GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De vijand binnen de poorten.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vijand binnen de poorten.

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het frissche tijdschrift der Gereformeerden in Amerika , ", Religion and Culture" verscheen onlangs een belangwekkend artikel van Pïof. van Ahdel van Grand-Rapids onder bbvengenoemden titel.

Om het goed te verstaan moet men op de hoogte zijn van de Amerikaansehe toestanden.

Er zijn daar Gereformeerden, die het leerstuk der Algemeene Genade loochenen.

Er zijn er ook, die zich met Ba"vinck's opvatting ervan wel kunnen vereenigen, ^jnaar.mtet die van Krayper niet.

Tevergeefs hebben we getracht üit te vinden, welk principieel onderscheid men had ontdekt, tusschen Bavinck's en Kuyper's voorstelling.

De strijd over de Algemeene Genade heeft in Amerika een eenigszins scherp karakter gekregen.

En nu poqgde Prof. van Andel de kwestie tot •verheldering te brengen.

Een onzer lezers zond ons zijn artikel, dat ook onze" aandacht getrokken had, vertaald toe.

Deze vertaling in haar geheel te plaatsen, stuit op een groote moeilijkheid.

Wij zouden nl. telkens toelichting moeien geven over Amerikaansche toestanden om geen misverstand te kweeken.

Wij nemen daarom, iniet dank aan den vertaler, alleen het slot van het artikel over, dat voornoemde moeilijkheid zoo goed als niet oplevert:

Wij igiebi-uiken den term wereldbeschouwing in • onderscheiding van Gereformeerde dogmatiek en ethica. Wereldbeschouwing beteekent ouze beschouwing van den mensch in zijn betrekking tot zijn vooruitgang, zijn successen; dat is onze beschouwing . • van de cultuur. De Gereformeerde wereldbeschouwing heeft altijd gehad een Jachin en een Boa, z. De Jachin was het leerstuk der Antithese. De Boa, z . . was het leerstuls; der Gemeene Gratie. De antithese bedoelt, dat geestelijk genomen de herboren mensch verschilt van den onwederigeborene. De eerste is geestelijk levend, de tweede is dood in zouden en misdaden. De eerste kent God, de tweede kent I Hem niet. De eerste weet hoe te gehoorzamen | en is in beginsel een iliensch zonder zonde, ofschoon hij vooi-tgaat te zondigen tot het oogenblik van , zijn dood. De, tweede haat God en Zijn volk, en kan niets doen dan zoogenaamd natuurlijk of - burgerlijk goed. Volgens deze geestelijke antithese is er onderscheid tusschen de kerk en de wereld en zelfs tusschen het werk van den geloovige en den ongeloovige. Aan deze onderscheiding moeten we vasthouden, met hand en tand. Zij, wordt door het modernisme ontkend en in plaats er van is de Arminiaansche evolutionistische idee gekomen, dat de .zaligheid kan worden gewrocht door den mensch izelf. De kracht van Christus' bloed en van de werking des Heiligen Geestes aijn overboord geworpen tegelijk met de leerstukken van de Drieeenhcid en de totale onmacht. Maar deze twee moeten wiji nooit laten gaan. Zij zijn met het dogma van het plaatsvervangend verzoeningswerk van Christus het trio, dat ten grondslag ligt aan het geheim van redding van zonde, en voorts aan het geheim van de geestelijke antithese.

De Boaz, van onze Gereformeerde wereldbeschouwing is het leerstuk der Gemeene Gratie. In Zijn algemeene goedertierenheid gaat de Schepper voort natuurlijke zegeningen te verspreiden en de macht en gevolgen van de .zonde te weerhouden. In Jeru-.zalem openbaart God zijn Particuliere Genade. Eerst aan de Joden eil later vertrouwde Hij aan het geestelijk .zaad van Abraham de mysteriën van het geestelijk leven en Zijne beloften toe. In Athene openbaart God Zijii glorie op een geheel bij.zondere wijize. Daar bloeien kunst en wetenschap, handel, landbouw en industrie. Jeruzalem brengt Athene de boodschap, dat er geen waar geluk, geen waar-•aohtig leven en daarom geen waarachtige cultuur is, dan door en in Jezus. Christus. Athene brengt aan Jeru.zalem de boodschap, dat God in Zijn genade Zich ook heeft geopenbaard aan den ongeloovige en dat de gelo'ovigen-.zoover het betreft technische, natuurlijke en burgerlijke .zaken, een les kunneh leeren van de ongeloovigen.

