GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Roomsche stemmen over het huweliiksprobleem.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Roomsche stemmen over het huweliiksprobleem.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dezer dagen werd in de Aula van het Koloniaal Instituut te Amsterdam de Vijfde Nederlandsche Katholiekendag gehouden. Onder de onderweipen die aan de orde kwamen was ook „Het Huwelijk in de literatuur", ingeleid door Mevr. A. van Wageningen—Salomons. „Het Vaderland" van 27 Mei 1.1. (dat ik onder vriendelijken dank toegezonden kreeg) bevat van die rede een verslag, waaruit ik gaarne enkele passages onzen lezers voorlagen wil, ten eerste, omdat daarin van Roomsche zijde een frontlijn wordt getrokken, die aan de onze geheel paralel loopt, ten tweede, omdat deze citaten relief geven aan de bespreking van een boek, dat ik reeds aanstonds na de verschijning (najaar 1930) onder de aandacht had willen brengen, doch steeds moest laten overliggen.

Mevrouw Van Wageningen zei o.m. dit:

We kunnen er ons niet mee vleien het werkelijke huwelijk gezuiverd en gesterkt te hebben, voordat wij de gevaren en de vergiftige stoffen uit de fictieve wereld onderkend en zooveel mogelijk afgewend hebben.

Wanneer een-boek in de mode is, moduleeren de menschen, die het lezen, hun levenswijze en opvattingen naar die in den roman.

Van Goethe's „Die Leiden des jungen Werthers" was een zelfmoordepidemie het gevolg en door het sluipend vergif van Couperus' „Eline Vere" verloor een rij van zenuwzieke, onvoldane jonge vrouwen haar kracht en levensmoed.

Een roman kan een slechten invloed uitoefenen op huwelijk en huwelijksleven: ten eerste door de deugd in discrediet te brengen en in de tweede plaats door de ondeugd als iets begeerlijks voor te steUenf

Zoowel de braafsprekerige boeken als die, welke van de zonde iets voldoeninggevends en bevredigends maken, hebben eigenlijk met literatuur niets te maien en zijn niet meer dan oppervlakkige prullen.

Want een waarachtig kunstenaar tracht door te dringen tot den diepsten grond der dingen en dan kan hij het niet voorstellen, alsof een leven, dat ingaat tegen de Goddelijke en menschelijke wetten, toch rijk en gelukkig zou zijn.

Wat mag wel de reden zijn, dat we in de literatuur zoo zelden een verheerlijking van het goede huwelijk ontmoeten, terwijl de buitenechtelijke liefde zoo herhaaldelijk wordt bezongen en beschreven?

Het schijnt of bijna alle liefdeslyriek der wereldliteratuur werd geïnspireerd door liefde vóór of buiten bet huwelijk.

Moet dit worden toegeschreven aan wuften zin, aan hang naar de romantiek van het verbodene of is er misschien de vleiende verklaring, dat het wezen van het huwelijk de openbaarheid schuwt en dat de huwelijksliefde slechts ten volle bloeien kan in de verborgen intimiteit?

Tengevolge van de emancipatie heeft men jarenlang het moeilijke gegeven van een gelukkig huwelijk in de romanliteratuur links laten Uggen, maar nu begint er kentering te komen, een algemeene tendenz om opnieuw aandacht te schenken aan het constante huwelijk, aan de groote liefde voor het gezin.

Met de „braafsprekerige boeken", hier genoemd, bedoelde de Spreekster, blijkens andere gedeelten van het verslag, een bepaald soort van Roomsche boeken, die op ongezonde en sentimenteele manier over het huwelijksleven handelen. We kunnen die hier buiten beschouwing laten. Waar het op aan komt is dat, wat de Spreekster opmerkte omtrent die romans, die de zonde als iets begeerlijks, als iets voldoeninggevends voorstellen. Deze romans werden gevaarlijk genoemd en uit literair oogpunt als waardeloos gebrandmerkt. Hier hebben we die frontlijn, die aan de onze paralel loopt: precies dezelfde gedachten zijn ook in onzen kring uitgesproken. Nadere aanwijzing behoeft dat wel niftt.i)

Opmerkelijk is ook het slotgedeelte van mevr. Van Wageningens rede, waar ze-sprak over de kentering in de romanliteratuur naar een aandacht schenken aan het constante huwelijk en de groote liefde in en voor het gezin. Er is inderdaad zekere verandering merkbaar: • de kem van boeken als „Huwelijk" van Jos. Brusse—van Hulzen, „Het Gezin" van Jet Luber e.d., hyper-moderne romans overigens over het huwelijksprobleem, is anders dan wat de gewone vertegenwoordigers van het soort bevatten en misschien mag daarin een kentering worden gezien naar een minder tendentieuze houding. In de moderne Roomsche literatuur zien we deze positieve richting zeker. A. J. Zoetmulders roman „De greep van den tijd", Antoon Coolens „Kinderen van ons volk", Marie Gijsens „Aan de Boschdreef", Marie Koenens „De andere" e.d. zijn daarvan de bewijzen. Een heel duidelijke proeve daarvan is ook het boek, dat ik boven bedoelde en dat ik dus als in het momenteele verband passend, thans bespreken kan. "'tis de roman van Marie Koopmans „Het Leven antwoordt", een strekkingsverhaal, dat zeer bepaald partij kiezen wil tegen de moderne huwelijksmoraal en het pleit voeren voor de Roomsch-Katholieke huwelijks-en gezinsopvatting. En omdat ook hier de lijnen, zij het dan niet paralel, dan toch voor een deel met de onze gelijk)loopen, verdient dit boek ook onze belangstelling.

