GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het Huwelijksformulier.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Huwelijksformulier.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gelijk gezegd, geven Deputaten ook bij het concept-huwelijfcsformulier geen toelichting.

En nog meer dan bij de beide vorige formulieren moet dat hier worden betreurd.

Want de veranderingen, ' die hier worden voorgesteld, zijn meer dan een kwestie van vorm 'of van bekorting.

Er zit een zeker systeem achter.

En wel een systeem, dat tegen het oude formulier indruischt.

mulier indruischt. AVe lazen ergens het oordeel: een nieuwe lap op een oud bleed.

Dat moge de eerste indruk zijn.

De eind-indruk kan het niet wezen.

We hebben hier niet slechts te doen met enkele gemoderniseerde stukken tusschen het aiteengeknipte formulier in.

Ook dan zou reeds de harmome zoek zijn.

Ma, ar men mei'kt duidelijk tweeërlei strekking, welke elkander niet aanvullen, maar bijna uitsluiten.

Niet alle veranderingen verraden die strekking.

Zoo heeft b.v. de kortere .afkondiging der hawelijksbevestiging hieraan part noch deel.'

Van de langere werd zoo goed als nergens gebruik gemaakt.

Met de kortere zal het denkelijk evenzoo gaan.

Van den kansel zal men wel voortgaan de huwelijk'saankondiging in dezen soberen vorm te vatten: „Aan de gemeente wordt bekend gemaakt, dat in ondertrouw zijn opgenomen, waarvan bij deze de eerste (tweede) afkondiging .geschiedt N. - en N. De bevestiging van hun huwelijk zal zoo de Heere wil plaats hebben den...."

De bekendmakingen van den kansel moeten liefst zoo kort en bondig mogelijk zijn.

Stel, dat men ook een formulier kreeg voor attestatie-aanvragen en attestatie-indieningen, voor de afkondiging van de Openbare Belijdenis des Geloofs enz.!

Ook de plaatsverwisseling van de passage waarin de ontbindhaaxheid van het huwelijlc wordt voorgehouden, rekenen we hier toe.

Ons formulier stelt deze passage na de eigenlijke bevestiging.

Deputaten willen haar vóór de bevestiging plaatsen.

Voor beide methoden valt iets te zeggen.

Evenmin zoeken we een bijzondere strekking; in de inlassching van JPs 128, waarin o.a. voorkomt: „Uwe huisvrouwe (de stommb e's zijn van Deputaten, die daarmee veel schijnen op' te hebben) zal wezen als een vruchtbare wijnstok aan de zijden uws huizes; uwe Kinderen als olijf planten rondom uwe tafel. Ziet alzoo zal zekerlijk die man gezegend worden, die den Heere vreest". Deputaten. individualiseeren hier. Maar het mag betwijfeld, of deze psalm individueel bedoeld is.

Veiliger is het, dezen jpsalm met in te voegen, omdat hij niet in ieder godvruchtig huwelijksleven verwerkelijkt wordt.

Nog minder vindt men natuurlijK. de bedoelde strekking in het behoud van een uitdrukking als: „huwelijke staat", , wat Voor onze ooren geen Holiandsch meer is.

Neen, de Tendenz schuilt in het weglaten van de volgende zinnen en zinsdeelen:

„daarentegen de hoereerders en overspelers „wil Hij oordeelen en straffen;

„De derde, opdat een iegelijk alle onkuisch-„heid en booze lusten vermijdende, met een „goede en geruste conscientie moge leven. „Want om boerderij te vermijden zal een iege-„lijk man zijn eigen vrouw hebben en een „iegelijke vrouw haar eigen man; alzoo dat „allen, die tot hun jaren gekomen zijn en „de 'gave der onthouding niet hebben, jiaar het , ; b.eV!elx • Gods verbonden en schuldig zijn,

320 „zich tot den huwelijken staat naar Christelijke „ordening, , met weten en wil hunner ouders „of voogden en vrienden te begeven: opdat „de tempel Gods, dat is ons lichaam, niet „verontreinigd worde;

„en ook alle onreinheid straft" (in het nagebed).

Het gaat hier alzoo over uitdrukkingen en beweringen aangaande hoererij, gave der onthouding, onreinheid.

Deputaten willen deze dingen blijkbaar' zoo min mogelijk noemen.

Vooral hebben zij er bezwaar tegen, dat het vermijden van hoererij en gemis aan de gave der onthouding zou gelden als een der redenen tot huwelijkssluiting.

Wat zit daarachter?

Niets anders dan zekere romantiek, die tegenwoordig, in de hoogere wereldsche standen en bij een deel der beter gesitueerden en intellectueeiL-n onder ons zeggenschap heeft verkregen.

