GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ina Boudier–Bakker en baar werk.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ina Boudier–Bakker en baar werk.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

In het variige artikel hebben we, lettend op de levensgeschiedenis en de levensverhoudingen van de Schrijfster Ina Boudier-Bafcker, de verklaring gevonden van verschillende elementen van haar .jverk. De Schrijfstersaanleg vras er — 'tis bekend, dat Ina Bakker als kind van 10 jaar copie voor een feuilleton Inzond bij een courant en dat eenige dagen later, met een geleidenden brief, het honorarium werd thuisbezorgd — en nu werd die aanleg in bepaalde richting ontwikkeld door de feiten van haar leven, 't Is de historie eigenlijk van iedere schrijversontwikkeling. De moderne methode van beoefening der iiteratuur-historie, die het psychische verband zoekt tusschen de persoonlijkheid en het werk van een Auteur, doet dat telkens en dikwijls heel verrassend zien.

Naast deze feitelijke dingen nu zijn van groot belang de invloeden, die op een Auteur hebben ingewerkt. Soms immers zijn die heel sterk geweest en beslissend over den aard van iemands werk. Als b.v. de bekende Engelsche dramaticus Bernard Shaw kennis maakt met de drama's van Ibsen, is voor heel zijn verderen arbeid de grondslag gelegd en als Mevrouw Bosboom in aanraking komt met de nationaal-romatiek is de richting van haar romankunst voorgoed bepaald. En al is in vele, misschien de meeste, gevallen niet van zóó sterken invloed sprake, invloeden zijn er altijd, omdat de vorming van den mensch in 't algemeen en van ieders denken en doen in 't bijzonder steeds mede door factoren van-buiten-af geschiedt.

Ten opzichte nu van een Schrijver is de kennis omtrent deze invloeden van niet te onderschatten beteekenis. Ze verklaart veel, van wat anders mogelijk' niet of niet ten volle begrepen zou worden. Eto denkbeelden, de gevoelens, de sympathieën en antipathieën, die in het werk van een Auteur tot uiting komen, zijn dikwijls terug te brengen op bepaalde invloeden, die zich op hem of haar hebben doen gelden. Altijd heeft zich dan ook de literatuurwetenschap bij haar onderzoek naar het wezen en de waarde van de literaire productie met de vraag omtrent deze invloeden bezig gehouden. En al diende daarbij steeds de eisch der voorzichtigheid te worden betracht, omdat zulke herleiding geen mathematische zekerheid biedt en dikwijls allerlei moeilijk te controleeren bijkomstigheden haar kruisen, zekere winst werd er toch bijna altijd mee verkregen.

Ook ten aanzien van het werk van Mevrouw Boudier-B akker zijn er zulke invloeden en dus moeten we ook daaraan aandacht schenken bij een bespreken van haar werk. Met name zijn het dan twee pnnten, die het noodzakelijk houvast bieden: invloed van lectuur en invloed van traditie. Op de eerste, den invloed van lectuur — altijd een belangrijk element wanneer men komt te staan voor iemands geestesproducten — heeft de Schrijfster zelf gewezen, toen ze aan de meergenoemde Annelèn van het Handelsblad vertelde, dat ze in haar kinder-en meisjesjaren zich 't liefst in de boeken van Dickens verdiepte. Later ging haar belangstelling uit naar Shakespeare, Ibsen, Björnson en van de eigen auteurs naar Emants, Couperus en Angusta de Wit. „Ik heb", aldus verklaarde .ze aan Annelèn') „een diepe bewondering voor het werk van Couperus. Ik heb véél van hem geleerd. Méér nog van Marcellns Emants. Voordat ik van hem had gelezen en geleerd, was er in mijn werk niet de goede lijn. Ik schreef mijn verhaaltjes neer zonder dat ik van psychologische ontleding ook maar eenig benul had. Toen kreeg ik Emants' „Nagelaten Bekentenissen" in handen. Dat gaf mij een schok, dat was voor mij een openbaring. En van dat oogenblik af gaf ik mij rekenschap van wat ik neerpende".

Ibsen — Bjömson — Couperus — Emants! Wie meer van deze vier kent dan den klank van him naam, begrijpt onmiddellijk wat het zeggen wil, dat zij de literaire leermeesters zijn geweest van Ina Boudier-B akker: pessimisten en noodlotsprofeten alle vier, twijfelaars aan de mogelijkheid van levensgeluk en levensbevrediging, ontkenners van eenig geestelijk bezit bij den mensch. En als ze dan, naar eigen zeggen, veel van dezen heeft geleerd, dan begrijpen we ook ineens, wat ze mét zoovele, zoo niet de meeste figuren uit haar boeken heeft bedoeld. Dr Ritter zegt het in het eigenaardige slothoofdstuk van zijn boekje, waarin hij de Schrijfster in een soort van allegorie doet spreken tot haar boekenfiguren en dan doet opmerken: „Elk van ons heeft zijn bestemming, elk van ons wordt gevat i/l zijn onherroepelijk lot, vindt zich geplaatst in zijn blinden levensweg, omdat hij een eisch van het Leven te volbrengen heeft, niet welbewust, maar in zijn eigen natuur. Daarom is de menschenfamilie vol paradoxale verhoudingen, daarom is de kans op geluk al verloren voordat zij gegeven wordt, omdat het licht alleen kan schijnen voor wie geheel vertrouwd is met de wanhoop'der sfclifihbaar doellooze beproevingen". ^)

Die geest van Ibsen — Björnson — Couperus - Emants vinden we telkens weer in de figuren, die Mevr. Boudier-Bakker schept: dat geplaatst zijn op een blinden levensweg, waar men een eisch van het leven heeft te volbrengen, zonder dat men zich daarvan bewust is; dat is dus: het echl|fatalistische, het troosteloo-s-pessimistische.

