GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Radio lezirgen over Letterkunde.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Radio lezirgen over Letterkunde.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naai' men weet wordt in oais blad de regel gevolgd, dat de Redacteuren zelf aankondiging doen van publicaties, di> geheel of voor een deel hun eigen werk zijn.

Volgens dien regel dan bob ik tot taak te bespr-fk n den onlangs uilgekomen bundel „Radiolezingen over Letterkunde", een vijftal radio-loespraken door De C. Tazelaar, A. L. van Hulzen, M J. L•Jender(SL^ Dr B. Wielenga en Dr Ph. .A. Lansberg.

Als leden van den cliristelijken e.ssayisten-kring (vereenigd nog onder de auspiciën van wijlen Dr J. C. de .Moor) hadden de vijf in den titel ver.nelde heei'en een radiolezin; ^ geh; )ud: n over cenig Oiiidorwerp, dal met de letterkunde verband Jiield en de belangstelling, die uit verschillende coiTespondenliën bleek, desd hen tot een gebund'ide uitgave van die toespraken besluiten. Gerangschikt naar de volgorde waarin ze werden uitgespioken en geïlhisireerd met de portietten der respecitieve sprekers, verschenen deze lezingen onder den aangegeven titel bij den l'itgever .1. H. Kok te Kampen.

Ï3eze uitgave, door-de keurige verzorging een mooi boek geworden, verdiont om meer dan één reden de aandacht van onze lezers.

Allereerst als een zeer actueel boek over litoi'aiuiir, actueel daarom, wijl het d© quaesties behandelt, die met betrekking tot deae materie in onzen kring aan de o-rde van den dag zijn. Bij liet gestadig groeien immers van de belangstelling in de moderne letterkunde, met name bij onze jonge menschen, is steeds meei' naar voren gekomen de vraag naar onze verliouding tegenover die moderne letterkunde, is ook in snelle o-pwaking gekomen het besef van de waarde der pirineipieële literatuurbeschO'-.iwing. Terwijl enkele tientallen jaren geleden een spreken over letterkunde en letterkundige verschijnselen voor velen nog was een handelen over onderwerpen, die slechts aan de periferie van het christelijk leven lagen, is thans bij vrijwel ieder, die meeleeft, de interesse levendig gewo-rden en de erkenning gekomeai, dat men waarlijk met de letterkunde niet als met; een bijkomstige zaak te doen heeft. Zonder overdrijving mag gezegd worden, dat de quaestie der literatuurbeschouwing thans onder ons als een der zeer belangrijke vraagstukken wordt gezien, met het christelijk belijden en beleven ten nauwste in belrekking.

In dat licht nu komt in. de eerste pilaats de beteekenis van dit boek uit. Want juist deze zaak wordt er in aan de O'rde gesteld. In vier van de vijf lezingen wordt bepiaaldelijk gehandeld over den principieëlen kant van. het literatuurvraagstuk, over het punt dus, dat in onzen kring de kern is van de quaestie. De vereeniging van deze toespraken tot een bundel beteekent daaroan, dal we met een boek zijn verrijkt, dat op bestaande behoeften is gericht en door zijn populair karakter voor een ieder zeer oriënteerend kan zijn. Wiat ona^ ohristelijk-literaire critiek steeds, als inleiding op 'of conclusie uit do bespreking van literaire werken te berde brengt, wordt hier als in samenvatting den lezer geboden en vooral aan dien algemeenen opzet dankt dit boek' z.ijn waarde.

Naast deze beteekenis in het algemeen ligt dan in de tweede plaats een reden, waarom dit boek de aandacht verdient in de afzonderlijke deelen. Want elk der vijE onderweipen is de behandeling van een op-zich-zelf belangrijk punt. De opsomming van de titels der lezingen moge dat bewijzen: Literatuurwaardeering, De Waarheid in de literatuur) Wat jonge menschen mogen en moeten lezen. De Christen en de schoonheid, De levende natuur in onze Psalmen en Gezangen. En, omdat iedere toespraak een afgerond geheel is, is de 'behandeling der gegeven stof steeds zakelijk en beknopt, aocentueerend wat van het bepaalde onderwerp hoofdzaak is. Daarom is de lectuur vruciitbaar voor ieder, ook voor hen, die niet aanstonds met de practijk van het literatuurvraagstuk Ie maken hebben of voor een regelmatig meeleven in deze quaes­

tie den tijd missen. Wat als gespiroken woord vervluchtigen zo< u is alzo© met de uitgave van dezen bundel vastge­ legd en vooral ook door de wijze, waarop dit is geschied, een blijvende bijdrage geworden tot de in (.nze dagen zoo verblijdend O'plevende cliristelijkliteraire ontwikkeling.

Wat betreft den inhoud van de lezingen volsta, ik met enkele korte aanwijzingen. Men mo-et de toespraken zelf lezen, wil men er het nut uit trekken, dat ze verschaffen. 'tKoail hier juist aan op' de woorden der Sprekeis zelf.

, , Literatuurwaardee.ing", 'teerste opi-; t3l, handelt over de immer terugkeercnde quaestie van a-^sthetische of ethische beoordeeling, de moeilijkheid, waarvoor christelijke lite, atuur-beschouwing stelt. In dit stiik wordt verdedigd de stelling dat noch de alleen-aesthetische noi; ; h do allejn-ethische waaidebcpaling de juiste is, maar dat beide factoren in het geding moeten worden gebraclit, als het gaat-over de beoordeeling van een kunstwerk, echter zoo, dat als Christelijk-zedelijke overweging lot Voorooidïéling leiden moet, voor aanvaarding op grond van aestiietische qualiteiten geen plaats is. Meer dan eens heb ik in o^is blad over deze zaak geschreven en bij onderscheidenen lioekbesprekingen korter of breeder de-ze m-e-ening uitgesproken. Hier vindt men dan dit alles samengevat.