Is er' nil iemand iii onze kerk, diê"': '4è'-''Jachin. wenscht te ver-loochenen-in onze wereldbeschouwing? Is er eenig predikant of leeraar, die de ; absolutc antithese tusschen goed en kwaad, geloof en ongeloof en de geestelijke antithese tusschen wedergeborenen en onwedergeborenen ontkent? Wij kunnen vrijelijk .zeggen, "dat er geen enkele is. Het is waar, dat wij moeten loochenen de tijdelijke en 'uitwendige antithese der Anabaptisten, die het gevolg is van hun valsche tegenstelling •, tusschen natuur en genade. Hét is evenz, eer waar, dat we ; | een bestaande antithese niet moeten .beschouwen i als het logisch gevolg on.zer beginselen, maar als 1 een historische noodzaak. Maar — daar is niemand in onze Gerefonneerde Kerken, indien hij tenminste als Gereformeerd^ wenscht beschouwd te' worden, die de geestelijke antithese 'tusschen kerk en wereld ontkent. Het schijnt d'aarom tamelijk dramatisch om ach en wee te roepen. '-Over het verdwijnen van deze antithese, wanneer - iemand het toevallig niet met. ons eens is. De schat, vau de antithese is veilig. Onze. kerk heeft haar; Jachin niet verloochend.

Daartegeriover, - «'anneer, wij zien naar de Boaz van onze Gereformeerde Wereldbeschouwing schijnt het gevaar van hare verdwijning dreigend to zijn.^ Indien het waar is, dat alle waai-heid, — natuurlijk wordt bedoeld de fundatnenteele en diepste waarheid — in de Schrift alleen wordt gevonden, dan moet het woord natuur in Art. 2 van onze Belgische Confessie geschrapt worden. Indien het waar is, dat alle vorderingen van kunst en wetenschap va, n ondergeschikt 'belang zijn, 'dat de historie maiar weinig m-eér is dan een bundel van feiten, dat' filosofie behoort tot , , de zwakke en'.eerste beginselen", dat wetenschapl)'elijke methode van j^eenerlei waarde en dat inductie van duivelschen oorsprong is, dan zie ik niet in, waarom wij duizenden dollars besteden aan Christelijk onderwijs. En indien er eenig causaal verband is tusschen de geringschatting van' Gods openbaring in de natuur eiï de „ontkenning" van de Gemeene Gratie, dan behoeven we niemand te excomimuniceeren, maar zijn we zeker op den wegl naar het verderf. De broeders die de cultuur niet tellen en beslist of oppervlakkig de Gemeene Gratie ontkennen, hebben zeker onze K, erk gteen goeden dienst bewezen. Of zij wilden of niet, zij hebben de Boa^ van onze wereldbeschouwing ondemiijnd.

Waarschijnlijk zullen zij' opmerken, dat zij g'een enkel boos opzet of slecht motief hadden, en dat zij met ons overtuigd zijn van de groote noodzakelijkheid om kunst en wetenschap vrij te maken en te wijden aaq^des Heeren dienst, dat zij Gods algemeen'e openbaring en algenïeene genade niet 'willen onderschatten en dat wij' onze verontwaardiging tevergeefs hebben uitglesproken. Indien dit zoo is, dan houden we nochtans vol, dat zij' zich schuldig maakten aan een terminologie, die op zijn •zachtst gesproken, duister was, en dat zij' ook schuldig zijn aan gemis van evenwicht, dat zoowel leiden kan tot Anabaptisme als tot doode rechtzinnigheid.

Er is nadrukkelijk opgemerkt, dat de antithese het een en het al is. De wereld is verstoken van alle kennis, welke dan ook, van alle liefde, van alle vooruitgang van' eenige beteekenis. Er is openlijk beweerd, dat de liefde van een wereldschen man voor zijn vrouw niets is dan bestiale hartstocht, dat de barmhartigheid in staatsziekenhuizen bewezen, synoniem' is 'met wreedheid. Er is verzekerd, dat de wereld en derhalve ook de cultuui' in handen van den duivel is, en dat Christus' Koningschap tot de Kerk is beperkt. Er is verkondigd dat de Avedergeborenen volmaakt of bijna volmaakt zijn en 'dat de onwedergeborenen .gelijk staan met het dier. Nog een stap 'en - wij 'moeten toegeven, dat de wedergeboorte niet is een vernieuwing, , maar een nieuwe schepping, omdat het natuurlijke en het zondige identiek zijn.. Dit is het Anabaptisme van het zuiverste water. Het is de logische en natuurlijke uitkomst van de loo-11 chening der algemeene genade, en algemeene openbaring.