Deze romantiek nu gaat lijnrecht in tegen het realisme, dat onze vaderen huldigen en dat ook in liet huwelijksformulier tot uiting komt.

Die romantidk wil den schijn geven te leven in een boven werkelijke, een ideëele wereld. Het leelijke moet althans in de taal zooveel mogelijk vermeden worden. Men mag niet spreken van een hoer, miaar men moet zeggen: demi-mondaine, prostituee of beter nog: prostitueetje. Men dient het woord: sodomie uit zijn woo-rdenboék te schrappen en er voor in de plaats te stellen het niets alstootelijk klinkende: homo-sexualiteit. Deze lijst ware te verlengen.

En hoe hield deze romantiek zich in de praktijk?

In verschillende perioiden van de geschiedenis trad ze op. Maar steeds beantwooirdde het leven niet aan den mooien schijn. De ergerlijkste zonden werden verguld. In den bloeitijd der Duitsche romantiek speelden dames, die buitenechtelijke kinderen hadden, soms een voorname rol in de litteraire en filosofische wereld. Maar in haar mond waren zij de kuischheid zelf.

Die romantiek d.oet zich ook thans weer gelden. Men schreeuwt over de „onzedelijkheden" van den bijbol. En processen inzonderheid, maiar ook romans wijzen het uit, dat die bijbel de waarheid weergeeft, als hij zegt, dat nit het hart voortkomen booze bedenkingen, doodslagen, hoererijen, dieverijen, lasteringen.

Op het hoofdktissen ligt vaak een engelengelaat, maar daaronder verstopt boeken als „De Hel" en „La Gargonne", dat de slaapster tot diep' in den nacht heeft liggen lezen.

Ook in onze kringen doet deze romantiek haar invloed gelden.

Niet, dat ze zóó sdhijhbeilig , is als in de wereld, al zullen de uitzonderingen niet ontbreken.

Wat het huwelijksformulier betreft: men durft haast het woord hoererij niet te gebruiken en vreest, dat bij het voorlezen van de zinsnede over de giave der onthouding de bruid zal blozen en de oogen neerslaan. En toch, wanneer men eens wist, wat vele bruidjes sinds haar zestiende jaar gelezen hadden, zou toen versteld staan en zich somtijds alvragien of zij niet door de wol geverfd zijn.

En nu 'kan ik niet anders zien of dit romantieke sentiment is eenigszins op Deputaten overgeslagen en dat heeft hen er toe geleid om de genoemde gedeelten te laten vervallen.

Daarmee doen zij afbreuk aan het realisme, waaruit het Huwelijksformulier is geboren.

Aan de waarschuwing van Dr A. Kuyper in

„Onzen Eeredienst" hebben zij geen gevolg gegeven. Deze toch schreef: „En wat het derde punt betreft, heeft men wel opigemterkt, dat het spreken van wie „de gave der onthouding niet hebben", hier misplaatst zou zijn, mlaar wie zoo oordeelden, vergaten, dat de preutse hheid der wereld ^an de kerk niet het zwijgen mag opleggen".

Daaruit volgt echter niet, dat ik .het onvoarwaardeujk voor het reaUsme, of ook voor het realisme onzer vaderen zou opnemen.

Doch daarover in een volgend artikel.

Collegegelden voor de Theol. Studenten aan de Vrüe Universiteit.

Men weet, dat |het wetsontwerp van minister de Visser tot verhooging van de collegegelden is fliangenomen.

Diank zij (het , amendement-Rutgers is de Vrije Universiteit daarbij niet in nadeeliger kbnditie gekomen-dan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam.

Toch zou (men kunnen vreezen, dat de tlieologische studenten als gevolg daarvan meei zullen moeten betalen.

Ten onrechte evenwel.

Gaarne nemen we dienaangjaande over wat Proi. Dr H. H. Kuyper schrijft in. „De Heraut":

„Ten einde mogelijk misverstand te voorkomen, mogen we wel opmerken, dat de pas aangenomen wetswijziging om de collegegelden te verhoogen, vóór de theologische studenten aan de Vrije Universiteit geen gevolg zal hebben, daar dezen buiten de aangenomen regeling vallen."

Het droeve gevolg van den zomertUd.

Menig weerkundige zoekt naar de oorzaken van het uitblijven van den zomer.

Wel zijn de laatste dagen wat mijder, niaar echt zomer is hiet nog niet geweest, evenmin als echt lente.

Doch waar de natuurkundigen zich het hoofd mee breken, heeft een inzender in „De Saambinder" zonder eenige moeite gevonden.

