GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Eerstelingen zijner schepselen”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Eerstelingen zijner schepselen”.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar verhouiding is er miisischien gt-ën. land, waar op het oogenblik jd© letLerkunde zóó mooi in den bloei istaat, als' lOns kleine Nederlandje.

Van de door de tachtigers met profelis'ch bazuingeschal , aangeikondigde nieuwe lente zijln wij, door voorjaarsBltormen len vi'ies-lnachten heen, in den vollen zomeer gekomen. Het is je reinste weelde voor fijn-proevende tongen: Betawsche kersen en Westlandsehe druiven in overvloed!

Ten (deele groeit dit lustig gewas' ooK voor ons. Wij zien de „jomigereh" grijpen naar dte. wónderteelt, en ge jdurft niet zteggeln, dat het > ALTIJD' eten is vap. „den verbodön boom".

Maar juist dit feit maaït het opvoedkundig probleem schier onoplosbaar zwaar.

Enkele oer-stofc-eonservattieve elemehte'n daargelaten, is ons' volk tachter genoeg om' te weten, dat ook de ikunst, fdie i'de wereld .proid'uöeert, een gave Gods is. Maar gelulkkig is ons' volk ook moreel sölied genoeg om' zich s^ihrap te zetten tegiein wat in idie 'kimst décaideinit en pervers is, en met natoe voelt het in üe modeilne letterkiinde jeien odieus gevaar. Wèl is bij' ons de literatuur nieit zoo ver wèg lals 'in Frankrijk, "en ook in Duitschlanid, waar een heéle rits schrij'vers (Ewers leti Meyririk-volorop) speculeeren op de lagere instincten der m^^sWh-ziel, — maar toch groeit in ons „gezegend" landje het getal van Icuns'tenaare: (en vooral van ivrouwelijke artisten), die bet schunnigste durven len fwier weriiiein men eigenlijfc op een sioort pornO'graifischen index mofest plaatsen.

De heer C. Tazielaar heeft in deze rubriek reeds een boekje opelngedaan van die „Schund-hteratur", en .ter gelegener tijld ^al dit onderwerp; hier nog meer opzettelijk! en toepasselijk moeten .wordeh. behandeld.

Het is een naar Werikjé, m'aar het moietl Wat !we nu Öoen is alleetn wijzen op het probleem.

Wanneer gle ojnlder de: „christenen" hoort spreken over het giebruik van ide modertne letterkunde, dan Komt altijd weer de vraag op' de proppen: g Waar is de greng? —

Men voielt: De mademie letterikunde' is ook! voot ons. Absolute verwerping is ondoenlijk en... pnbetamelijik, — maar... «aar g, taat nu precies het borid: Verboden toegang, — wat is mij', als christen, geooTloold, en, 'zoo het mij geoorloofd is, mag ik van taijn .christelijke vrijheid gebruik niafcen, of niet?

Hoe sta ik, — om een paar .speciale boeken te noemen, — tegeinover Louis Couperus' Keizerromans, Quérido's Jordaan-serie, _„Armoede" vam Ina Boudier—Baldser, „PalHeter" van Telix Timmermans ?

Wat moiet ik Idoen miet die poëzie' van BontelnSy Helene Swarth, Henriëtte Roland—Holst? Deze vraag is leen vraagstuk.

Een zeer zwaar len geoomplioeerd probleem. Waaraan we allen intensieve aandacht moeten wijden, biddende om Idie leiding van den Heiligen Geest.

Maar dit kannefn: wijf alvast clonstateeien: Een aJgemeenen wetsnegel vinden we; nooit. Dien willen we z; elfs niet Izoielken. Want wij zijn „toit vrijheid" geroepen.

Al gaait de studie van desk'untdigien' oiver de intrensiöke waande van het moderne boek altijd voorop, en al 'zal het m; ogelijk zijn vaii een zeker soort boeken te oordeelen: Ontvang ze per sé niet in uw hudis, , — fer blijft ; een breed te'rrein van literatuur, v^^aar 'de ikritiek bepaald wordt door de „bijzondere onustandigheden", de persoonlijkheid van Iden lezier^ het doel, dat meln; met de lezing zich stelt.

