GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ds „B8kenatnis"'roman.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ds „B8kenatnis"'roman.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu al eenige weken lang heb ik de aandacht der lezers gevraagd voor eenige aanteekeningen over de prozakunst der nieuwe zakelijkheid.

Achtereenvolgens schreef ik over den reportageroman, den filmischen roman en den vitalistischen roman, drie vormen van het nieuwe, die ook in onze vadedandsche literatuur hun vertegenwoordiging hebben gevonden.

Daarnaast is er nu nog de moderne biographie, of, zooals de aan het Fransch ontleende gebruikelijke benaming luidt, het „vie romancée", stellig een van de belangrijkste nieuwe-zakelijkheidsvormen en ook de meest bekende van alle.

Ook dit vie romancée wil ik dus gaarne in deze aanteekeningen-serie betrekken, vooral omdat onze literatuur er verscheidene goede voorbeelden van kent, boeken als: „Rembrandt" van Theun de Vries, „Jan Steen" van C. J. Kelk, „Jan Compagnie" van Arthur van Schendel, „Jaa Pietersz. Coen" van Slauerhoff, e.d. Evenwel moet ik die behandeling eenigen tijd uitstellen, omdat een voor deze rubriek ingezonden artikel op plaatsing wacht en ook de gewone wekelijksche boekbespreking niet te lang mag worden onderbroken met het oog op de actualiteit van het nieuw-verschenene.

Ik laat dus tot nader aankondiging het vervolg van deze aanteekeningen liggen en besluit thans deze eerst© serie met nog te wijzen op één vorm, die mede bij het proza der nieuwe zakejijkheid genoemd dient te worden, den zoogenaamden „Bekenntnis-roman".

Onder den „Bekenntnis-roman" verstaan we den roman, die, naar Roel Houwink kort en duidelijk zegt in zijn „Inleiding tot de Hedendaagsche Letterkunde" „als biecht of in den vorm eener biecht geschreven (is)". Het is dus de roman, waarin de Auteur niet slechts een zelf-analyse geeft, maar bovendien ook de motieven en drijfveeren, de oorzaken en verklarende omstandigheden, die achter zijn levenshouding en levensgebeuren staan.

Al dadelijk merk ik op, dat deze Biekenntnisroman, deze „biecht", niet als de bovengenoemde een specifieke nieuwe-zalcelijkheidsvorm is. Hij bestond al lang vóór van nieuwe zakelijkheid sprake was. Immers, hij was een van de karakteristieke uitingen der Romantiek van het midden der vorige eeuw in buiten-en binnenland en in allerlei schakeering is hij blijven bestaan, ook na de vernieuwing der latere negentiende-eeuwsch© jaren. In het Tachtigers-proza te onzent met zijn individualistisch-pessimistischen inslag was hij veelvuldig en. ook in de volgende periode kwam hij herhaaldelijk voor. Als literatuur-vorm is hij niet van een bepaalden tijd.

Eigenlijk spreekt dat vanzelf. Het wezenlijke van alle kunst is de openbaring van de kunstenaarsziel; de Bekenntnis staat in zekeren zin achter elk kunstwerk. En naarmate de emotie, de bewogenheid, die voorwaarde is voor artisticiteit, meer leeft in een kunstenaars-schepping, naar die mate zal ook het Bekenntnis-element sterker zijn. Wel zullen bepaalde tijden en bepaalde tijdsbehoeften dat Bekenntnis-element meer op den voorgrond brengen — in het wezen der romantiek b.v. lag het direct besloten — maar het behoort niet nadrukkelijk bij eenige periode of eenigen kunstenaar. En zoo is ook de roman van de Bekenntnis niet van een bepaalden tijd.

Zoo gezien, is er geen aanleiding den Bekenntnisroman te noemen in een verband waar de nieuwe zakelijkheid aan de orde is. Wiant deze is wel aan bepaalde tijdsgrenzen gebonden en heeft haar geheel eigen vormen, die ook geheel nieuwe vormen zijn.

Maar die aanleiding is er wel, als we den Bekenntnis-roman bezien in zijn momenteele openbaring, als we dus het genre beschouwen in zijn vorm van dezen tijd. Wiant dan blijkt, dat hij de nieuwe-zakelijkheidskarakteristieken niet slechts vertoont, maar zelfs op zeer typeerende wijze bezit. Die Bekenntnis-roman van tegenwoordig is geheeJ en al nieuwe-zakelijkheidsroman, èn in z'n inhoud èn in z'n vorm. Hij is dus niet een literatuurvorm, die door de nieuwe principes is ontstaan, zooals de reportage-en de fihnische roman, maar die principes hebben hem veroverd, of anders, hij is naar die principes vervormd en aldus een nieuwezakelijkheidsvorm geworden.

