Een nieuw ding.

De meest vermeldenswaardige gebeurtenis op het gebied der gereformeerde Evangelisatie is de verschijning van een nieuw tijdschrift.

Laat ik beginnen met de bijzonderheden.

De naam is: Tijdschrift voor Evangelisatie. ;

Anders niet.

Geen enkele toevoeging om te begrenzen, geea zinspeling op het gereformeerd karakter.

De redactie bestaat uit: Prof. Dr F. W. Grosheide, Ds J. Gispen, Ds J. P'. Tazelaar en Ds J. de Vries.

Plus de traditoneele staf medewerkers.

Die in dit eerste nummer nog niet vermeld worden.

Er staat alleen veelbelovend: Metvelermedewerking!

Uitgegeven wordt dit tijdschrift bij de Gebr. Zomer en Keuning in Wageningen, bij wi« ook ons Zendingsblad verschijnt.

De bedoeling is, dat men elke maand, met uitzondering van Juli en Augustus, een nummer krijgt.

En de prijs?

Een gulden vijftig cent per jaar.

Ik kon mijn oogen niet gelooven en heb het zóó dikwijls gelezen tot ik mij gevangen moest geven aan een ongelooflijke werkelijkheid.

Gewoonlijk is de prijs van een ding het hinkende paard, dat achteraan komt.

Maar in dit geval is de prijs het galoppeerendo paard, dat vóóruitrent en 'het ding meesleept, de wereld in!

Wie zich nu niet abonneert....

Hij moge zelf zeggen, wat hij is: een afkeeriga of een vrek?

Maar ter zake.

Laat ons dit eerste nummer eens bekijken. Niet gelijk de baker het pas geboren kindje bekijkt.

De baker beoordeelt het kind alleen naar het gewicht.

Niet de kwaliteit maar de kwantiteit beslist.

De weegschaal is de rechterstoel.

Naar den bakermaatstaf gemeten, kan het oor­ deel over het nieuwe tijdschrift niet gunstig zijn.

Het telt precies acht bladzijden.

Maar laat ons zoo kostbare dingen als het leven.

En mij dunkt, dit mogen we, bij het leze» van de traditioneele „inleiding" al dadelijk constateeren: het ding lééft.

Het i s er, omdat het er was.

In de idee, in de noodzakelijkheid, en in de behoefte!

Geboorte is niet de schepping, maar de ver­schijning, de uitbreking, van het leven.

De inleider wijst er op, dat de General© Synode der Geref. KeAen, in het jaar 1923 te Utrecht gehouden, een nieuw tijdperk van actief

leven op het terrein der Evangelisatie heeft ingeluid, door aan dit werk' „een officieel ijk" te geven.

De arbeid zelf bestond reeds.

Maar de Kerken als zoodanig, in haar volledige vertegenwoordiging, hadden zich nog niet in bepa.alde conclusies uitgesproken.

En dus hadden degenen, die zich liever afzijdig houden, of zelfs tegenstaan, een schijn van recht, wanneer zij dit werk als een particuliere liefhebberij van een bepaalde k'erk of van een zekere groep in de kerk, kwalificeerden.

Het embryonale werk is nu geboren.

Het is een kind, uit den schoot der kerk aan het licht getreden.

En op dit feit baseert Prof. Crrosheide (c.s.) het levensrecht van dit tijdschrift.

„Ons Tijdschrift", zegt de redactie, „dat natuurlijk geenerlei officieel karakter draagt, wil trachten in beide richtingen (het onderzoek van de vraagstukken en het contact zoeken met elkander) hulp te bieden en een vereenigingspunt te zijn."

Het ligt daarom in de bedoeling eerst, in een theoretisch deel, de actueele vragen aan de orde te stellen (in verband o.a. met het Synodale Evangelisatie-rapport) en daarna in een practisoh deel een overzicht te geven vgn hetgeen er op' het terrein der Evangelisatie gebeurt.

Deze eerste aflevering bevat al dadelijk' een proef op de som van het plan.

De hoofdredacteur, Prof. Grosheide, geeft een artikel over het onderwerp „Inwendige Zending en Evangelisatie", waarin hij deze twee namen (waarover onder ons nog altijd onzekerheid van gevoelen bestaat) aan de historie toetst.

Het artikel draagt een zuiver wetenschappelijkgeschiedkundig karakter, maar is zeer verstaanbaar geschreven.

Ds J. P. Tazelaar opent een serie beschouwingen over het thema: „De uitbouw van de Zondagsschool", in verband met het veranderde tijdbeeld en de toenemende ontaarding.

En verder vinden we in deze ailevering een reeks mededeelingen uit de praktijk.

.Wij wenschen het jonge tijdschrift toe, dat het spoedig moge worden een goed verzorgd pleegkind van het gansche gereformeerde Nederland. Kog één wensch erbij.

„Woord en Daad" bestaat óók nog. Het is het tijdschrift van interconfessioneele kleur.

Het houdt den band vast met, en wil orgaan zijn van het werk der Inwendige Zending in al zijn schakeeringen en vertakkingen.

Ook gereformeerden werken er aan mee. Laat ons de liefde voor, en den steun aan, dit zeer degelijke en leerzame tijdschrift niet opzeggen.

Het heeft en houdt zijn recht op bestaan. En voorts mag de geboorte van dit nieuwe tijdschrift ook geen oorzaak zijn, dat de rubrieken, die in onze kerkelijke pers aan de Evangelisatie gewijd worden, schade lijden.

Integendeel.

Laat ons alom door journalistiek'en arbeid, den bloei van deze periodiek' mogelijk maken.

Ook „De Reformatie" blijve niet acïhter. Wie helpt mee deze rubriek' uit zijn winterslaap te wekken?

De redactie houdt zich begeerig, doch bescheiden, aanbevolen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen