GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kerkelijke onrust.

Tol lieden toe kunnen wij nog niet spreken van een verrassenden zegen op het evangelisatie-werk. Tijden als toen de vurige Lindeboom aan de Zaansche olieslagers het evangelie predikte en kerk op kerk verrees in een woestijn van Modfernisme, liggen verachter ons. Het gevaar is daarom werkelijk niet denkbeeldig dat wij niet klaar zijn als God! kómen zal. Feitelijk hebben wij de netten al verknipt tot schepnetjes voor een enkel \'isclije, dat wij misschien eens vangen zullen. Wij zullen moeten beginnen ons er rekenschap van te geven, dat zegen niet een onverdeeld genot beteekent voor den arbeider in het Koninkrijk Gods. Netten ophalen: dat is je schrap zetten op het glibberig dek, dat is achterover buigen tot je rug kraakt, dat is een ruw, nat touw of het ijzig-koude en pijnlijk-harde staaldraad door je bezeerde handen laten gaan. Zegen ontvangen: dat is niet als mijnheer achter de bestuurstafel zitten en den welgemeenden dank van de vergadering in ontvangst nemen. „Wat een gaven heeft die man toch!" Neen, zegen ontvangen, dat is werken tot je hoofd gloeit, dat is zorg hebben, dat is op de knieën voor God gebogen liggen. Paulus wist dit: bij dit alles overvalt mij dagelijks de zorg voor de Gemeenten! schreef hij. Maar wij weten-dit niet en wij vermoeden nauwelijks, dat een gezegende kerk is een kerk vol onrust. Laat ons dit toch helder indenken. Zie, als gij er aan gewoon zijt dat uw akker toch geen vrucht draagt, dan werpt gij gelaten den zaadzak leeg en gaat dan rustig naar huis. „Het zit er voor vandaag weer óp? " zeggen wij en grijpen de krant. Maar als God het kiemen Iaat, o wee, dan moet gij rusteloos aan het werk. Dan moet gij O'ver den alcker Ijruipen en het onkruid er met de "\dngers uitrukken, de blanke handjes-tijd is voorbij! Gij loopt met den gieter, gij staat met den ratel of met de buks-in-aanslajg om het zaad te beschermen. Dan luistert gij in spanning naar het weerbericht. Als de oogsttijd daar is, slaapt gij een paar uren onrustig in uw boezeroen en zweetend zwaait gij de zeis in de middaghitte. Welnu, zoo is het in de kerk rusüg als de blinden maar blind blijven. Maar als de blinden gaan zien, wordt heel dat rustige levenKje omgekeerd. Al voor het bloote oog gaat de kerk er anders uitzien, er komen mannen zonder boord in de banken te zitten en vrouwen zonder hoed in de stoelen. Zij doen wat onwennig, maar u niet minder! Kijk, waar vroeger die vader-in-IsraëlzaUger zat, daar zit nu... die vent, zal ik maar zeggen. Dominee kijkt wat verschrikt naar zijn preekboekje, het is niet op zulke hoorders ingesteld. Ja, Dominee, maai- dit is toch GODS huis nietwaar en niet het huis der Gemeente, u zult met dien man met de pet en die vrouw uit het volk rekening moeten houden. Dat geeft onrust in de studeerkamers, een heilzame onrust: Ontsluit des dienaars hart en mond, wil hem en ons verlichten! Zegen dat beteekent dat wij allerlei incourante catechisanten krijgen, dat wij de vraagjes dio wij aan onze leerlingen plachten te geven, omwerken en nóg eens omwerken om ze zoo verstaanbaar te maken zonder aan de waarheid Gods tekort te doen. Zegen, dat wil zeggen, dat er menschen komen, door God in het hart gegrepen, tot den Heiland gebracht, maar onkundig bijvoorbeeld aan onze zondagsviering. Die in volkomen onschuld op den Zondag in een melksalon of bij een parkkiosk achter een kopje thee zitten en u vToolijk groeten: Dag meneer! Dag dominee! Dat alles vraagt van u veel zorg, veel beleid en bovenal een vast vertrouwen in den zegen des Heeren, een goed toevoorzicht dat Hij het werk Zijner handen niet zal laten varen. Dat vertrouwen hebben de apostelen gehad. Ziedaar water! wat verhindert mij gedoopt te worden? Lieve man, reis uw weg in duizend vreezen en ik den mijnen, in den hemel zal wel uitkomen of ons onderhoud' vruchten gedragen heeft of niet! Zoo zouden wij ons eruit gered liebben. Lieve Heeren, wat moet ik doen om zaüg te worden? Waarde vriend, hoe kan ik dat nu ineens vertellen, ik zal je weleens een paar boeken thuis sturen, die je eerst maar eens moet lezen. H'm, Paulus zei wat anders. Hij lieeft in heidensche' steden als Corinüie en Filippi en zoovele andere de kerk geïnstitueerd. Zoo'n voormalige kastelein uit Gorinthe is er ouderling geworden en een hardlooper uit de renbaan van Eféze werd misschien dialven. Dat was geen waagstuk, maar een geloofsstuk; dat was GELOOVEN een kerk, heilig, christelijk, algemeen, ten eeuwien leven uitverkoren!

Zullen wij maar niet om zegen bidden?

Ja, maar bidden wij allereerst om een zegen des eloofs voor ons eigen hart.

Heere, zegen ons, opdat wij den zogen "dan-

unnen!

N. B'.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 oktober 1938

De Reformatie | 6 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 oktober 1938

De Reformatie | 6 Pagina's