Zie maar naar Kitty, de vrouw van Paul Terlaat, naar Bernard Terlaat, den ouden heer Terlaat, naar de Bruyère en Ammy, allen uit „Armoede", zie naar Marianne Roske uit „Het Spiegeltje", naar 'Greet, de jonge weduwe uit „Ongeweten D'ingen", naar Dolf Verduin uit , ^Verleden", naar Eli Bas uit „Het Beloofde Land", naar Stance Bremer, uit „De klop op de Deur".

Zelfs spreekt die invloed en dan in 't bijzonder die van de Skandinavische dichters, uit sommige van haar boeken in hun geheel, met name uit haar eerste geschriften: „Het Beloofde Land" en „Machten". In schetsen uit dezen laatsten bundel als:

„De Fabriek" of „Het Allerhoogste" zijn de figuren: het oude vrouwtje dat niet sterven kan en dominee Gidgon en zijn vrouw Liesbeth, geheel Noorsche menschen en van „Het Beloofde Land" zegt Van Campen, dat „in dit werk de uitheemsche invloed zich niet slechts tot de samenstelling van het gegeven of den aard van deze of gene figuren heeft bepaald, maar zelfs volkomen de stijl en de schrijfwijze heeft veranderd". De Schrijfster, zegt hij, „is door den Noorschen invloed heel en a3 aan zichzelf ontvoerd". En inderdaad, wie het boek gelezen heeft zal zich herinneren, dat er een grijs waas van sombere symboliek ligt over het boek, dat öguren als Eli, zijn moeder, zijn oom bijna evenveel mythisch als menschelijks hebben, dat ook de geheele sfeer, zelfs die van het landschap en de dagelijksche dingen, anders is dan .de onze. „Het Beloofde Land" kon een vertaalde Noorsche roman zijn!"

Wat ik hier aangaf moge voldoende zijn om te bewijzen, dat in het werk van Mevrouw Ina Boudier-Bakker een duidelijke invloed van haar lectuur valt op te merken, zoo zelfs, dat er bepaalde, blijvende karaktertrekken door zijn ontstaan.

Als tweeden invloed noemde ik dien der traditie. Mevrouw Boudier-Bakker hecht zeer sterk aan alles wat traditie is. Ritter in zijn genoemd boekje wijst daarop, als hij zegt, hoe in haar huis „overal (U) treft het door elkaar gewevene van familietraditie en persoonlijke levens-verinniging". ^) De herinneringen, die het huis bevat, aan haar ouders, maar ook aan haar grootouders en overgrootouders, die scheepsbouwers waren en waterwerkers, zijn „aan haar leven vastgegroeid als een objectieve noodzakelijkheid". ^) Het gewordene heeft waarde voor haar, is haar een bezit in zijn kleinste bijzonderheden.

Heel haar breed oeuvre is er om het te bewijzen.

Men lette maar eens op de verschillende figuren uit haar boeken, onp die van den ouden heer Terlaet uit „Armoede", voor wien de traditie van zijn huis en zijn geslacht alles is, op die van moeder Bas uit „Het Beloofde Land", of van Martha iiit „Springvloed" en vele andere. Men proeft dien karaktertrek uit „Wat komen zal", uit „De Ongeweten dingen", uit „Het Spiegeltje" en misschien wel het meest uit „De Klop op de Deur". Annètje is heel het groote boek door draagster van de traditie-idee en in de liefdevolle beschrijving van allerlei détails uit het Amsterdamsch verleden leeft dié op schier iedere bladzijde.

De invloed van de gehechtheid der Schrijfster aan traditie stempelt alzoo haar geheele werk en bepaalt mede het karakter daarvan. Daardoor heeft het die rust, die voornaamheid die het kenmerken, het vrij-zijn van tooisels naar de vlottende smaak van den dag, het diepere, dat alleen door bezonkenheid kan ontstaan.

Wel waarlijk mogen we dus spreken van invloeden, die, naast de elementen van persoonlijken aard, als factoren van beteekenis bij'de ontleding van Mevrouw Boudier-Bakker's werk in aanmerking komen. Zonder de kennis van die invloeden blijft men zelfs aan de eigenlijkheid - daaiaran vreemde.

1) Bijvoegsel Algem. Handelsblad, 18 Sept. 1926.

2) „Het huis eener kunstenares" p. 105.

3) M. H. van Campen, „Nederlandsche Romancières" p. 83.

4) t.a.p. pag. 62.


5) Idem, p. 34.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 september 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

Ina Boudier–Bakker en baar werk.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 september 1931

De Reformatie | 8 Pagina's