EVEN PARKEEREN.

zijn uw versnellingen in orde?

Haast, staat bij ons sledit te boek. De wereld staat in het teeken van de haast, ziji is "haastig van geest, haastig in haar woorden, haastig lot toom, maar die gelóóven haasten niet. Deze laatste tekst zou als wandversiering in onze consistoriën en bestuurskamers gansch niet ongepast zijn. Zelfs te midden van het razend tempoi der wereldgebeurtenissen hebben wij' ons type weten te bewaren, het type van den ouden scheepsjager, sjokkend langs den onderdijk, met de goud-bekroonde lijfspreuk: langzaam aan, dan breekt het lijntje niet!

Deze beschouwing is nochtans minder schriftuurlijk geftmdeerd en dit type is geenszins zdözeer het standaardtype der heiligen, als wij' wel eens meenen. O zeker, dat er een ijdele en een booze haast is, dat is openbaar voor een ieder, die oogen heeft en de Sclirift bevestigt dat op. menige bladzijde. Ook in ons levensboek staat menige bladzijde, waarvan wij met schaamte moeten erkennen: ik zeide in mijn haasten.... O, wat een stomme en zondige dingen heb ik in mijn haasten gezegd en geschreven! Maar dat is geen reden ont in een fauteuil neer te zinken, de handen over den buik te vouwen en de wijsheid te debiteeren, dat kalmte alleen ons redden kan. In dat hoekje kunnen wij met menig boekje zitten, maar nooit met Het Boek, want dat spreekt ons van heel andere dingen.

De Bijbel spreekt ons van ©en. God!, Die haast. Wij' spreken zeer gaarne over het proces, dit woord is ons dierbaar. Hoewel nieU Bijbelsch van oorsprong, is het wel zoo ongeveer gecanoniseerd. Het is ook een echt genoegelijlk woord; een mensch kan er waarlijk •vrede bij hebben. Het proces van de wereldgeschiedenis ontwikkelt zich zoo geleidelijk aan naar allerlei wetten en het is erg onvoorzichtig om daar met ruwe hand in ie grijpen. Maar de Bijbel spreekt van God, Die haast om een zaak te doen. Do malen, dat de Schrift van een haastig verderf spreekt en daaraan de sirene-stoot paart haast u om uws levens •wil! ze zijn bijna niet te tellen. Ook gewagen sommigen van wat zij' noemen het kerkelijk proces, dat moet uitzieken en doorzieken en vooral zijn tijd moet hebben. Nu zulke mannen staan er ook in den Bijbel, die zoo de kerkelijke zaken bekeken hebben. Joas gaf het bevel dat de dienstknechten Gods zicli zouden haasten bij de reformatie van den Tempel, maar de Le- •vieten haastten zich niet, lezen wij (2 Kron. 24:5). Die mannen hebben misschien ook wijsgeerig gepraat over het proces dat zijn tijd moet hebben, maar de Heilige Geest heeft hen aan de kaak gesteld voor het oog van de kerk aller tijden. Het proces der bekééring — zie daar een ander, veel geliefdi hoofdstuk uit het boek onzer gerijpte levenswijsheid. Dit schoone kapittel komt ons allen te pas. De Enge Poort wordt zoo feitelij'k vervangen door de Lange Baan!

Maar Jezus zegt tot Zacheüs: H a a s t u en kom af! Hiji roept het ons toe: Haast u om uws levenswil, gij^ die slaapt in den top van den mast!

Dat komt, omdat de Sclirift ten volle kent de realiteit van Gods Toom, zoodat Mozes Aaron als het ware toeschreeuwt: Neem het wierookvat en doe h a a s t e 1 ij k verzoening over de vergadering, want ©en groote toom is ontbrand. (Num. 16:46).

Ik sla het boek onzer Stichtelijke Uren nog elders op, bij het stuk over de Heiligmaliing. Ook hier voelen wij ons welgemoed bij de overweging, dat deze een proces is en dat het kleine beginsel zich zeer bedaard en geleidelijk ontwikkelt. In deze overwegingen vergeten wij de ernstige waarschuwing van den Heiland, dat wij h a a s t e 1 ij k welgezind moeten zijn jegens onze wederpartij en den herhaalden raad van Salomo dat wij ons in allerijl moeten redden uit de strikken, de verwik'kelingen, waarin wij ter kwader ure geraakt zijn. O, als wij zulke raadgevingen eens zoo ernstig namen als. de Waarachtige God ze ons heeft gelgeven, als er eens een geloovig haasten kwam. wat zou er ©en rijke vrucht van gezien worden in het persoonlijk en kerkelijk leven. De zon zou niet ondergaan over onze toornigheid!

O, de Bijbel is dikwijls zoo anders, daia wij hem lezen en God anders, dan wij ons Hem voorstellen. God haast zich om de zaak te doen. De Geest kwam h a a s t e 1 ij k ter neder op den Pinksterdag. De Heiland houdt niet op Zijn Bruid te troosten: Zie, Ik kom ha as te lijk! David ging niet met looden schreden op Goliath af, maar hij' haastte zich. Gaat haastelijk heen! zoo zette de Engel bij het graf de vrouwen aan tot de evangelieverkondiging. Zijn uw versnellingen in orde? Laat het onze betuiging zijn: Ik heb mij GEHAAST om uw geboden te onderhouden. En Gij', o Heere, HAAST U TOT MIJN HULP!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen