GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De geschiedenis van een toga.

Eens droomde ik dat de besteller mij een pakket van eenigen omvang overhandigde. Als afzenders istonden er op vermeld: eenige vereerders. Het werd mij warm om liet harte en met trillende hand sneed ik liet touwtje door. De inhoud bleek te bestaan uit een toga, een keurige! Fluweel glansde op de kraag en de bef kraakte van de stijfsel. Toen ik haar aantrok — en dat duurde niet lang — was het precies een plaatje! Aanstonds zette ik mij achter mijn Remmington en tikte een liturgie

Ik herinnerde mij in mijn droom dat ik ergens liuiscatechisatie moest gaan geven. Graag was ik gegaan in ambtskostuum, maar aangezien bij de lessen de kat des huizes zich in mijn schoot nestelde en spinnend den Heidelberger beluisterdie, besloot ik mijn toga maar aan ©en schilderijhaaK te hangen. Maar toen ik kort daarop een samenkomst moest leiden, trad ik in vol ornaat het lokaal binnen. Het effect was verbijsterend! Voorheen plachten de menschen mij als „Broeder" te betitelen, zelfs sprak een enkele medewerker mij aan bij mijn blooten van! Maar lm werdi er een schucliter „mijnheer" gefluisterd en een man uit het Noorden zei: dag domeneer! Het zou fijn geloopen zijn wanneer er maar geen kinderen in het zaaltje waren geweest. Maar er kwamen als steedis eenige Ueve kleuters met hun ouders mede, voor wie ik soms een woordje inlaschte in de toespraak. Ik lioorde een jongen zeggen: Moe, de broeder heit een jurk an! Een Hef krulkopje, dat anders vaak zei: Broeder, ik ken een verssie! sprak nu geen woord. Ze gaf me geen handje, maar haar verschrikte kijkers drukten de vraag uit: wie is die vreemde man? Ik nam mij voor voortaan maar weer in mijn colbertje te preeken. De grootste tragedie zou evenwel nog komen. Toen ik mij in mijn amblscostuum voor den spiegel om en om draaide, schrilde de bel door mijn huis. Een opgewonden stem schreeuwde iets naar boven, waaruit ik opmaakte, dat men een beroep deed op de familie van den Barmhartigen Samaritaan. Zonder om mijn mooie pakje te denken, greep ik naar de zalf en de watten en rende de trap af. Och arme! Toen ilc weer terugkeerde, zat mijn toga onder de vlekken van bloed en zalf en stiof! Nu is zij .toch bqdpr\'.en, zei, mijn huisvrouw, er kunnen wel een paar broekjes uit voor onze jongens. Resoluut zette zij de schaar in mijn .ambtsgewaad. Dit was het einde van de geschiedenis van mijn toga. Wat wil ik met deze verdichting nu beweren? Zie, ik geloof van heeler harte in de pluriformiteit van de kerk. Ik geloof daar zóó in, dat ik van God begeer dat mijn liuis en uw huis een kerk zij, een kerk zonder toren, een heiligdom des Heeren! Ik wilde wel van God, dat ; al het yolk des Heeren dominees, ouderlingen en diakenen waren, [Overvloedig in het ambt aller geloovigen!

Daarbij staat mij en u één ding leelijk in , den weg en dat is de toga. Die slingert om onze beenen en het is moeilijk de handen uit die lange mouwen te steken! O, het blikt aan mij, het blikt aan u en het blikt overal in ons christenleven! Wij staan allen naar „hooge" dingen (die in werkelijkheid erg laag laij den grond zijn), maar wij stappen over vlak voor de voeten liggende plichten heen.

Laat uw lendenen omgord zijn! zegt de Schrift. In zuiver Hollandsch wil dat zeggen: gaat met opgestroopte broekspijpen! Natuurlijk niet om je nederigheid te demonstreeren, maar om in waarheid nu eens te werken!

Broeder, laten ik en u onze toga eens uittrekken en ons in ons overhemd voor den spiegel bezien. Als wij al de diwaze lof die de menschen ons toezwaaien en de verbeelding, die ons altijd aankleeft, afleggen, wat blijft er dan van ans Oiyer? Niet veel, heusch niet veel! Niks geen - doininée! om zoo te spreken! Een erg onbeduidend menschenkind, dat zonder de minste beteekenis schijnt voor het koninkrijk Gods. Zonder de minste beteekenis? Wacht eens even! Niet .alleen van de stoffelijke giften geldt: laat de Jinkerhand niet weten wat de rechter doet. Als wij zoo met opgestroopte broekspijpen door het leven gaan en begeeren in waarheid iets te doen, dan zullen wij niet beschaamd uitkomen. Als de Heere in den Dag der Dagen tot ons zal zeggen: Ik was bedroefd en gij hebt voor , Mij gepreekt! dan zullen de rechtvaardigen antwoorden: Heere, wanneer, hebben wij U bedroefd gezien en voor U gepreekt? ' Dat zal geen formeele nederigheid zijn, terwijl wij in stilte" denken aan onze cahiers met .werkstukken of aan onze gedrukte preekstoffen. Neen, wij zullen niet wéten wat vij in den Dienst des lleoren gedaan hebben. Maai- wij zullen het heerlijk antwoord ontvangen: Voorzooveel gij dit aan de minste Mijner broederen gedaan hebt, voorzooveel hebt gij dat Mij gedaan.

Maar vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1938

De Reformatie | 8 Pagina's