Een strekkingsverhaal heeft altijd dit karakter, dat het in zijn bestanddeelen zeer marquant is: het goede moet duidelijk als goed, het slechte daartegenover als slecht uitkomen. Er is dus een scherp uitsnijden van omtrekken in zulk een boek en dat is ook hier het geval. Het toekent drie vrienden, die tot een laat huwelijk zijn gekomen. Twee van hen, de apotheker Tellen en de handelsman Wolf, notabelen beiden van een landelijk stadje, zijn getrouwd met de zusters Dano, die, blijkbaar niet zonder bedoeling, met haar moeder uit Den Haag zijn gekomen. Deze zusters zijn egoïstische, liefdelooze vrOuwen, die haar goed aangeleerde coquetteerkunst in dienst gesteld hebben van het doel: te trouwen en „binnen" te zijn. De eene, Brigitte, is een harteloos, koud wezen, die eigenlijk een afkeer heeft van haar man, de Kerk negeert en de kinderplicht (Roomsch beginsel immers) niet wil aanvaarden, en, als ze eindelijk heeft toegestemd in het diepst verlangen van haar man, haar twee kinderen schandelijk verwaarloost. De andere, Chrysantha, Wolfs vrouw, is een wuft schepsel, ©en lichtzinnige flirt, die haar man raïneert en telkens van hem wegtrekt om in een buitenlandsch luxe-oord een overdadig leven te leiden. Ook zij wil van het Roomsche huwelijk niets weten, heeft er zich, yoor „het doel", alleen maar pro forma in geschikt.

Natuurlijk zijn beide huwelijken jammerlijke mislukkingen. En dan mislukkingen voor het leven, want het kerkelijk huwelijk is niet te ontbinden. Trouwens, de kerk-geloovige echtgenooten denken daaraan ook niet. Hun gevestigde overtuiging laat dat niet toe. Voor Wolf, die vergeefs alle pogingen aanwendt om zijn vrouw tot andere gedachten te leiden, brengt de dood de oplossing (zij komt om het leven op een dollen rit met haar auto). Tellen sleept heel zijn leven zijn steeds zwaarder wordend kruis achter zich aan. En beiden hadden

hun ongeluk kunnen voorzien: bij hen, degehjke kerk-menschen, pasten die mondaine vrouwen niet.

Hier is, in de scherpe teekening van het negatieve, het positieve heel duidelijk. Maar ook wordt dat direct in het licht gesteld in het verhaal van het derde echtpaar, van Akkeren. Deze vriend van Tellen en Wolf trouwt Sabine, een heel eenvoudig, devoot meisje, nichtje van de dames Dano^ maar door dezen en haar moeder met den nek aangezien). Van Akkeren heeft met zijn huwelijkskeuze ernst gemaakt. Hij heeft met den pastoor een en ander maal overlegd en op diens loffelijk getuigenis Sabine getrouwd, ofschoon ze beneden zijn stand was. En dat huwelijk is een toonbeeld van geluk; het woTdt in alle opzichten rijk gezegend en is een dagelijks opnieuw beleefde blijdschap. Even droevig als het leven van Tellen en Wolf, even zonnig' is dat van Van Akkeren en daardoor kan hij hun helper en trooster zijn, altijd en telkens weer.

Dit huwelijk van Van Akkeren en Sabine is het sprekende voorbeeld van het goede, op hechte grondslagen gebouwde huwelijk, waaruit een rijk en gelukkig gezins-en liefdeleven opbloeit, een pleidooi-in-feite voor het Roomsche huwelijksprincipe tegenover moderne moraal.

Nog moet vermeld, dat ook de, in dezen belangrijke, ppvoedingsfactor scherp wordt belicht. Want tegenover de slappe, beginsellooze, oppervlakkige moeder der zusters Dano, wordt gesteld de heel eenvoudige, .onbeschaafde Tante Trui _(Sabine's opvoedster), een volksmensch, maar vroom van hart en wijs van zin, die het goede in haar „kind" heeft gekoesterd en tot rijke ontwikkeling heeft gebracht. , 0ok hier is dè tegenstelling van de absoluutheid eener strekkingshistorie, gelijk in heel het verhaal. Maar^j enkele détail-gevallen daargelaten, is toch het boek nergens opdringerig. En in de tragiek van het licht-nemen van wat 't zwaarst had moeten wegen, is het een klaar getuigenis.

We hebben hier alzoo een boek in den geest als Mevrouw Van Wageningen bedoelde. Want wat zij noemde „het constante huwelijk", „de groote liefde in en voor het gezin" zijn de centrale gedachten van den roman. Natuurlijk is de geest Roomsch en zijn bepaalde ideeën, die gelanceerd worden, de onze niet. Maar , in zijn hoofdzaak: de waarschuwing tegen moderne lichtzinnigheid op een punt, waar heilige binding behoort erkend te worden is het ook van waarde voor onzen kring, die mede door het infectie-gevaar wordt bedreigd.


1) Wie er meer van weten wil moge ik verwijzen naar: „Het Huwelijksprobleem in leven en literatuur", door Dr C. J. Honig en Dr C. Tazelaar.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

Roomsche stemmen over het huweliiksprobleem.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1931

De Reformatie | 8 Pagina's