Het is niet moeilijk, deze ontwikkeling te verklaren. Als er één bestaande proza-vorm was, waarop de nieuwe-zakelijkheidsbeginselen vat konden hebben, dan was het de Bekenntnis-roman. Diens „biechf'-karakter bracht mee een moeten openleggen, peilen, tot op de kern doorschouwen van innerlijke bewegingen en roerselen, eischten een zich vrijmaken van schijn en uiterlij'kheid, van den druk van gevoelens en scrupules, om zoo te doen komen tot besef van de werkelijkheid van iemands leven en denken, tot het do^en begrijpen van de drijvende kracht en de wezenlijke motieven.

Makkelijk te volbrengen waren die eischen zeker niet, want de verhoudingen van den tijd en dö heerschende begrippen in de onderscheiden achterliggende perioden waren veelszins ernstige belemmeringen voor het eerlijk en openhartig „biechten", hielden heel licht een Schrijver terug van ^, bekentenissen", die hij om eenige reden zou willen, maar om andere redenen eigenlijk niet kon doen. En dan zocht men een oplossing, door een geifinr geerd persoon als verbaal-object te kiezen of dien zichzelf te doen analyseeren. Met name in onze literatuur, de letterkunde van een kleine wereld met welgefundeerde principes van fatsoen en deugdzaamheid; greep men deze mogelijkheid gaarne aan en schiep een „hij" of een „zij", die de „Bekenntnisse" van den Auteur als remplapant te dragen kreeg. Ik wijs ten voorbeeld slechts op de vele romans van het huwelijksproble^^m.

Maar nu bracht de nieuwe tijd de nieuwe-zakelijkheids-principes!

Dat wat men vroeger vermijden, of althans verhullen moest: het absoluut-openleggen, het doortasten, het doorbranden, werd voorwaarde. Het nuchter, reëel, zakelijk weergeven van de werkelijkheid, de „naakte waarheid", vroeger ontoelaatbaar in een boek, dat immers gemeengoed is, werd nu eisch. Wat de „Bekenntnis-roman" noodig had om ten volle Bekenntnis, biecht, te zijn werd door. de nieuwe principes niet slechts aangeboden, maar als conditie gesteld voor een „modem" boek. Men leze b.v. maar het beginselprogram, dat Const, van Wessem ontwikkelt in zijn artikel „Wat is modern proza? " (De Vrije Bladen, 1929, p. 328): „Wij willen ons bevrijden uit den druk, de klem, de obsessie van onze gevoelens... En wel niet door, zooals vroeger, de realiteit te ontvluchten door het imaginaire als de werkelijke wereld te aanvaarden: voor den Schrijver een vlucht in de „literatuur". Maar door de realiteit weer een vast« substantie voor ons ervaringsleven te laten wezen, zelfs wanneer zij in den droom overgaat. Wij nemen de werkelijkheid opnieuw tot ons, niet meer alleen als decoratief gegeven voor een verdichtsel, maar als de werkelijkheid zelf, d.w.z. als de stroom, de schakeering, de beweging van ons werk. Wij bewegen ons niet meer langs, maar in een realiteit, waarmee wij al reeds bekender zijn geworden door de sport, de training van onze lichamen. Zooals wij onze lichamen onder alle omstandigheden door

oefening aan de werkelijkheid willen beheersohen en tevens ontwikkelen^ zoo zijn wij ook onze geestelijke zintuigen gaan ontwikkelen, die tegenover de realiteit werken als reportage, als moment-opnamen met een op den juisten afstand ingesteld apparaat".

Zoo, volgens deze principes, kon zich de Biekemitnis-roman oaitwikkelen tot boek van nieuwezafcelijkheid, of andersom, moesten deze principes wel allereerst den Bekenntnis-roman veroveren en hem maken tot proeve-bij-uitnemendheid van de nieuwe zakelijkheid.