Het uitblijven van net zomerweer is volgens hem te wijten 'aan de invoering van "den goddeloozen zomertijd.

Hij schrijft:

De nieuwe tijd, ot wilt ge het mlodern uitgedrukt hebben, „de zomtertijd" is weer opmieuw ingevoerd, en 't moet en zal naar willekeur langer licht wezen!

Weg, weg mtet de oude stelsels en wetten, en weg, mtet het oude beproefde G-eloafsvertrouwen op God, ons in Zijn iOnfeilbaar "Woord geopenbaard! Zoo hoort mien sp'reken, of handelt men in. de pïaktijk.

En miet en door dit alles slaat men den Almachligen Schep'per in 't aangezicht, en worden Zijne ordinantiën en regels met voeten vertreden.

En daarom is het, mijine lezers, dat er opi zoa'n groote schaal, alom. anvraohtbaarheid is. En daarom is het, dat er voor lieven, vriendelijken zonne-Bchijn, somberheid en najaarskorade is. En daarom is het, dat er voor zegenende dauw, rijiml en koude piasregens zijn.

En waar, waar is de schuldbekentenis?

En waar, waar blijft de verootmioediging?

Deze inzender weet het dus precies.

Hij Ihad als argument nog kunnen aanvoeren, dat in ide Vereenigde Staten van Noard-Ameiik'a geen zomertijd werd aangenomien — voorzoover ik althans weet — en dat men daar volop zomter heeft.

Zóó zomer, dat men wegens de hitte bijna niet arbeiden kan, dajt men tevergeefs koele plaatsen opzoekt om aan Öie plaag te ontkomen en er dagelijks menschen doodblijven.

Hoeveel Amerikanen zouden niet wenschen: hadden wij maar den niet-zomer van Europa?

Hoe zou deze inzender dat verklaren?

Tot welke dwa^e ai^vattingen geraatt men niet, als men Gods Raad afhanldelijk maakt van eigen inzicht.

Het bovenstaande schreven we reeds voor het nummer van de vorige week. Sinds kregen we ook hier een New-Yorksche hitte welke haar slachtoüers eischte. Welke exegese zou die inzender hiervoor weer bij de hand hebben?

Kritiek van de Standaard.

„De Standaard" oefende op ons .stukske over den universiteits-dag', voor'komend in ons vorig numto'er kritiek.

Voor deze week is onze plaatsruimte verbruikt.

Daarom hopen we D. V. een voilgend maal te repliceeren.

De Rapporten op de Particuliere Synode van Zuid-Holland (Zd. Gedeelte).

Ten opzichte van het Rja, pport inzake het concipiëeren Vian 5elijdenisvraigen, de herziening van de Liturgie en het overzien en de uitbreiding vMi den bundel „Eenige Gezaimgen", wordt besloten de Generale Synode te vragen nu nog, niet de beslissing hierover te nemen, dodh eerst over .S jaar, wijl er zich nog geen algemeene opinie, noodig tot afhandeling^, in de kierken gevormd heeft.

Aangenomen wordt om ter Gen. Synode te brengen het voorstel der classis Scbliedam: „Inzajke de Echtscliieiding" aanviaarde de Synode het rap^-, port der Deputaten, evenwel met deze beperking, dat zij de meening, volgens welkb het den Christen van Godswege .geoorloofd is echtscheiding aan te vragen op grond van kwaadwillige verlatinng alsnog ter nadere bestudeering' aanbeveelt.

Verder worden aangenomen de volgende voorstellen der classis Rotterdam:

a. De classis Rotterdam verzoekt aan de Part. Synode aan de Generale Synode voor te stellen zich naider uit te sproken over de vraag of feet werk der Eviangelisatie behoort uit te gaan van de kerk als instituut of van het ambt ^ der geiloovigen.

b. De classis Rotterdam verzoekt aan de Part. Synode voor te stellen aan de Generale Synode, dat voor de jonge catechisanten ^een leerboekje in vragen en antw'oorden en voor de oudere een leerboek als voorgesteld wordt opgesteld, ecMer met dien verstande, dat dit laatste uitvoeriger zij dan het door Deputaten geconcipieerde.

Over het instituut Legerpredikanten wordt aangenomen het voorstel van Ds Meijnen om aan de Generale Synode voor te stellen in zooda.nig overleg te treden met de Regeering^ da, t dit Instituut komt te vervallen en de zorg voor de militairen in vredes-en oorlogstijd met medewerking van de Regeering aan de Kerken wordt overgelaten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juli 1923

De Reformatie | 4 Pagina's

Het Huwelijksformulier.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juli 1923

De Reformatie | 4 Pagina's