Schuld en straf - pagina 63
Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit
57 juist over te zware straf; dat men eenerzijds groote strengheid, of beter wellicht: gevoelloosheid vindt, en anderzijds groote slapheid. Het laatste meer, naar gelang de gedachte overheerscht, dat er in het geheel geen schuld is; het eerste meer als gelet wordt op de bezwaren, verbonden aan het kosteloos langer of korter, soms levenslang, liefst wat aangenaam, verplegen van zoo vele patiënten. Willen sommigen de ergsten elimineeren door ze ter dood te brengen, -- anderen willen zelfs bij dit verwijderen toch het leven sparen. En in het algemeen wil men zooveel mogelijk trachten de menschen, die bleken bij ongeluk wat anti-sociaal te zijn, weer aan te passen aan de maatschappij. Met het oog daarop zijn door VON LISZT en anderen de misdadigers ververdeeld op de zoo even genoemde wijze, in wie alleen eene herinnering ter afschrikking {Denkzettel) noodig hadden, maar geen verbetering; wie verbetering behoefden en daarvoor vatbaar waren; en wie wel verbetering eischten, maar bij wie ze niet te verwachten was (de onverbeterlijken). Reeds werd op deze wijze, zoo de rechter aanstonds dienovereenkomstig maatregelen moest verordenen, van hem iets gevorderd, waartoe alleen oppervlakkigheid in staat kon achten 282). De consequentie moet op dit standpunt dan ook wel wezen, dat elk veroordeelde voorloopig in observatie genomen wordt, reeds om de soort van den maatregel te bepalen, die op hem zal worden toegepast, waarover dan later beslist zal worden, wanneer het echter vaak niet minder moeielijk wezen zal de * indeeling te maken. Ten andere, dat degenen voor wie verbetering noodig is en van wie zij ook gehoopt kan worden, zelfs als hun toestand, de categorie, waartoe zij behooren, is vastgesteld, — toch niet voor bepaalden tijd veroordeeld kunnen worden, en alleen een in dezen onbepaald vonnis kan worden geveld. Maar ook wordt de moeielijkheid gevoeld, om zelfs na eenigen tijd van observatie de onverbeterlijkheid vast te stellen. Inderdaad blijkt dan ook telkens, dat aan dit begrip niet wordt vastgehouden; dat men ook de onverbeterlijk geachten poogt te
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1900
Rectorale redes | 130 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1900
Rectorale redes | 130 Pagina's