Reeds was hij in de latere jaren weer sterk op den voorgrond gekomen. Het oorlogsboek van de tweede editie, dat van Remarque, Frits von ünnih, Arnold Zweig, Ernst Glaeser, Adrienne Thomas, James Wharton e.d. was Bekenntnis-roman, be^ vrijding uit den druk, de klem, de obsessie van gevoelens en herinneringen. Geheel ia de sfeer der Bekenntnis — maar dan tegelijk in die van het probleem — lagen ook de veelgelezen boeken van Wassermaan, Werfel, Hanz Liepmamie.d., die eveneens uit de twintiger jaren dateeren. De Biekenntnis-roman was dus een momenteel-levende literatuurvorm toen de principes der nieuwe zakelijkheid het terrein begonnen te veroveren. En zoo was de verbinding: Bekenntnis-roman—nieuwe zakelijkheid voor de hand liggend en' werd de nieuwste Bekenntnis-roman tegelijk roman van nieuwe zakelijkheid.

De voorbeelden van dezen nieuw-zakelijken Bekenntnis-roman zijn vele, in de buitenlandsche literatuur (met name de Duitsche van vóór den brandstapel-dag), maar ook te onzent. Ik wijs o.a. op „Geboorte" en „Huwelijk", de beide min of meer aansluitende boeken van Eva Raedt-de Canter, waarin met een kort, beslist doortasten wordt „gebiecht" de ontwikkeling, door alle psychische en physische confheten heen, van meisje tot vrouw; op „Een biecht", van Marianne Philips, dat reeds in zijn titel de indicatie draagt; op „De Verzwegen Zonde" van Net Houwink, waarin het geheim der geboorte van de vcfrtelster als over haar heele leven beslissend wordt onthuld; op „Beschadigde" van Maurits de Vries, dat de biecht is van een terdood-veroordeelde, enz. Het doorbrandende, het chirurgisch openleggen van het leven, van het eigen innerlijk, het streven naar „naakte waarheid" is van al deze boeken de eerste en voornaamste karaktertrek. Van terughouding weten ze niet en belemmeringen kennen ze niet: ze zijn de „be'vrijding uit den druk, de klem, de obsessie van... gevoelens"; ze geven „de werkelijkheid zelf"_, ze zijn „Bekenntnisse" naar modem-zakelijken snit.

Maar nu is opvallend, dat, bij al dat onverhulde en absoluut-reëele, de geest van deze boeken sterk pessimistisch is. Eerlijk en zuiver zijn de reflecties op de levenservaringen — literair hebben ze alle hum onmiskenbare verdiensten — maar altijd en aajn allen kant is er de teleurstelling, de pijnlijke mislukking, de trieste vervaging van geluksverwachting, de innerlijke onvrede. Het individualistische, onafhankelijke, opene tegenover de eigen ziels-en levenswerkelijkheid breekt ten slotte op de harde rotsen van die werkelijkheid en een zwaro branding, branding van gevoelens en hartstochten, van woorden en daden is het eenige, dat overblijft. Somber zijn deze boeken, juist door hun chirurgie van het leven, juist door het consideratie-loos openleggen. De gedemaskeerde werkelijkheid is troosteloos zwart.

Bevreemdend is dat niet. Als de schijn wegvalt, als achter de uiterlijke openbaring wordt geschouwd, kan van het autonome en zelfbewuste van den mensch niets overblijven. W(ie aan het geloof en aan het besef van hoogere waarden is ontgroeid, kan niet anders dan vastloopen op een steen-harde realiteit.

De wrang-eerlijke teekening van die noodwendigheid is de verdienste van deze boeken, njaar juist in die verdienste zijn ze voor onzen kring volkomen ongewenscht. De accentueering van de söxueele problemen maakt ze daarenboven voor jongeren gevaarlijk. Als proeven van het Bekenntnis-genre naar modernen stijl zijn ze echter typeerend : spiegels van het geslingerde, stuurlooze leven der zoekers in het dies-seitige, „biecht" in den volstrekten zin van het woord. En ook zijn ze weer bevestiging van de conclusie, die ik ten aanzien van de vitalistische uitingen van het nieuwe zakelijkheidsproza stelde, dat hun geest in onverzoenlijke tegenstelling staat met het ideaal van hen, die naar het jeu-seitige begeeren te streven.

Met deze conclusie, die tO't principiëele afwijzing leidt, kan ik deze eerste serie aanteefceningen over het proza der nieuwe zakelijkheid besluiten. Zooals gezegd, hoop ik die later met een tweede reeks te kunnen vervolgen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 mei 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

Ds „B8kenatnis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 mei 1933

De Reformatie | 8 Pagina's