GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Stockholm en de Zending

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stockholm en de Zending

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

I

Het opschrift kan eenige verwarring stichten en •de meening vestigen, alsof op de bekende Conferentie voor practisch Christendom, dezen zomer te Stockholm gehouden, de arbeid der zending op­ zettelijk ware ter sprake gekomen.

Dit nu is geenszins het geval geweest.

Bevreemding behoeft dit niet te wekken. Zeker, de zending is wel mee het voornaamste, dat bij het practisch Christendom behoort. In dezen arbeid geeft do kerk zich aan haar Heiland en Heere, om zijn Naam uit te dragen in het midden der wereld, en Zijn gemeente allerwege te stichten onder de vojlkeren. Toch was er op de Conferentie voor do zending geen plaats.

Wij hebben hierin geen miskenning van de zen­ ding te zien.

De organisators en leiders waren van meening, dat er aan de zending op andere wijze steeds overvloedige aandacht wordt geschonken; zij heeft haar eigen conferenties, plaatselijk, provinciaal, landelijk, ook wel internationaal; haar nationale Raden, internationalen Raad, tijdschriften enz. En nu kon te Stoekholm wel over de zending zijn gehandeld, doch dat zou dan slechts zeer ten deele zijn geweest; om des tijds wil en uit oorzaak van de vele onderwerpen, die op het program stonden, zou aan de zending geen liaar waardige plaats kunnen zij ingeruimd; en zoo werd het beter geacht haar geheel uit te schakelen.

Daarmee is aan de zending geen onrecht en schade aangedaan. Er was nu gelegenheid vraagstukken naar voren te brengen, die ten nauwste met de zending in verband staan, en waarover een algemeene conferentie, gelijk die te Stockholm, beter kon spreken dan een conferentie, die alleen met de zending zich inlaat.

Behalve, dat de zending even gememoreerd werd bij het vraagstuk over opvoeding en onderwijs, werd zij tot tweemalen toe het onderwerp der algemeene belangstelling, terwijl ook nog de inrichting der conferentie aJs zoodanig het onderscheid deed uitkomen, dat er is tusschen wat wij de Germaansche en Angelsaksische zending kunnen noemen.

Wij beginnen met het Rassenvraagstuk.

Dit vraagstuk is van het hoogste gewicht, en de conierentie heeft het zelfs noodig geacht een geschrift erover op te stellen en te publioeeren. Behalve gen iideiding en slothoofdstuk bevat het hoofdstukken over Wezen en functie der Christelijke Religie, Rassen en rassenproblemen van Christelijk standpunt bezien. Gelijkheid der rassen. De zedelijke noimen voor de verhoudingen tusschen de rassen, en Dringende doeleinden. Een heel program dus. En het behoeft wel geen nader betoog, hoe nauw de zending bij dit alles betrokken is. Wij aanvaarden het bestaan der rassen. Het gaat niet aan, daarin alleen een gevolg van de zonde te zien, en alzoo het ontstaan der rassen slechts in de vlakte van Sinear te zoeken. In Noach'si tent werd het onderscheid in de menschheid reeds openbaar, en wij mogen zeggen zelfs, dat het in de schepping is gegrond.

Moge de zonde, vooral de zonde van den torenbouw, het rasonderscheid tot een tegenstelling hebben gemaakt, wij mogen toch aannemen, dat God de rassen gewild heeft; in het bestaan ervan zien wij een deel van Gods plan tot uitvoering komen, hetwelk Hij naar Zijn Raad met de menschheid heeft.

Meer dan vroeger is het rassenvraagstuk een probleem van de eerste orde geworden. Tot nu toe, in elk geval tot voor korten tijd, was het blanke ras de overheerschende partij. Door de macht der cultuur bedwong het de anderen. Maar dat is, vooral sinds den oorlog, geheel veranderd. De andere rassen zijn ontwaakt, en zichzelf en hun kracht bewust geworden. Zij hebben gezien, dat de blanken niet onkwetsbaar, niet onoverwinnelijk zijn. Hun cultuur beginnen zij over te nemen.

De dwinglandij, reeds lang gehaat, wordt tegengestaan; aan de keten wordt gerammeld, en vrijheid en zelfstandigheid als een gebiedende eisch gesteld.

Dat hier gevaren dreigen voor het blanke ras, ligt Voor de hand. In groote dwaasheid' hebben de blanke volken gemeend, dat het aardsche het al is; in cultuur alleen werd heil gezocht, en de zedelijke en godsdienstige behoeften verwaarloosd en onderdrukt. Dat moet zich wreken.

Als de rassen eenparig tegen de blanken opstaan, is het met hem gedaan. Alleen met geestelijke wapenen kumien de rassen, die nu nog in mindere conditie verkeeren, worden bed'wongen, of wilt ge, door geestelijke middelen slechts in het .ïechte sjioor geleid. En dit is noodig.