Nauw ver-want aan het Anabaptisme is een doode rechtzinnigheid of rationalisme dat het aanzien heeft van een door en door zuiver Gereformeerd leerstuk. Hij, die de algemeene genade en de' algemteene openbaring loochent, scheidt zichzelf af van de rest van de wereld en tracht zich een web tè • spinnen, uitsluitend op het raam van de Particuliere genade èn openbaring. Door zichzelf af te scheiden van Gods openbaring in de natuur en de historie, wordt hij noodzakelijkermj'ze arm in verbeeldingskracht en streng dogmatisch. D.oor de Gemeene Gratie uit te sluiten, snijdt hij zijn contact met het leven door. Niemiand kan straffeloos het dog'matische stokpaardj'e berijden van bij'zondere openbaring en genade en bewaard blijven van doopersche wijding of de levenlooze oi-thodoxie.

Het is daarom meer dan lijd, dat de Kerk begint in te zien het gevaar van de eenzijdige prediking van de Jachin-gedachte. Het is mogegelijk waar, dat de jongere generatie in grooter gevaar is van wereldzin (humanisme) dan van valsche mystiek (Anabaptisme). Maar het is zeker dat een deel van de leiders in onze Kerk meer den anderen kant uitgaat. Het Anabaptisme is echter, nimmer een geneesmiddel tegen het humanisme geweest. Voor wereldgezindheid ten opzichte van deze wereld moeten we niet in de plaats stellen de .gezindheid voor een andere wereld. De eenige goede weg om een beroep te doen ap onze jongere genei-atie is, de beide uitersten te 'vermijden en ons evenwicht te bewaren. Een Calvinist is noch d i e s s e i t i g noch j' e n s e i t i g, maar hij is beide. Hij wenscht in deze wereld te zijn, ofschoon hij haar niet ten volle wil gebruiken. Hij '«'il onderscheiden zijn, maar hij wenscht evenzeer een kind van zijn tijd te wezen. Hij g; elooft niet slechts in het bestudeeren der S/; hrift, maai-ook in het zich toeleggen op zijn dagelijksch Averk met vlijt. Indien onze Kerk ooit weer zal opbloeien, hebben •we noodig m'enschen, die ^gelooven niet slechts in de lijn van de bij'zondere openbaring en bijzondere genade, maar ook in de lijn van de algemeene openbaring en algemeene genade, 't Calvinismte is het wat .de wereld behoeft.

Voor onze leiders beteekent dit, dat zij gelijke aj3, ndacht moeten wijden aan de Jachin-gedachte vaxi de antithese als aan de Boaz-gedachte der Gemeene Gratie. Wij allen gelooven .aan de antithese, en wij begrijpen, dat Ave aan de kinderen des Verbonds duidelijk moeten m'aken, dat ze geestelijk va.n de wereld onderscheiden nioeten zijn. Maar gielooven we allen in de algemeene openbaring en de Gemeene Gratie? De Jachin-pilaar staat vast onder ons. De Boaz-pilaar staat Avankel. 'Dfö huidige geringschatting — zoo niet erger — van de algemeene openbaring en de Gemeene Gratie, ze zij' gtem^eend of voorgewend, is een ernstig gevaar voor ons Gereformeerde leven en voor onze beginselsir. D'e Jachin der antithese en de Boaz, der 'Gemeene Gratie behooren bijeen. Wij hebben behoefte aan " " • marmen, die geneigd zijn te getuigen van deze twee waarheden, want de grootste vijand buiten de muren mlogp zijn wereldgezindheid, Arminianisme, Humanisme; maar de grootste vijand binnen de pooi-ten is de minachting voor Gods algem'eiene openbaring en de Gemeene Gratie en het igevolg hiervan, het Piëtisme en Anabaptisme.

Oorspronkelijk was het bovenstaande voor Pers-schouw bestemd. de

Als zoodanig staat het ook reeds aangjeteekend in het register voor den tweeden jaargang. D'oor den samensteller van het register werd er op gerekend, dat het in het laatste num'm'er van dien jaargang, zou worden opgenomen.

