GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Hemelvaart en Pinksteren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hemelvaart en Pinksteren.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is een al herhaaldelijk opgemerkt verschijnsel, dat, terwijl in da letterkunde de Kerst-en Paaschzangen zeer veelvuldig zijn, veel minder, talrijk is de poëzie, waarin het feit van Christus'-Hemelvaart en de beteek'enis van den Pinksterdag worden bezongen. Bij meer dan een dichter, in wiens werk wel de eersten gevonden worden, zoeken we vergeefs naar Hemelvaarts-of Pinksterzangen. Een cyclus feestliederen als • die van Da Costa is vrijwel een unicum in onze literatuur.

Het meest veelvuldig is de poëzie over den Hemelvaart en het Pinksterfeest in het laatste-gedeelte der 18e eeuw. Voor een deel zal dit te verklaren zijn uit de omstandigheid, dat in de 18e eeuw de belangstelling voor „kerkelijke feestdagen" bijzonder groot was., maar daarnaast geeft ook de opvatting van den tijd licht in dezen. .

Tegenover het verstarde form-alisme, dat gedurende het grootste • deel der 18e eeuw de k'unst beheerschte, kwam geleidelijk aan een reactie, die op' dichterlijk gevoel den nadruk legde als voorwaarde voor kunst. De verstandelijkheid, die kenmerkend is voor heel het 18e eeuwsche denken, begon het gaandeweg af te leggen tegen het emotioneele, het persoonlijke. Maar in den kring der godsdienstige dichters bleef dat gevoelselement vooralsnog geheel gebonden aan het religieuze leven. Waar hun rationalistische tijdgenooten dichtten over de natuur, het menschenleven, de liefde, kortom over allerlei stof, al naar hun sentiment was, zagen zij de vrijheid van gevoelsuiting ingeperkt binnen de grenzen van het religieuzQ. Dichters als Van Alphen, P, . L. van de Kasteele, Abrsrham Rutgers, Scharp, Bernardus de Bosch e.d. behooren tot deze groep. Hun lyrische poëzie bewoog zich altijd in dien eenen kring, die de godsdienstige overtuiging tot middelpunt had, en zoo zijn in hun werk gedichten over de hooge feestmomenten der christenheid uiteraard veelvuldig.

Nu is uit hun milieu opgekomen de gedachte aan een Gezangenbundel naast de psalmen. En op dezelfde wij^ze als deze berijming was tot stand gekomen, n.l. door keuze uit gevraagde inzendingen, werd ook-voor dezen bundel de medewerking der „vaderlandsche dichters" gevraagd. Daardoor werd het aantal soortgelijk'e gedichten nog aanzienlijk vermeerderd, eri werden ook verschillende Hemelvaarts-en Pink'sterz^angen gedicht, soms zelfs door een zelfden; dichter.

Zoo durikt mij, 'kunnen we de opmer'kelijke veelvuldigheid van deze feestpioëzie in de latere 18e eeuwsche jaren verklaren.

Over 't algemeen is deze productie, gelijk' be-'kend is, meer stichtelijk, dan dichterlijk, en ook, in overeenstemming met den tijdgeest, zijn in meer-> dere gedichten deugd en godsvrucht gelijkwaardigei elementen.

Maar er zijn oo'k verdienstelijke proeven bij, goed in vorm en inhoud beide, en uit deze doen we een kteuze, nu de gelegenheid van het Jjaar' ons weer tot de herdenking van Hemelvaart en Piriksteren leidt.

De Hemelvaartszang, . die hier volgt, is gedicht door P. L. V. d. Kasteelei, een der bekendste dichters van dien tijd, een man van zeer ernstige levensstemming, met van Alphen een van cle meest karakteristieke vertegenwoordigers der straks genoemde opvatting. „De Hemelvaart van Jezus" noemt hij z'n gedicht, en de voornaamste strophen zijn deze:

Aarde, zucht niet meer, Troed den hemel nader! Zing uws Redders eer: Hij, de Vorst der aard, .Jezus Christus, vaart Tot Zijn God, Zijn Vader.