De oplossing van het probleem zal möesttijidis in het speciale geval moeten worden gezocht, en begrensd zijin itussohen die twee polen: g e we t e n (dat-is individueele vrijheid) en opvoeding (dat is de van buiten geboden plicht).

Aan de paedagogen d, 'e liaak de fatkel der voorlichting te dragienl

Maar dan is er , no|g leen probleem, waarmbe we „zitten".

We hebben het ireeds aangeraaikt, ' toen we wezien op onze eigen kunst.

Tracht hier miet ischerp gespannen ooigen de werkelijkheid te zien.

De bruisenide strooming vala *80 heeft aan onze stille kust een Ideining veroorzaakt. In ons vorig artikel heb ik in vooirbeelden laten zien, dat het natuurgeluid van de ginds ontwaaikte tooverzangei's ook bij ons vermogiende tongen heeft losgemaakt. Door ide antithtóe imieit het verleden stelden iwe ide herleving van Ihet hedejn in het licht.

In Ide onde school (waarin Beets mte'e de vooraanzitting had) werd pok tot poëzie - gerekenid wat eigenlijk niet an'ders Iwas dan het tot rijm schikken van proza-gedachten, terwijl de mieuwe school aan de geproistitueerde kunst haar eere hergaf, door het diepst innerlijlk len zeer persoonlijk gevoel te stellen .onder haar isonverein giez: ag.

Wiemand, die de waarachtigheid van deZein 'kunsteisch gereeder kan erkennen, dan ide christeiiu; , omdat hij gelooft in ij© wetmatigheid van al het geschapene.

Wat de schopl van '80 ontdekte (eIn later meermalen in ergerlijikein wansmaak misbruikte) was eigenlijk een christelijk beginsel, n.l.: eerbied vo.or ide werikelijikheid, liefde voor bet woord, 'gestalte geven aan ide zuivere impressie.

Door .het volgen van de baanbrekers van i'SO kwamen onz'e cihristen-kunstenaars |dus niet op het valsche ispoor (behoefden jzij er althans niet op te verdwalen), maar vonden zij' hiet onide, verloren, pad der ware taoëzie terug.

Maar nu is (dit het probleem'. Ontstaan onider invloed van eien wereldsche actie, heeft onze fc'unsit ieieln roeping tot zelfstandige ontwikkeling na.ar eigen beginsel. Wij willen een lei gen kunst, idie brilleert paet ide z.uiverst miogelijike flonkeringen.

Versta het wel: , WiJ willen ni'dt een kunst, die zich (als in iden vóór-tadhtiger tijd veelal ge'schied'de) ten ld oei stelt voor het chri; stendom een opzet^telij'ke propialganidaj te inji'aken, '(en daaridoior in z'eker opzicht haar sonvereiniteit in eigi^ kring vediest), — maar een kunst, die gansch natuurlijk ui't het christelijk levensbiewustzijn o.psohiieit, gelijk de beroemde Hollandsehe bloem uit de' .bijzonder Hollandsch gesitueerde velden.

Op zichzelf is kunst niet chrisitelijk of , oMchristelijk, evenmin als teeiR boom, of roos, pf nachtegaal.

Kunst is de.kunnende mensch, uiting van het echt-menschehjike in iden mienseh, .ischittering van ide aangeboren, opgekweekte, schep'pings'gave.

Alleen |dan begint zdch in .ons waaride'érings oordeel het begrip christelijk of niet-chrislielijk te ••m'engen, , als de kunst-uiting het 'karakter van .de z, uivere menschelijlkheid beleedigt, omdat Ze den invloed van het on-m.enschelijke, het demonische, in één woord: van het zondigie, onderging.

Wanneer ideze kunstböschouwing waar is, dan staat de ehrislten tegenover de kunst, als ik het no'emen toag, in veel gunstiger conditie dan jde wereld.

Want wat is .chrisiliehdom atniders dan herschepping vato. het echt-mönsohelijk'e, wat bedoelt het .anders idan de uitzuivering van ide zondigö motieven len neigingien, „opdat d© mensch Gods yolmaakt izij', tot ; alle goed werk volmaaktelijk totegerust" (2 Tim. 3:17)?

