GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Petrus en Johannes gingen op naar den tempel, zooals wij naar de kerk gaan. Dat zijn van die oogenblikken, waarin de mensch niet gaarne afgeleid wil worden door onprettige dingen. Wij zien er netjes uit, naar het Sankey-lied: om naar Gods Huis te gaan, trekken allen 't feestkleed aan. Ik had een echtpaar opgewekt ter kerk te gaan en zij hadden daar ja op geantwoord. De \TOUW zou de morgenbeurt bijwonen, de man zou des avonds den dienst bezoeken. De VTOUW ging, de man wachtte met koffie haar terugkeer af. Zij bracht een gunstig bericht uit het vreemde land, aan het eind van haar verslag zei man-lief: en nu ga ijk vanmiddag. Daar komt niks van in! antwoordde de vrouw, ils: lieb die mensclien eens aangekeken, maar daar is niemand bij met een pet op of een gestopte broek aan. Daarom zal ili alleen gaan en jij moet wachten tot je een pak van de Steun hebt.

Petrus en Johannes die opgingen naar den tempel, zagen een man met een pet en een gestopte broek. Daar zorgde hij trouwens voor, dat zij hem zagen, want hij riep met luide stem: Vrome mannen, eerwaarde heeren, hier ligt op zijn matrasje de man met de pet en de gestopte broek, geef hem alstublieft wat! Desondanks zagen lang niet allen dien man, daar zij in vrome gepeinzen verzonken waren. Doch Petrus zag hem. En ziet. Petrus, die pas den Heiligen Geest ontvangen had, bepaalde zijn aandacht bij een paar kreupele heenen! Zoo ziende had de Heilige Geest hem gemaakt. Hij zag de mannen met de pet op^ met de gestopte broek aan. Nu kon hij er niet meer langs kijken, hij zag ze zelfs op Sabbathmorgen, hij zag ze vlak bij de tempelpoort. Zooals de Heiland geen aparte zondags-oogen, ^een speciale kerk-oogen had, maar ook op den sabbath de ellende zag en niet langs de ellende kon passeeren, zoo had de Heilige Geest van Jezus nu ook den apostel gemaakt. Hij vond het gewoon, dat kreupele bedelaars op Zondagmorgen bij de kerkdeur zaten en hem aanspraken. Daar was hij immers apostel van Jezus Christus voor? Apostel van Jezus Christus. was immers niet de chique voorganger te zijn van een zeer fatsoenlijke gemeente, maar dat beteekende het apostolaat van het leven te dragen.

Petrus durfde dit geval aan. Wij weten, dat bedelarij maar niet slechts een sociaal probleem is, , maar ook een ethisch, een psychologisch, een criminalistisch probleem! Zulke menschen te behandelen is wel het moeilijkste waarvoor de praktijk ons kan zetten. Die lireupele beenen van dezen man aan de Schoone Poort gingen waai-schijnlijk wel gepaard met hinkende gedachten, slinksche streken, een lammen wil. Het zal wel een gecompliceerd geval geweest zijn. Petrus heeft dezen bedelaar geen krentenslof gegeven met de woorden: smikkel dat maar lekker op, oude jongen, en lees een traktaatje voor dessert! Hij heeft ook niet met vriendelijkheid, overvloeiende voor zulke objecten, getroost: ik zal wel voor je loopen! Neen, kort en ferm klonk zijn evangelieboodschap: Sta op en wandel!

In die woorden: Sta'op en wandel! is als het ware het program der evangeliebediening en van het levensapostolaat geschreven. Dat is het program voor de opvoeding: niet de kinderen bedillen, maar opvoeden tot menschen Gods. Dat is de taak van dokter en dominee, van onderwijzer en leeraar. Doch inzonderheid ligt hierin het programma voor de Heilige Bediening uitgedrukt. De ligging der gemeente te kennen, kan zijn nut afwerpen. Maar die kennis zal toch niet moeten dienen om die-op-zijn-zij en gene-op-zijn-rug een lepel pap in den mond te steken. De prediking zal moeten luiden: In den Naam van Jezus Christus den Nazarener, sta op en wandel! En als de prediking dat niet is, wel, dan is zij een belachelijko tijdsverspilling en een schandelijk verraad aan de waarachtige roeping van den evangeliedienaar. Het zal moeten zijn: mooie preeken heb Xk niet, maar wat ik heb. .dat geef ik u...

Hierin ligt ook het werk der evangelisatie getypeerd. Wij hebben teveel huiszittende armen, te veel liggende patiënten. Ook tot de mannen met de pet en de gestopte broek moet de boodschap gebracht worden: Sta op en wandel! Dat is angstig, dat is benauwend! Als die kreupelen loopen gaan, staan wij om een hoekje en wij houden ons hart vast. Dit i.s zéker, door onze eigen kracht en godzaligheid zullen wij geen kreupelen doen wandelen, ook niet door onze kunde en tact. Maar de Vorst des Levens zal hen deze volmaakte gezondheid geven door het geloof in Zijn Naam. Ach', dat wij wat minder op onze eigen kracht en godzaligheid betrouwden, den Vorst des Levens met een kinderlijk geloof aanliingen. Dan zou nog menig kreupele wandelen en springen en God

oven.

" N. Bi.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 juni 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 juni 1939

De Reformatie | 8 Pagina's