GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HET JAAR 1930.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET JAAR 1930.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Geestelijk leven).

Het beeld dat wij thans, er vlak achter staande-, hebben van het pas afgeloopen jaar, is niet het meest lichtende', hoe kleurig het ook zijn moge. De afbrokkeling van de vastigheden ging ook in dit jaar door, en de klare klanken dergenen, die in den Naam des Heeren protest aanteekenen tegen den geest der eeuw en een dam willen opwerpen ter beteugeling van den stroom van al meer doorbrekende geestelijke losbandigheid gaan hoe langer hoe consequenter ten onder in het geroezemoes van duizenderlei als ja.zz-band denderende geruchten van velerlei devies.

Zoeten we naar een beeld voor de geestelijke structuxir van liet jaar zooals die zich in ons land openbaarde, dan denken we aan de A. V. R. 0.meeting op Houtrus t, waar de tienduizenden samenkwamen om te vragen om het principevrije verma.akmiddel. Geen principe-, dan het principelooze', en geen ander belang dan het vermaak — nu eens onder het mom van „kunst", dan weer, eerlijker, onder het motto „ontspanning" aangediend —• vermocht de geesten der massa te boeien.

Nu zou men kunnen zeggen, dat het jaar 1930 ten dezen dan aan vele van zijn voorgangeren gelijk was, ware het niet, dat de geest van den tijd in dit alles te feller zijn karakter openbaart, juist in het jaar 1930, dal veelszins een jaar van hangen nedergang wa.s op zoo menig gebied. Welke de beteekenis is van de finantiëel-oeconomische crisis zal later door be-voegder hand dan de mijne worden beschreven; maar dat bij het al grauwer worden van de wolken die een bange toekomst omhullen, dat bij het zinken van het ; wereld-crediet, dat bij het werkeloos-worden van honderden 'op één maal en van duizenden in enkele weken, de kreet naar het vermaak niet verstomt, spreekt een taal, die bang maakt.

Sinds Kant een religie-vrije moraal tot ideaal maakte, en H e g e 1 zijn zich ontwikkelende Idee preekte, hebben die twee elkaar gevonden in hun geestelijke kinderen, die de bandeloosheid als een ontwikkelingsfase op weg naar een nieuwe moraal teekenen. De driestbeid, waarmee de vrijheid wordt gepredikt, „vrijheid" van banden die goddelijk zijn, doet vooral de jeugd eischen stellen aan het leven en aan hun eigen levensenergie, Idie weinig goeds beloven voor het geslacht van de toekomst. En dat geslacht wordt opgevoed in de richting van de culte van de schoonheid van het mens c h e 1 ij k lichaam, meer consequent dan ooit te voren. Voor sport en spel offerde de gemeentekas van Amsterdam ook dit jaar weer hare millioenen.

En diezelfde gemeenteraad, die deze millioenen voteerde, maakte den bouw eener gereformeerde kerk op het Ceramplein, een terrein, dat al jaren „in optie" was gegeven, af. In naam van de ruimte en de wijde lucht in de stad; ook in naam van'de openlijke vijandschap tegen de kerk van Christus. Zijn we inderdaad zoover, dat hij, die .niet heeft het „teeken van het beest" geen koophandel drijven kan? Is het zóó, dat wij nu reeds slechts kerken kunnen bouwen bij de gratie van hén, die onzen God en Zijnen Christus haten? Inderdaad, het schijnt, dat 1930 ons ook dat heeft geleerd.

En zij, die tegen het Evangelie de revolutie prediken, worden al driester. Na het woordgegoochel van Albarda in de Kamer, en na zijn eindelij ke erkenning van een plan tot verzet tegen wet en orde, kwam op het einde van het jaar het Kerstcongres van de S. D. A. P'. met de leuze van „dappere ongehoorzaamheid". Merkwaardig is het dat zij, die in hun religieuse functie misgaan, in alle functies, ook in de logische, worden aangetast. Voor een bepaalde daad toch is slechts dan dapperheid vereischt, indien men gevaar ervoor trotseert, en indien het doel niet ligt binnen het bereik van den lafaard. Hetgeen hier niet alzoo het geval is.

Maar ook de logica trotseert men graag voor de leuze. Tot de feiten v/eer leven mèt de beginselen.

En ook hierin gat 1930 niet veel hoop.

Er komt a.llerwege een neiging tot het theoretiseeren. In eiken kring. Het is opvallend, dat er veelal zulk een sterke voorkeur is voor het ónfeitelijke gepraat over alles en nog wat. V a k - wetenschap is voorheen ontdaan van beginselen; n ü is men in méér dan één kring bezig de beginselstudie te ontdoen van de feiten, en de propaganda voor de beginselen ledig te houden van dingen. Om dan in een sentiment voor de schijn-inhouden zich te verliezen.