Wegens gebrek .aan ruimte viel het echter uit. Om nu Dr Wielenga een geheel sch'oone lei te geven, brengen we het van Pers-schouw naar deze rubriek over.

Propagandaweek.

Tijdens onze verhuizing ontvingen wij het verzoek om 'den Bond van Meisjesvereenigingen op Gereformeerden grondslag te steunen, waar hij een propiagandaweek over 'heel h'et land had uitgeschreven. - -

Enkele bescheiden werden er bijgevoegd, welke ik tot mijn spijt nog niet terugvond.

Toch meen ik ook zonder die de zaak onzer-Meisjesvereenigingen te mogen bepleiten.

Ik deed het reeds eer in „'De WatergTaafsmfeersche - Kerkbode". Het mocht mij oo.k gelukken in mijn laatste' gemeente zulk een vereenigdng op te richten.

Een bewijs, hoezeer de Meisjesvereeniging mijn sympathie 'heeft.

M. i. mag er niet gerust, .vóór er naast elke Jongelingsvereeniging een Meisjesvereeniging is y& rrezen.

Veel vooroordeel is hierbij te overwinnen.

Maar laat mij alle predikanten en ouderlingen mogen opwekken, die vooroordeel en uit den weg te ruim-en.

Al zijn ze nog zoo taai en diep g.ew.orteld, door aanhoudend graven krijgt men ze wel uit vastgetrapten grond.

De tegenwoordige en 'meer nog de komende tijd. stelt aan het meisje geweldige eischen.

Zij zal het niet minder zwaar te verantwoorden hebben dan de man, thans nog jongeling.

Principiëele ontwikkeling, gelijk de Meisjesvei'eeniging onder leiding van het Bondsbestuur en onder voorlichting van het Bc-hdsorgaan, die in samenwerking - met het gezin bedo-elt te geven, is van het hoogste belang, zoo-niet onontbeerlijk.

De Middaghoote.

In het begin dezer maand Tierde „De Middaighoogte" haar 12V2-jarig bestaan.

Haar stichter, Dr de Hartog; werd naar de persverslagen verhiidèn, kwistige hxilde bereid.

Dr de H., die in den loop der jaren veel geklaagd heeft over 'miskenning en daarin steun vond bij zijn volgelingen, heeft het kunnen bemerken, hoe die miskenning een tegenwicht vond in de vereering zijner aanhangers.

Gedachtig aan het Latijnsche: virtus quocpie in hoste laudanda, d. i. zelfs in den tegenstander hebt gij de activiteit en dapperheid te prijzen, willen wij niet achterblijven onze bewondering nit te spreken voor zijn prestaties.

Inzoover hij , het christelijk geloef tegen dageraadsmannen en andere ongeloovigen verdedigt, vindt hij in ons zijn medestanders.

Al was het nut der godsdienstgesprekken altijd twijfelachtig en al kan men verschillen over de vraag, of debatavonden, zooals D'r de H. die houdt, aan het doel beantwoorden, men zal moeten toegeven, dat de moed, die ertoe behoiOirt om in een soms overwegend vijandige vergadering op te treden en de hooge bezieling, waarmee hij deze taak vervult, eerbied afdwingen.

Niet gaarne zouden wij doox een afkeurend oordeel trachten te verderven den zegen, die hierin •kan liggen.

Tegenstander achten wij hem inzoover hij zich uitgeeft voor een Gereformeerd theoloog.

Als zoodanig kunnen wij hem — en niem'and kan ons dat euvel duiden, het is onze oprechte overtuiging — niet erkennen.

Zijn „Grondbeginselen der Dog!matiek", welke het Bestuur der Dr A. H. de Haxtog-stichting ons vóór enkele dagen in brochurevorm zond en waarvan we vroesger in de „Nieuwe Banen" reeds kennis namen, bevestigen ons idaarin schier van. paragraaf tot paragraaf.

Het bewijs hiervoor hlijve tot later bewaard. Overigens echter waardeeren we h!em gaarne in zijn kordate houding tegenover de vrijdenkerij hier te lande.

-s Niet era vrlenflelljk.

In „De Wekker", het orgaan der Christelijk' Gereformeerde Kerk, wordt nog altijd zwaar geredeneerd over de zgn. „leer der veronderstelde wedergeboorte".