„De waarheid in de liter-atuur', de lezing van den heer .\. L. van Hulzen, behandelt de thesis, dat , , de waarheid het leidend beginsel, het beheerschend element moet zijin in alle let erkundige productie". Daarbij komt het dan aan op de vraag wat de wa.arheid is. , , Een auteur kan het werkelijke leven leekenen en tóch aan de v^raarbeid te korl doïn. , , Werkelijkheid en waarheid dekken elkander niet". Daarom moet onderscheid gemaakt tusschen een subjectieve waarheid on een o-bjectieve waarlieid en juist bij den christen-kunstenaar kc-mt tot haar recht de objectieve waarheid buiten hem. Dit alles, in een enkele lijn hier aangegeven, wordt uitgewerkt, met voorbeelden tof? gelicht en verduidelijkt, om tot - de slotsom te voeren dat , , we stellen als ideaal, dat 'rnet de o-bjectie-ire waarheid gerekend wordt bij allen, die subjsctie" waar zijn in hun werk".

I; e derde lezing, die van den heer M. J. L-eenderlse over , , Wat jonge menscihen mogen en moeten lezen"' is een geheel practische. Deze Spreker gaat uit van het feit, dat het lang niet o-nverschillig is wat wij, wat o-nze jo-ngeren lezen. Hij toont aan, hoeveel verderfelijke lectuur om hen heen woekert en hoe dan een mistasten bij de keuze no-o-dlottige ge-volgen hebben kan; dat aan den anderen kant goede lectuur te ge-nieten beteekent een verviQlen van in hen (en o-ns) levende behoeften en ten slotte die boeken de beste zijn, die , ons dichter brengen tot 'tvoo-rnaamste boek uit alle bibliotheken van alle landen, het Bo-ek".

'Dr B. Wielenga, sprekend o-ver „De Christen en. de Schoonheid'' verdeelt zijn lazing in tw-3-e-cn, een , , negatief-en een „positief" deel. In het eerste zet hij uiteen de gedachte, hoo de Chrisfce-n is de mensch, die de schoonheid weet te verliezen"; in de verhouding tusschen - den christen en de schoonheid staat op-den voorgrond de ontkenning, die haar oorzaak 'vindt ten deele in den godsdienst alszo-odanig, ten deele in de antitlieti^sche maehtswcrking van de zonde. Maai' die levensontkenning is de noO'dzakelijke weg tot levensvinding, ook de weg tot het vinden van de scho-onheid. Daarom heeft de christen ook een cultuurplicht en is het zijn roeping, o-p aesthetische heiTorming van het leven naar Christelijk beginsel bedacht te zijn. Dit laatste wordt dan uitgewerkt in het „positieve" deel: de christen is de mensc-h, die de schoo-nheid weet te vinden.

Men ziet het, deze vier lezingen vo-rme-n met elkander een gehe.-; ! van prineipioele literatuurbeschouwing. Ze belichten, elk naar eigen wijze, de eene practiscli de andere meer the-o-retisch georiënteerd, dezelfde zaak en plaats.m die metterdaad in het centrum van de belangstelling, die van den lezer wordt gevraagd. Men zal het misschien met de Sprekers niet altijd e? ns zijn; men zal sommige punten mogelijk nader uitgewerkt willen zien, o-m geheel de conclusie te aanvaarden, die uit beknopte bewijsvoering wordt getrokken. Maar men zal deze lezingen in hun samenvatting to-ch. met genoegen lezen en ze als leerzaam en het inzicht verhelderend waai-deeren.

]\iin of meer af/; o-nderlijk staat de laatste van het vijftal, Dr Lansbergs toespraak over , , De levende Natuur jn o-nze Psalmen en Gezangen". Maar o-pzichzelf is het een fleurige, prettig leesbare bijdrage tot den bundel, die men zeker niet zou wille-n missen. Dr Lansberg too-nt aan hoe de dierenen plantenwereld in de letterkunde e-en dubbele roeping h: eft: ze dient als middelaar tot een beter begrip, van de belangen der menschen, zé dient ook o: n van de sjlioonheid van dieren en p-lanten zelf to getuigen. In de Psalmen en Gezange-n ko-mt vooral de eerstgenoemde gedachte to-t uiting: ze getuigen hoe Go-d doo-r de natuur tot ons spireekt. Met keur van voo-rbeelden laat de Spreker dit zie-n, om den lezer op-te voeren tot de erkenning, dat de schoo-nheid, waaivan deze zangen spreken, oog en hart verheft tot Hem, die van die scho-onheid de Schepp-er is. Broedere uitwerking zou deze bedoeling van het stuk te beter tot haar recht kunnen doen komen, maar oo-k in den beknoplen vorm, dien we hier vinden is ze duidelijk genoeg.

Het bovenstaande moge voldoende zijn, om dezen bundel , .Rad!ol: zingen o-ver Letterkunde" b'j , pnze lezers aan te bevelen. Nog ee-ns, aan een verslag van hun inhoud heeft men niet gonceg. Alleen zelflezen kan hier de g, ewenschte vrucht brengen. En die vrucht is belangrijk genoeg o-m er de moeite voor te nemen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 februari 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

Radio lezirgen over Letterkunde.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 februari 1928

De Reformatie | 8 Pagina's