Na de verarming van de wereld door het beginselen hatende positivisme, wordt ze waarlijk door het feiten-minachtende sentimentalisme niet rijker. Maar 1930 bracht ons al weer een eind verder weg. Ook in religieuzen zin. Klaagde niet ook de schrijver van ons Kerstartikel o-ver een „ont-dinge-n" van ^e dingen?

Het jaar dat heenging bracht op meer dan één terre-in teleurstellingen.

Onderscheidene van deze terreinen zullen op deze plaats - door verschillende schrijvers, de eerstvolgende weken worde-n besproken.

Wij beperken ons tot het geestelijk leven in het algemeen.

Maar daaronder valt dan wèl het kerkelijk leven.

Waarover we kort willen zijn.

Het naprate-n over de Arnhemsche synode duurt nog voort. E-n geen wonder. Een generale synode .is toch in ons kerkelijk leven altijd nog e-en gebeurtenis.

Intusschen zal niemand zeggen, dat er op die synode zooveel gebeurd is. Aan wie de schuld ? Hebben we dan geen geloof? Misschien te weinig. Hebben we dan geen moed? Misschien niet genoeg. Ontbreekt de kennis? Ook wellicht veelszins. Is er de liefde niet? Ook niet zóó als het zijn moest...

En toch, ik ben overtuigd, dat er veel meer zou kunnen geschieden in ons kerkelijk leven, en dat - er ook veel en veel meer geschieden zou, indien er niet ware het gevaar van het d o o-r - slaan. Ik geloof .niet, dat puur conservatisme, conservatieve - neiging zoo maar, zonder meer de leiding gaf in veel - dat er erg behoude-nd uitziet. Hier is iets anders.

Ge kunt gaarne uw huisdeur o-pen zetten, als de zomer binnenkomt, en warme zonne-stralen door d'open poort naar binnen jubelen. Maar al houdt ge ook nóg zoo zeer van open deuren en open vensters, als er van buiten een storm drukt tegen de voordeur en de wind rammelt tegen de ruiten, dan zegt ge: laat dicht. Niet omdat ge zoo gaarne alles potdicht hebt. Maar omdat daar buiten een storm woedt, die straks als hij binnen komen kan bij U, alles in buis omver werpt.

Zóó zie ik de houding van velen. Het is zoo gevaarlijk om vooruit te gaan; zoo gevaarlijk o-m open te maken, wat dicht zit. Het is vaker gebeurd, dat men begon te praten over open vensters en open deuren, en dat het - eind was een sto-rm, waarvoor men bang werd, een stroom, dien men niet meer kon beteugelen.

Toch zit er achter deze voorzichtigheid ook wellicht gebrek aan vastheid van vertrouwen. Ook is het waar, dat sterke figuren heel veel wage-n... Maar sterke figuren zijn oo-k wijs.

En al was de synode van 1930 de synode vaa den arbeid naar bniten, ze was oo-k de syno-de van het dilemma „wijze voorzichtigheid" of „wijze kracht". Dat hóeft niet twee te zijn. Als er maar geloofs-eenhei-d is.

De toekomst zal leeren, of er in 1930 ee-n eenheid was tussdien deze twee.

Negentien-honderd-en-dertig was het jaar van blij gedenken voor de Vrije Universiteit.

Het feest, dat gevierd werd, heeft aan veler harten een warme verkwikking gegeven.

Na het Theologische-School-Jubileum ten vorigen jare v.olgde hel feest van de Universiteit.

Daar is, ondanks alle ve-rval ook in dit jaar ons weer duidelijk getoond, dat de trouw van onzen God onverbreekbaar is. Er was veelszins ook een groeien. Niet alleen openbaar in het feit, dat de Universiteit een vierde faculteit o-ntving, maar ook daarin, dat van velerlei zijde voor de gereformeerde wetenschap meer werkelijke belangstelling openbaar werd dan voorheen dikwerf het geval was.

Groeien dééd ons leven.

Onze kerken wiessen.

De zendingsarbe-id werd gezegend.

.Onze scholen bloeiden.

Ja, omdat God getrouw blijft.

Want ach... het bleek — we wisten het wel — maar het bleek ook in dit jaar telkens weer^. hoeveel eigenzinnigheid, eigenwilligheid, eigenliefde-, en ontrouw in allerlei vorm onder ons woont.

Des te meer hebben we stof tot ootmoeidig danken.

En beginnen we het nieuwe jaar met de betuiging, dat ook - nu weer onze verwachting' is alleen van den Heere onzen God.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 januari 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

HET JAAR 1930.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 januari 1931

De Reformatie | 8 Pagina's