Bovendien, - als k'unst tot voorwaarde heeft de diepe emoltie en het hooge ideaal, - waar vindt men heviger ontroeringen en geweldiger strevingen, idan in ide ziel, die met i'dadd en zonde 'wors.telt, naar iden levenidien God dorst, gelijk een hert schreeuwt naar de waterstroomien, die heerlijkheid van Christus aanschouwt .als eene heierlijkheid des Eengebaren vato djen Vader, en, in Hem' tot vredle gestemd, vol verrukking biestaart die' diepten vato die wijisheid 'Goidsi, zoowel in Üe natuur als , de genaldb?

Waar het christendom weAlelijk het kuns'bgevoelig hart verovert, en principieel de oorspronkelijke schoonheid van den naar iGod, s evenbeeld geschapen mensch herstelt, - daar moet dekütost opbloeien met een em'itoe'ntie, diie dfeto wereldschen kunstenaar beschaamt.

De proef op deze waarheid geeft de gesehiieri ide nis u in handen.

Nimmer is de Bijbel, oioK uit lelön' : artiteitieik oogpunt, door eenig boek iter wereld geëvenaard.

Goddelijk heerlijk is Ide Bijbel, niet alleen o.m idle Gcdsgedachte, die van boven ïnjstroom't, maar ook om liet w, aarach'tig-mienschelijkie, dat uit de diepte opzingt naar boven.

En later, toien het chrislienidom zij'n strijdmarisoh in de werdd begon, heeft het alom', waar heit mejni^ SC he lijk'e den doop vato zijln wéderbarende en inspireerende .kracht otoderging, een kunstproductie veroorza^t, die de .vergelijking met het eminentete van de wereldsche Islinst tro'tseereto koin.

Ik noem' slechts Diante, Bach> Rembratodt, leh verzoek u da raiddeleeuwsche bouw-en schilderkunst niet te vergeten.

Maar nu het wonderlijfe.

In ons' eigen Nederland Bitreiefde, na tragisch verval, het christendoto sindsi een eeuw, weer in positieve kracht .omhoog.

Als nergens elders werden wij'' actief, qua christenen, in onderwijl, maatsohappelijk leven, pohtiek en filantropie! ;

Maar waarom bleven we achterlij'k in dat éénie: de kunst? Wat 'erger is: Waarom bleef de christenziel betrekkelijk koud voor de kunst?

Het heeft er waarlijk 'iels van, alsof wij bij |de spreuk': „op', alle terrein des levens", voor dat ééne terr.ein een uitzondering .hebben gemaaikt!

Laat .ons het maar ronduit zeggen: de ontwikkeling van ons christendom is niet h.armonisQh! geweest.

En ik zie niet iii boie rtim idit gtebrek aan evenradigbeid vepontsdh.ul'dd'gien Kata.

Met bet gewianie beroep op ; eeiri tle& t: -De scbattenveracbtende MozteS: , en: Het öiet-vete-edelein, waarvan Pauliïs spreelct ia zijö. brief aan Corintbe, — verklaart iga Üen acbterstand teïi onverscbilligbeiid niet.

Misschien idan , acb ter stand nog eenig'sz-inSj omdat wij' numerielc, wat de kunstv^ermogenden betreft, altijd in d© mindierbeid zijn geweest.

Maar bet gebrek aan interesse voor de kunst vergoielijkt gje, miet de Scbrift in de banid, ' met bet Scbriftbeginsel in uw ziel, Inimmter.

De apostel Jak'obns zegt (1:18): Naar zijti'en wil beeft Hij' ons 'gebaard, door bet. woor'd deïi waai-beid, opdat wij; zauiden zijta. [als] eerstelingen zijner scbepselen".

Leg deze spreuK leens dicbt bij' jiwt ziel.

Eerstelingen wil bier niet alleen zteggen: btetgeen bet eier'st, maar bahgeen super ie ar is. In de Leidscbe vertaling staat bet duidelijfcer: Opdat wij ide keur zijner scbepsfelen zoadem zijn.

Dus op welk g'ebiöd, gij' tot leenige' presltatie geroepen woiridt, wat gi] l& veit mo^et de keur van de arbeidsprojduGitie zijn.

Want in u beeft iftodide mienscb'elijkbeid bersiteld. Vooraan staan, uitblimken, moet ge, pok in de kunst.