Ziet Hij zegepraalt. Die als Plaatsbekleeder Onze schuld betaalt; Hij, die uit ons oog Heenvaart naar omhoog, Zendt zijn Engten neder.

Hij, des menschen Zoon, Hij, die 'tal volbracht heeft. Hij beklimt den troon; Hij, de Zoon van , God, Hij beschikt ons lot Hij, die alle macht heeft.

Ziet, o ziet Hem na! Hij, die onze zonden Droeg op Golgotha, Leeft en bidt ook nu. Ook, mijn ziel, voor ui Hij droeg ook uw zonden.

Deed Hij aan het kruis Ons Zijn liefde blijken, In Zijns Vaders huis, Waar Hij 't heil voltooit. Zal Zijn liefde nooit. Nooit weer van ons wijken.

Zondaar! hoor Zijn stem Buig u voor Hem neder. Waak! en wacht op Hem! Hij, die voor-ons stierf, 't Leven ons verwierf, Jezus, komt eens weder!

Leef, o Koning! leef! Breng tot U ons nader! Leef in ons, - en geef. Dat ook eenmaal wij, Opgewekt als Gij, JjCven bij Uw Vader.

O, die dag breekt aan, 'k Zie zich d' Englen scharen Langs de hemelbaan; I-Jij die ons geleidt. Heeft den weg bereid, Is vooruit gevaren.

Wel heeft op enkele punten de inhoud geleden onder ide kortheid van den vorm, maar ongetwijfeld vertolkt dit gedicht toch de gedachte van den christen op Hemelvaartsdag.

Uit - de verschillende Pinlisterzangen, die we uit dezen dichterkring kennen, leggen we onzen leze; ; s voor de bewerting, die Bernardus de BosfthJ gegeven heeft van Luther's Pin'k'sterlied. •

Deze Bernardus de-Bosch was wel wat ouder, dan V. d. Kasteele c.s., (hij stierf in 1786), maar z'n werk was in diens kring zeer in eere en behoort onder het goede, dat de 18e eeuw heeft opgeleverd. De hier volgende 'bewerking van een van Luther's feestliederen staat m.i. boven die van Ten Kate.

Kom, Heiige Geest! o God en Heer! Zend Uw gena op 'tmenschdom neer, Met liefdevuur en kracht van boven. Vervuil' uw gloed hen, die gelooven! Uw dierbre gunst heeft zich o'p aard Een - volk ten eigendom vergaard. Dit volk, verspreid in alle landen. Voelt thans een dankbren gloed ontbranden En zingt, - o Heer, Uw naam ter eer.

Het licht van Uw gelieiligd woord 'Geleid' ons, onbelemmerd, voort! Leer' ons God onzen Vader noemen. En 's Heilands wondre liefde roemen Bevestig' ons in 't waar geloof; Houd' ons voor valsche leering doof! Greef, dat wij steeds met vast vertrouwen Alleen op onzen Heiland bouwen! Elk leev', o Heer, Uw naam ter oer!

Uw heilig vuur, dat door zijn gloed Verkwilcking schenkt aan 'tlcoud gemoed, Moog' traagheid uit ons hart verdrijven, - Doe d' ijver in ons brandend blijven! Versterk ons. Heer! door Uwe macht; Beziel' 't gemoed met Uwe kracht, Om, hoe gedrukt door nood en lijden, Met onverflauwden moed te strijden! Elk juich, o Heer! Uw naam ter eer.

Ook hier kan een enkele regel den toets van moderne techniek niet doorstaan („dankbre gloed" b.v. is een onjuiste verbinding, en ook „ontbrandt" een gloed niet) maar over 't geheel voldoet het aan de eischen van een vers. En in z'n inhoud is het een goed intoneerende Pinksterzang, ooKj nog voor onzen tijd. - *"''

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

Hemelvaart en Pinksteren.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1924

De Reformatie | 8 Pagina's