GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kerkelijk leven. (Slot).

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkelijk leven. (Slot).

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als juist, wijl naar Gods Woord, is wat ik schreef over het verband tusschen de onzichtbare en de zichtbare kerk en over de bestemniirig en de roeping der laatste', om te zijn — en om zoo zuiver als mogelijk is, te zijn — openbaring van de eerste en als die openbaring, overeenkomstig het wezen der kerk en naar de ordinantiën door Christus zelf gegeven, dan hierin ligt, dat er onder hare leden geen andere band gelde, dan de band die er óók trekt in het geestelijke Lichaam, des Heeren, d.w.z. de band des geloofs, in Chi-istus, dat ze daarom geen ander hoofd icenne, dan Hem die ook het Hoofd des geestelijken Lichaams is; en dat Christus die erkenning en eerebieding als haar hoogsten Profeet, haax eenigen Hoogepriester en haar eeuwigen Koning van haar vordert in de oprichting van-, en in de onderwerping aan de ambten van de bediening des Woords, van het ouderling-en van het diakenschap — dan is daarmee duidelijk geavorden, aan welke eischen een kerkformatie moet voldoen, zal een geloovige zich, in trouw en in gehoorzaamheid aan Christus, bij haar voegen.

Hij kan dan geen vrede nemen met een kerkgemeenschap, die berust op iets anders dan op den geestelijken band aan Christus, d.i. op het geloof; die in belijdenis en kerkelijke praktijk, of in een van beide den Heere Jezus Christus niet eert als ©enigen Profeet, Hoogepriester en Koning, maar 6f Hem openhjk verwerpt, of, al mocht zo Hem nog in een officiëele belijdenis zoo noemen. Hem metterdaad, door een inrichting, die in strijd is met Zijn Woord, door leer-vrijheid en het verzaken van tucht, als haar Hoofd verloochent.

Zulk een kerkgemeenschap kan een geloovige als geloovige nooit kiezen. Zulk een keuze zou verzaking zijn van het a-b-c zijner Christelijke roeping. Zou lijnrecht indruischen tegen de verhouding waarin hij als geloovige tot Christus staat. Zou hem tot zonde zijn.

Zoo hij kiezen mag, heeft hij te kiezen een gemeenschap, die in oorsprong, in belijdenisinrichting en ambtelijken dienst, zich aandient als een openbaring van het geestelijke Lichaam - van Christus. Zijn er ter plaatse waar God hem wonen doet meerdere die aan dezen eisch beantwoorden, dan behoort trouw aan zijn Heiland en Koning hem die t© doen kiezen, die het meest beantwoordt aan het beeld der Schrift.

En dat niet alleen om gehoorzaam te zijn aan het Woord des Heeren, maar óók om eigen geestelijk belang. 251 Want het kerkelijk leven naar de Schrift, en vooral de ambtelijke bediening, is mèèr dan een belijden der geloovigen van den band die hen aan Christus en in Hem aan elkander bindt, zo zijn óók de werkzame middelen, waarvan het Hoofd in den hemel zich bedient, om zijn Lichaam op te bouwen en elk zijner leden tot vollen wasdom te brengen.

Door de ambten van den dienst des 'Woords, het ouderling-en het diakeuschap, bedient Christus zelf zijn drievoudig ambt in zijne kerk en arbeidt Hij om de zijnen, in de gemeenschap zijner zalving, profeten, priesters en koningen te maken.

Ook van die zijde is er daarom zoo nauw en innig] verband tusschen ons geestelijk en ons kerkelijk leven.

Nu sprak ik dusver alleen van wat moet leiden de beslissing bij wie er voor een keuze staat.

Ik dacht daarbij aan 't geval, dat we niet in volle vrijheid kunnen kiezen, wijl we door Gods voorzienig' bestel in onze geboorte, ons vonden in een bepaalde kerkgemeenschap. In dat geval staat het ons niet vrij, zonder bedenken over te loopen naar een kerk die meer aan de kenteekenen der Schrift beantwoordt.

Méér — zeg ik. Want zoo Avie geboren worden en opgroeiden in een „kerk" die geen enkel kenteeken eener ware kerk bezit; die in geen enkel opzicht een openbaring van 't Lichaam van Clrristus heeten kan, behoeven wei ons geen oogenblik te bedenken, maar is het, naar we ook ia de 37 artikelen belijden, onze roeping, ons zoo spoedig mogelijk van zulk een schijn-of valsche kerk los te maken.

Doch anders staat het, zoo de kerk waartoe we door geboorte behooren en waarmee we misschien door belijdenis ooze gemeenschap bevestigden, nog wel in bepaalde dingen, b.v. in haar officiëele belijdenis en in do prediking onder haar, iets of zelfs veel Christelijks behield, maar door afwijking van het Woord in helijdenis en prediking en door het verzaken va.n tucht, Christus niet meer de volle eere geeft die Hem toekomt. In dat geval hebben we allereerst roeping om, met gelijkgezinde broeders en zusters, of anders desnoods alleen op te komen tegen de smaadheid den Christus aangedaan en ambtsdragers en gemeente te vermanen tot reformatie. En eerst, als we zoo het onze deden, om weer volle recht en eere voor Christus, het eenige Hoofd der kerk, op te eischen, waar alle vermaan en protest vruchteloos bleel, komt dan het oogenblik, om, om des Heeren en om onzer ziele wille, met zulk een gemeenschap te breken, en bij^ zuiverder openbaring van de gemeente des Heeren. ons aan te sluiten.

‘k Hoop dat er in deze wenken iets is, dat m'n vrager dienen kan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 mei 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

Kerkelijk leven. (Slot).

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 mei 1925

De Reformatie | 8 Pagina's