GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Morie Metz-Koning.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Morie Metz-Koning.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op het einde der vorige maand is te Ascpna, in Zwitserland, overleden, de Wederlandsche Schrijfster Morie Metz-Koning, die ongeveer 25 jaar geleden, een van de Auteurs van den dag was. Opgeleid voor de studie der muziek, wijdde zij zich, na de ontbinding van haar huwelijk' met den medicus H. W. Marx (in oudere tijdschriften vindt meii haar steeds Móriè" Marx-Koning genoemd}, geheel aan de literatuur en ook na haar tweede huwelijk met den arts J. C. Metz te Vaassen, bleef ze de literaire kunst beoefenen. Een vrij aanzienlijke reeks proza-geschriften en dichtbundels, meestedeels dateerend uit de jaren 1900—1910, geven van dien literairen arbeid 'getuigenis.

Omdat Morie Metz-Koning in haar tijd behoorde tO't de Auteurs die een vrijwel algemeene bekendheid hadden, en zij een eigen pla, ats innam in de literatuur-historie van het begin dezer eeuw, vooral ook, omdat sommige van haar boeken in onzen christelijken kring veel gelezen zijn, lijkt het mij niet ondienstig, van haar werk eenigen indruk.te geven, nu ze, 64 jaar oud, is overleden.

Min of meer stond Morie Metz-Koning op den overgang van de 80-er jaren naar den nieuweren tijd, inzooverre in haar werk eenerzijds iets was van de. abstracte schoonheidsgenieting, zooals die door Kloos werd voorgestaan en aan den anderen kant daarin zich openbaarde de sociaal-ethische strekking, die zich omstreeks 1900 in de literatuur een plaats ging veroveren. Uit deze positie laat het zich misschien verklaren, dat men, bij het lezen van wat over Morie Metz-Koning's 'werk geschreven werd in dien tijd, zoo geheel verschillende beoordeeling aantreft, tamelijk wel afwijzend (zooals b.v. bij Van den Ouden) zoogoed'als spontaan bewonderend (b.v. bij Jeanette Nijhuis, die haar „groote eerbied", haar „liefde voor de artieste die ons zooveel schoons te genieten gegeven heeft" • uitspreekt in een klein geschrift , , Over Morie Metz-Koning") en eenigszins ook bij Van Nouhuys in z'n „Nederlandsche Belletrie." Het is (ik meen door Van Deyssel), met betrekking tot Coupeirus' , , Eline Vere" Oipgemerkt, dat literatuur, dis zoo gansch verschillende sentimenten wakker roepit, daardoor haar beteekenis bewijst, en in zekeren zin zou men dat woord ook op het werk van Morie Metz-KoTiing kunnen toepassen. Feit is in elk geval, dat ze zich met haar eerste boek' een plotselinge algemeene bekendheid verwierf.

Dat eerste boek was: „Van het Viooltje dat weten wilde", (het eenige in onze literatuur, dat in stof en bewerking Van Ëed'en's nog altijd beroemde Kleine .lohannes nabijkomt) en aanstonds deed het 'den, in welke richting het talent der Schrijfster lag. Immers, het is een sprookjesbundel, een brooszacht fantasie-spinsel, waarvan „het viooltje dat weten wilde" de voornaamste schets is. En uit de fijnheid vaii dat teere verhaal bleek' onmiddellijk het gevoel van de Schrijfster voor het ideële, naast, veelszins tegenover het reë, ele, en het inzicht in de problemen van het menschenleven. Dat viooltje wil weten, waarom toch het leven zoo wreed is en waarom de schoonheid' en de liefde zoO' weinig ondex de menschen gevonden worden, zoekt naar het geheim, dat er is in den mensch een smachten naar geluk en dat smachten altijd weer in weemoed versterft. Evenals „De kleins Johannes" raakt dit in fantasie-vorm gekleede verhaal een diepe en zinrijke levensquaestie aan en in de vragen van het viooltje en de beschouwingen daartegenover van den wereldwijzen kikker wordt treffend gesymboliseerd, waarom dit probleem niet tot oplossing komt. Door de droom-sfeer heen wordt "hier gewezen op het menschelijk lijden en achter het sprookje met zijn subtiele schoonheid zliet de lezer duidelijk eai scherp de realiteit.

Geen wonder, dat bet boek (een mooie schets daarin is ook „Elize, een 'sprookje van liefde", dat alweer een smartelijke levenservaring belijdt) aanstonds de aandacht trok'. Hetschoone, het poëtische van de abstracte schooinheidsgenieting vond hier een gelukkige vereeniging met het reëele, het sociaal waarneembare ©n in den fijnen, bekoorlijken voTm van het dichterlijke sprookje werd hier beschouwing gegeven van' en visie geopend op de werkelijkheid van het menschenleven.

In dit genre gaf de Schrijfster verschillende bundels : „Het Beeld op de rots", ^, Nachtsilene", „Van de Zonnebloem, die zon wou z1jn", e.d. En telkens behandelde zij daarin de levensopenbaring onder de menschen, het denken, zoieken, worstelen, de begeerte naai de oplossing van benauwende vragen, die met scherpe contouren in de realiteit staan gegrift. Inderdaad ligt in dit alles veel sohoonheid, veel wijsheid ook verborgen, die den lezer stof tot nadenken geeft naast en met genieting.

