Schuld en straf - pagina 95
Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit
AANTEEKENINGEN. 1) Mr. Seerp Gratama, Het onderwijs in het oud-vaderlandsch recht en zijne geschiedenis, enz., IQii^ jaarg. (IQOO), bl. 97 en volgg. Volgens de bij dit opstel gevoegde tabel kwam het gemiddeld aantal hoorders te Utrecht niet hooger dan tot het ^s der voor de faculteit van rechtsgeleerdheid ingeschrevenen; was het in de laatste jaren ongeveer het '/s. In de hoofdstad werden de colleges zeer schaarsch bezocht, totdat de Hoogleeraar, die ze geeft, en ook het strafrecht onderwijst, ze schier onafgebroken in nauw verband bracht met dat vak. Te Leiden was het percentage zeer gering; in 1896/'97, toen voor de faculteit van rechtsgeleerdheid waren ingeschreven 256 studenten, het gemiddeld aantal toehoorders 2, waarvan nog één theologant. Te Groningen was één toehoorder in het gansche twintigjarig tijdvak. 2) De vorming van den rechtsgeleerde, in Themis, dl. LX, bl. 488 en volgg.. 3) Adviezen in de Tweede Kamer der Staten-Generaal in dubbelen getale (1840), bl. 5/6, Men leest daar: »De beraadslaging is zeer gewigtig. De Aanspraak des Konings, welke gerekend wordt als 't ware het programma der Zitting te bevatten, geeft eene ongezochte gelegenheid om het voornaamste dat aan de Kamer zal voorgelegd worden, bij een voorloopig en tevens voorbereidend onderzoek, ter sprake te brengen." Dit, wat bij elke zitting voorkomt, staat bovenaan. En voorts: »Het is eene officiële kennismaking der Kamer, door verkiezingen of omstandigheden gewijzigd, zoo van de leden onderling, als van de Kamer met het Gouvernement. Het is eene Inleiding op het werk." Maar ook dit: »Het behoort tot dien geleidelijken en regelmatigen gang, waardoor eene gepaste en wenschelijke deelneming der Natie wordt gaande gehouden." Vele voordeelen dus..»Alle deze voordeelen gaan te loor, wanneer dit gewigtig deel der werkzaamheden, gelijk hier te lande, neerkomt op eene nietsbeduidende formaliteit." Belangrijk is ook de rede, 10 Aug. 1840 over dit onderwerp gehouden. Men kan haar vinden t. a. p., bl. 7 en volgg.. Ook Adviezen, dl. I, bl. 7 en volgg.. Nog citeerde Groen uit dat betoog in Sept. 1875. Zie Ned. Ged., 2^^ serie, dl. VI, bl. 16; In 1869 schrijft Groen: sUit dën aard der zaak ligt het program
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1900
Rectorale redes | 130 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1900
Rectorale redes | 130 Pagina's