GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Hervormingsdag.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hervormingsdag.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen zeide de Hoogepriester Hilkia tot Safan, den schrijver: k heb het Wetboek in het Huis des Heeren gevonden. 2 Kon. 22:8.

Het was een droeve toestand, waarin Juda verkeerde, toen Manasse stierf en Amon koning werd; toen Amon weldra werd vermoord en Josia slectits actit jaren oud den troon beklom.

Manasse had in de weinige jaren na zijn bekeering niet liunnen goed maken, wat hij in een lang leven had verzondigd, en Amon wandelde in zijns vaders éérste wegen.

De kleine Josia, schoon genade van God ontvangen hebbend voor zijn ziel, stond voor een geweldig zware taak. En dit te meer, waar hij, schoon den Heere vreezend met zijn hart, des Heeren wil niet kende uit Zijn Woord.

Niet alleen in 's konings huis toch was de iWiet 'ées Heeren onbekend, maar ook in des hoogepriesters woning werd het Wetboek niet gevonden.

O! Welk een tijd van onkunde, als zelfs de voorgangers niet meer weten, wat de Heere heeft gesproken.

Welk een diep gezonken toestand, als zelfs in het Huis des Heeren het Woord van God niet meer opgeslagen wordt, en al wat daar gesproken en gedaan wordt niet uit die heilige bron voortkomt.

Als in Jüsia's dagen, was het ook in tijd. Luthers

Koningen kenden niet meer de geboden van God, den Heere.

Priesters leefden en handelden buiten het licht van Gods getuigenis, dat zij toch op den kandelaar moesten doen weerschijnen.

En het volk wandelde in donkerheid en duisternis. Het dwaalde op verkeerde wegen van den Heere af. Eu het vond geen vertroosting in bange uren van gevaar en dood.

Zelfs het hart, dat God vreesde, als het hart van Luther, dat ontdekt was aan zijn toestand en beefde voor het gericht des Heeren, vond niet den weg der ontkoming, daar de kennis der genade Gods in Jezus Christus en van het leven in Hem geopenbaard voor arme zondaarszielen was te loor gegaan.

De kerk met haar boete, biecht en aflaat had zich tusschen den rijken Jezus èn de arme zondaarsziel geplaatst, en vermocht niet te geven wat de Heiland schenkt in Zijn Woord en door Zijn Geest.

De weg ter genezing en vertroosting is de weg naar die fontein, die de Heere geopend heeft, en waaruit het levenswater stroomt voor dorstige zielen. Onderzoek de Schriften, die u wijs kunnen maken tot zaligheid.

Ziet! Bij een vernieuwing van een deel des Tempels werd het Wetboek des Heeren gevonden! Weergevonden door Israels Hoogepriester!

Die gaf het aan Safan, des konings schrijver.

En deze bracht het aan zijn vorst en las het voor diens aangezicht.

Toen kwam er eerst verschrikking bij den koning. Hij scheurde zijne kleederen.

Daarna volgde verootmoediging over zijne en Israels zonden.

En tenslotte deed hij s c h u 1 d b e 1 ij d e n i s over alle overtredingen voor den Heere en ging op een bede om vergeving en afwending van de gerichten Gods, die rechtvaardig konden treffen.

En de waarachtigheid van de verootmoediging, de ernst der bekeering werd openbaar ook in het 1-e ve n.

De hervorming van het hart treedt aan het licht door een hervorming ook van het leven.

De koning ging voor. De priesters volgden. En het volk deelde straks rijkelijk in den zegen der bekeering en der openbaring van de gunste Gods, in dezen weg straks weer genoten.

Niet anders ging het straks in Luthers tijd.

Ook toen een wedervinden van de Heilige Schrift.

Ook toen een lezen van dat Woord, vol innerlijke verschrikking eerst.

Een onderzoeken er van met allen ernst, in verootmoediging en schuldbelijdenis voor Gods aangezicht.

Maar toen een lichtstraal van boven, die dat IWiOord Gods verliclitte en het maakte tot een kracht Gods tot zaligheid, tot een lamp voor den voet en een licht voor het pad, tot een staf voor de hand en een richtsnoer voor den voet, een leiddraad voor het geheele leven.

Ja, toen trad de Reformatie, in Luthers hart geboren door de werking van den Geest van God, in Luthers leven aan het licht.

Toen brak het licht door in de duisternis van den tijd.

Luthers vijfennegentig stellingen schudden de gemoederen wakker.

Gretig wej-den zijne bezwaren gelezeii, overdacht, bepeinsd.

Een vragen kwam er naar het Woord Heeren. des

Luther wierp zich op Bijbelstudie, Bijbelvertaling, Bij bel verspreiding.

En het vuur, eenmaal ontstoken, brandde door en laaide op tot flikkerende vlammen, die Europa verlichtten.

* *

Reformatie is een w e d e r v i n d e n van 't Woord Gods, straks een leven bij het Woord, uit het Woord, naar dat Woord.

Dit door den enkeling eerst, straks door 's Heeren kerk, dan door landen en volken.

En elke herdenking van Gods groote daden in de 16e eeuw, op den Sisten October, moet een poging worden, om Gods Woord zijn plaats te hergeven in eigen hart en leven, in het hart der kerk^ aan wie de woorden Gods zijn toebetrouwd, en in het hart en in het leven van het volk en van de volkeren.

En alle praten over „de gezegende kerkhervorming", waarbij van de hervorming der kerk naar het Woord des Heeren niet gerept wordt, eü aan dat Woord zijn plaats niet wordt gegeven, die het toekomt, is ijdel, en Luther, neen erger, dat Woord van God, ja Gode Zélf onwaardig.

Daarom kunnen wij niet een wezenlijke waai-achtige herdenking der Hervorming houden met menschen, die Gods Woord verachten, Gods Woord tot een voorwerp maken van critiek, en die zelfs weigeren, zelfs in de kerk, dat Woords Gods zijn plaats te geven, die het toekomt.

Maar, moeten wij ook niet nalaten bij elke herdenking ons zélf voor de ernstige vraag te stellen, wat is dat Woord voor mij?

Zingen wij met Luther:

Gods Woord houdt stand in eeuwigheid En zal geen duimbreed wijken! — het is wél! Maar, hebben wij ook het persoonlijk ge­

loof en den heiligen moed hem verder na te zeggen, — en bedenk wèl, lezer, dan pas heeft de waarheid, die ^e belijdt, u persoonlijk vrijgemaakt, als ge ook dat met den Hervormer zingen kunt:

Beef, satan! Hij die ons geleidt. Zal u de vaan doen strijijen! Delf vrouw en kind'ren 't graf. Neem goed en bloed ons af, Het brengt u geen gewin: Wij gaan ten hemel in En erven koninkrijken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 oktober 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

Hervormingsdag.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 oktober 1933

De Reformatie | 8 Pagina's