En dan, vinden we in deze sp.rookjesbeschouwingen ook vaak den Christus als een centrale figuur: de Christus aan het kruis is daar dikwijls het groote symbool van de liefde', de zachtdroeve Liefde, welker kracht ligt in lijden. Met veel talent vinden we deze gedachte b.v. weergegeven in „'t Beeld op de rots" en in vele andere sprookjes staat bij herhaling deze zich tot den dood gevende liefde als de groote tegenstelling tot den haat en het egO'ïstisch hande'len der menschen gemarqueerd. Op' zichzelf ligt daarin wel, iets moois en het is te begrijpen, dat O'Ok in den christelijken kring deze voorstelling de aandacht trok. iVlaar — het behoeft wel niet in den breede betoogd — deze Christus „met de grijze smart-oogen over het wreede der menschen" is tóch niet de Christus 'der Schriften, de sterke held, die zonde en dood en graf tot overwinning verslond. Heel deze Christusbeschouwing en Christusfantasie gaat aan de eigenlijke beteekenis van den Christus voorbij, maakt van Hem misscliien een object voor zachte, 'dweperige vereering, maar erkent Hem niet in wat Hij is: de Zaligmaker, die alleen door het geloof de Redder is.

Te minder bevredigt ons de Christus-legende, omdat ze omsponnen is met allerlei socialistische gevo'elens van menschenrecht en mensöhenwaarde en met allerhande occultistisoh'e elementen van een vage en verwarde mystiek. En daarom, al is er veel in deze schoone spiookjesvertelling, dat ons in zijn zinrijkheid treft en ons be'koort, zoo dat we van de lectuur genieten kunnen, voldoen kan ze ons niet, omdat ze de problemen ten slotte onder een andere belichting brengen dan de onze is. En er is, het zij hier nog eens met nadtuk gezegd, in onze christelijke beschouwing altijd plaats voor aesthetische waardeering, maar die is nimmer los vanons religieus en 'ethisch denken.

Ook op het gehied der romankunst heeft Marie. Metz—Koning zich bewogen. En het voornaamste werk, dat zei op dat terrein heeft voortgebracht, , is geweest de roman in twee deelen: „Ga, b r i ë 11e"-. In dit verhaal van een jong-meisjesleven heeft 'de schrijfster gestalte gegeven aan 'iïaar gediachten over de plaafs' van het jO'Uge meisje \a het conventie-leven en haar verhouding tegenover de fatsoens-en moraalbegrippen van dien tijd. In „Gabriëlle" is tegeno-ver het knap, behaagziek, oppervlakkig meisje van stand, dat zij krachtens ha.r.r maatschappelijke plaats is, gesteld bet to't zelfbesef ontwakende meisje, die alle vormelijkheid en conventieband haat, dis de onwaarheid en schijn ziet van de heerschende fatsoensbegrippen en naar werkelijke morabteit staat, de angstvallig bewaarde standsgrootheid gaarne ten offer brengt aan sociaalgevoel. En in de ontgoocheling, die Gabriölle moet ondervinden, zoo, dat ze baar milieu verlaten moet om elders rust te zoeken voo^r haar geschokte ziel, heelt de Schrijfster .het jammerlijk beeld willen teekenen van een samenleving, die voor zulk een geestelijken adeldom geen waardeering heeft, dien ook niet begrijpt, maar als „uit den toon valtend" verwerpt.

Intusschen, gezien de geheele persO'Oinlijkheid der Schrijfster en baar denken, zooals W'e, het kennen uit haar geschriften, is deze ro'man een echt tendenz-type, dat door felle contrasten tot het gestelde doel komen wil. Die contrasten zijn hier zoo scherp (b.v. in de figuur van de Tante, die altijd in huisho'udelijke dingen bezig is, in de geschiedenis van het verleide fabrieksmeisje, in de persoon van Gabriëlle's zuster Lucie, enz.), dat de kracht van het verhaalde gebro'ken wordt en de tendenz het artistieke O'Verwoekert. Aanbevelenswaardige lectuur is daarO'm deze roman niet, ook weer, O'm'dat het ideaal der Schrijfster voor de zich ontwikkelende vrouw niet het onze is.

Maar zeer merkwaardig specimen van literatuur is bet tO'Ch ongetwijfeld, omdat het weergave is van een gevoelen, dat leefde en nog steeds leeft en het 't denken van den tijd op dit p'unt duidelijk demonstreert. Rondom bet bo"3k is dan ook voel geschreven 'en gezegd, beoordeeling ook van zeer onderscheiden toon, en die'tegenstrijdige gevoelens typ'eeren den roman weer in zijn beteekenis.

Wat we hier, in kort bestek zeiden, moge genoeg zijn om de Schrijfster, wier doödsbericht de herinnering aan haar werk verlevendigde, te karakteriseeren. Dat ze een Auteur is geweest van rijk dichterlijk talent, een dichteres, ook in haar proza, een vrouw van zeer fijn gevoel en idliep! inzicht in het leven en de levensraadse'len is zonder twijfel. Diat ze ook voor haar tijld, die in structuur van den O'uzen verschilt, va.n bsteskenis, is geweest, is niet minder waar. DaarO'm verdient ze haar plaats, in de literatuurgeschiedenis.

De geest van haar werk ligt echter te ver v/eg van de christelijke levensgedachte, dan dat onzerzijds die waardeering mogelijk z'ou zijn, waarop het artistieke gehalte van haar kunst récht geven zo'.r. Want, nog eens, ons schoo'nheidsgenieten wordt niet alleen door aesthetische normen bepaald.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 november 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

Morie Metz-Koning.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 november 1926

De Reformatie | 8 Pagina's