Stel eens, dat China en Japan tot samenwerking kwamen tegen de Europeanen en Amerikanen, dan ware het Gele Gevaar werkelijkheid geworden en de heerschappij der blanken in Azië spoedig tot het verleden behoorend. En als Afrika ontwakend zichzelf wordt, zal het blanke ras het Zwarte werelddeel moeten verlaten. Zelfs is de gedachte reeds uitgesproken, dat biimen afzienbaren tijd de vijandige rassen Europa zouden kunnen overstroomen, gelijk meer dan duizend jaar geleden ook geschied is, om de geheele Europeesche cultuur te verpletteren en alle zedelijkheid en godsdienst uit te roeien.

Het gaat dan ook niet aan, constateerde de conferentie van Stockholm, om zonder meer de heerlijkheid en voortreffelijkheid van het blanke ras uit te roepen.

Om welke redenen zouden wij op; de andere rassen neerzien? Bij God is geen aanzien des persoons; en zou deze er dan wel bij ons mogen zijn ? In Christus is geen Jood of Griek, geen Scyth of Barbaar; de middelmuur des afsoheidsels is omgewoi-pen. Christus is onze vrede. God heeft alle menschen naar Zijn beeld gemaaict. Alle menschen, en niet alleen de blanken, hebben een onsterfelijke ziel. Christus vergadert Zijn volk uit alle geslacht en tfjal en natie. Hij is de Zaligmakier der wereld, ear niet alleen van het blanke ras. God was in Christus de wereld met zichzelf verzoenende, hun hun zonden niet toerekenende.

Dit zijn algemeen bekende en ook aanvaarde waarheden; indien zij toegepast worden is de tegenstelling tusschen de rassen op zij gezet. En dien kant moet het uit.

Zeker, in het zwarte ras b.v. schuilen andere krachten en eigenschappen dan in het gele ras; maar toch krachten en eigenschappen, die God erin heeft gelegd; en het is de plicht van elk ras zijn krachten en eigenschappen te ontwikkelen en te gebruiken tot eer van God.

Eén ras zou dan ook niet de taak, door God aan de menschheid opgelegd, kunnen volbrengen; de eendrachtige samenwerking van alle rassen alleen zal dit vermogen.

Als wij dit in het oog houden, wordt duidelijk', welke roeping de zending heeft.

Zij mag niet doen, alsof er geen onderscheid is tusschen de rassen, en een blarike hetzelfde vermag als een zwarte. Wij hebben het onderscheid te aanvaarden als door God gewild. Alleen maar meene het oene ras niet, dat hot meerder is dan het andere en het dus mag knechten. En tevens mag het onderscheid niet tot een tegenstelling gemaakt, noch ook de eenheid in de verscheidlenheid uit het oog worden verloren.

Als wij zeggen, dat de zending moet meewerken aan de ontwikkeling der ki'achten, die in de rassen zijn gelegd, wordt er niet mede bedoeld, dat de zending zich op, de politiek moet werpen of de tallooze sociale vraagstukken heeft op te lossen. Zending is zending, en zij moet zending blijven.

Doch de zending werke het streven der Christelijke regeeringen in de hand.

Trouwens, de zending beoogt ook christianisatie; de kerstening der volken. Het is dan ook de vrucht der zending, dat de gaven en krachten der rassen tot beoefening en ontwikkeling worden gebracht.

Eveneens heeft de zending tot roeping, om door haar voorbeeld, en ook wel door haar woord, het aan de christelijke regeeringen voor te houden, dat de rassen gelijkwaardig zijn, en dat, gelijk de zending de Christelijke Inlandsche kerk tot zelfstandigheid wil leiden, ook de regeeringen de volken tot vrijheid en onafhankelijkheid moeten opvoeden.

Doch genoeg. Het ligt niet in onze bedoeling, om het rassenvraagstuk in een enkel artikel te behandelen, waar Dr Speer en Dr Oldham er dikke boeken over hebben geschreven. Wij wilden slechts laten zien, hoe de conferentie van Stockholm de zending heeft gediend, door haar behandsling van het rassenprobleem. Wie de zaak volledig wil nagaan, leze „Christelijke Kerk en Rassenvragen, Gedenkschrift der Stockholmsche Conferentie voor practisch Christendom", in het Neue Allgemeine Miss. Zeitschrift Oct. 1925 blz. 289—299.

Op nog andere wijze heeft deze conferentie op de zending, zij het ook zijdelings, invloed uitgeoefend. Het zij ons vergund daarop een volgend maal te wijzen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 december 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

Stockholm en de Zending

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 december 1925

De Reformatie | 8 Pagina's