Onze geidiobten niet |öein zwakke nabootsing van wat de 80-ers iscfaiepen, onzie stijl biiet ©ea nadoen, onder ïnspiiratie vatn bet beerlijk literatuargeluid aan ide overzijde, — maaj gij; , waar God u ide gaven geeft, en tolt inspanniiag roiëpt, de eerst-e-1 ing en!

Altijd jagen naar belt bo; 0: gst bereikbare, eb, zoolang Ige bet lédjelste niet bebt, u .jniet teivrödenl stellen miet hetgeen 'Minder is l^ain bet befete!

Naar dit idealistiscb beginsel geooidieeld is er odder ons op literair gebied reideto tot beilige onvdldaanbeid. .Onze söbuld is |niet zoozeer, dat |vve niet meer gieviein eb kunnen dan. we deden, — het is nu leenm'aal eeïi feit, dait 'we veel armter zijn aan artistieke kracbtein date „de anderen", — maar onze jammer is, dat we onze armoede niet schrijnenld jiebbieln gevoield, dat we zw.ak en slap in onze macbteloosbeid bebbeb berust, en genoegea namiein met wat veelszins minderwaardig was.

Dit is onzIe scbulid, dat we, tot eerstelingen geroepen, niet om onzie acbterlijkbeid bebb^ getreurd.

Maar bet begint .anders te wordjeia!

We boorden bet nieuw^e geluid.

Lente maakten kan niemiaiid^ maar Gods yolk' heeft de belofte des levens, vab. bteit volledige leven.

We zullen er kbmien, omdat We pr zij'n. En dam zullen we pas werkelijk aan den strijid gaan, dien we tot dusver hebben' vermeden.

Door ons scbaarscb ontwakten is onz'e positie oneindig vermoeilijkt. De naodenne letterkunde, die ons vóór w, ais, len een groot stuk terriein op ons beeft veroverd, zullen we moeten waardeieiep, voor zoover ze ons bet goèdië scbonk^ maar moetein afweren, ztoover wij' Z'S scbaütelijk, acbten, en: daar tegenover moeteto. producieere-n wa, t ondet ons bet kunlstgevoel bevrieidigt.

We zullen moeten schiften' en tegelijk bouwen, " onzen eigen tempel 1

Het is mijln voornem'^ in ide volgeiidé artikelen deze taak voor ide verscbUlende terreinem eenigs'zins meer, vooral uit opvoedkun'dig oo'gpujat, te belichten.

De volgende onderwierpen hebben w'e idus nog aan de oKde te telleln:

De letberkunde fèn belt kind.

De letterkunde en de insiütuten vam oniderwijjs.

De letterkiuudie en de joingeling^vereieniging.

De christen en 'de 0!pep.bare leeisza, al.

De lecituux in huis.

De ïoepii^ der overbeid.

Correspondentie. - VierbHjideïiide belangstelling! - De beer 'C. Tazelaar zal in deze zelfde rubriek eenige vervolgartikelen leveMen o^rer „Psychologiscbe ïomankunst".

E. J. R. uit A. zoinid een laïtik'el' O'ver „de Sarichting onzer catediisatielokalea" uit bet oogpunt van bouwkunst; .

De beer Joih. Luykenaar Franckètn zoojd een breed .artikel, getiteld: „Oiigelspel en doel van 'den kerkelijfcen ziajng", . met de belofte vervolgaritikeleln te geven.

Van Iden beer Wartnink te Ainstérdam kreeg, ik een uitvoerig artikel over „Vermaali".

Voor zoover de plaatsruimte bet toelaat, zullen we Ideze bijdragen gaarnie optaemen.

C. J. V. te 'B-G. - Dank voor uw hartelijke waardeering. üw vxaag, de artikelen ovetn letterkunde in een bu, 'adei uit te geven, ka» ik noig .niet beantwoionden.

Z. te H. - Op uw vraag boiopj üc' in een volgend No. te antwoorden.

N. B. Telkens krij'g'ik brieven möt vragein om inlicbtiag oiver eeto, of andere kwestie. Ik verzoek vriendelijki, dat men, wammeer antwoond verwacht wordt in persootniij'k se brij vete; de beleefdheid bebbe frankieerinig; in te sïuitön. Anders zal ik zoo vrij zijn niet te alntwoordön.,

B. W.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 april 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

„Eerstelingen zijner schepselen”.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 april 1921

De Reformatie | 8 Pagina's