu 't kerstdag is, vergeten? • Geeft milde, geeft, die hebt en houdt van. God zoo milde gaven: 't Wordt anders al, uw geld en goud, naast u in 't graf gegraven. Geeft milde, gij die kersten zijt en kerstdag komt te vieren; geeft milde, alzoo men in vroeger tijd gaf milde aan menschen en dieren; en Hij, die menschen en dier bemint, die u, o mensch, verheiven, vergodlijkt heeft. Hij zal 't zijn kind' o mensch, eens wedergeven!

Verschillende kerstverzen, verschillend van inhoud en van intonatie, en toch aJle getuigenissen van den rijkdom, dien het kerstwonder voor Gezelle inhield, en accentueerend voor eiken lezer de beteekenis van het kerstfeit. En daarom, ofschoon onbekend, de aandachtige lezing waard.

C. T.

*) en, is evenals het Fransche ne een dubbele ontkenning: en ooit is dus; nooit.


***) dat ons den weg wijst naar de blijde stad'.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Kerstpoëzie van Guido Gezelle.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 1930

De Reformatie | 8 Pagina's