Een inzender verklaarde in het jongste nununer, dat hij in zijn leven al verschillende Geref. predikanten had hooren prediken, m, aax nog nooit die leer heeft hooren verkondigen.

En wat antwoordt daarop de „Redactie"?

Wij hadden eerst gemeend dit schrijven niet te plaatsen, maar dan zou men ons allicht „bevooroordeeld" vinden. Anderzijds was er ook iets voor, om •onzen lezers eens te laten zien hoe onnoozel somlnigen leden der Gereformeerde kerken zijn. Of zou deze ^, A" alleen een vreemdeling; in dat Jer'uzalem wezen? " Hij heeft nooit op den kansel de leer der veronderstelde wedergteboorte hooren verkondigen. Nu dat kan. Wij kunnen den geachten inzender niet bewij^zen, dat h ij het wel gehoord heeft. Immers, hier bestaan deze mogelijkheden, of dat de hoorder geen hoorder, maar een slaper is, of dat de .prediker van heel deze leer der veronderstelde wedergeboorte niet weten ml, of dat deze leer in zulke bedekte tennen wordt voorgedragen, dat een gewone leek hier niets merkt. Maar aangenomen wat hier wordt gezegd, dat deze leer niet op den kansel wordt-verkondigd, dan zou nooit diüdelijker aangetoond zijn, dat zulk een philosophisch leersysteem niet past op de praktijk van de bediening des Goddelijken Woords en zich mitsdien niet aansluit-bij het gezond geestelijk leven.

Een andere vraag is echter of de prediker in de Gereformeerde kerken eerlijk zijn roeping' vervult, wanneer hij niet rond en duidelijk de leer der yerohderstelde wedergeboorte' op den kansel handhaaft? Wellicht dat men zulk een.openlijk optreden niet taktisch vindt, maar dergelijke overwegingen behooren toch zeker niet op den kansel 'thuis, 't Is anders wel teekenend, dat leden der Gereformeerde kerken, die zeggen verschillende Geref. predikanten te hebben gehoord, nooit deze leer op den kansel hoorden verkondigen.

Dan hapert er toch zeker wel wat. Wij hebben voordeze predikanten weinigj respect en het eert den kring der Geref. predikanten, die hun meening niet wegmoffelen, maar helder en klaar de leer hunner kerk vertolken. Elke predikant in de Gereformeerde Kerken is krachtens de belijdenis dier kerken verplicht deze leer te verbrei-' den. "Wie dat niet doet, kan met geen gei-ust geweten blijven, maar moet de Gereform'eerde Kerken verlaten.

Overmaat van heuschireid ademt, gelijk men ziet, dit bescheid niet.

Uit vrees voor de zgn. leer „der veronderstelling" neemt het blad de toevlucht tot enkele veronderstellingen, die allerminst vriendelijk k'unnen heeten.

Vooreerst deze, dat de Inzender misschien tot het gilde der Morpheus-dienaars behoort.

En tweede deze, dat er in onze kerk predikanten zijn, die in hun hart eigenlijk Christelijk-Gereformeerd zijn, Im'aar er niet voor durven uitkomen.

Ten derde deze, dat andere predikanten in onze kerken een ketterij zóó heimelijk invoeren, dat het gewone volk er niets van merkt.

De twee laatste ondersellingen houden een beschuldiging van oneerlijkheid in.

Dit kan niet genoeg betreurd.

Niets verwijdert meer, dan dat men elkander van oneerlijkheid beticht.

Het staat openhartige gedachtewisseling in den weg.

Niettemin zouden wij „De Wekker" een andere onderstelling aan de hand-willen doen.

Kan het ook zijn, dat dit blad een conclusie trekt uit de besluiten der Synode van 1905 inzake de leeiigeschillen, die deze Synode zelf niet voor haar rekening zou hebben genomen?

Kian het zijn, dat de Christelijke Gereformeerden zich van de bedoelde leer, te goeder trouw natuurlijk, een verkeerde voorstelling hebben gevormd ?

Dit wil ik wel zeggen: de interpretatie, welke „De Wekker" aan deze leer sinds jaar en dag geeft, onderschrijf ik 'niet en zou ik op geen enkele manier willen verdedigen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

De vijand binnen de poorten.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 1922

De Reformatie | 8 Pagina's